Rondkijk

De jaarlijkse vergadering van ons Landelijk Verband ligt weer achter de rug. Een dag — of liever gezegd 2 dagen — om nooit te vergeten! Wat heerste er een prettige geest en wat werd de eenheid onder ons, jongeren, gevoeld! Er kan van gezegd worden dat zowel in de huishoudelijke vergadering als in de bijeenkomst van Woensdag, onder de voortreffelijke leiding van onze Voorzitter Ds A. Verhagen, alles even vlot verliep. En wie ontroerde niet, toen samen staande onze vrienden in het verre Indonesië werd toegezongen het mooie versje uit Ps. 106 : 25:

Dies hebt G' o God hun hart verlicht, Zelfs voor huns yijands aangezicht, Verlos ons ook, als onze vaad'ren Wil ons nog overal verspreid Genadig weer bijeen vergaad'ren Zo word' Uw Naam en roem verbreid!

Geen wonder dat ik menigeen een traan zag wegpinken by deze massale zang, een zang die de bede vertolkt, wat ginds bij velen in het hart leeft.

Het onderwerp van Ds de Wit van Middelburg over „de dienst der Engelen", was buitengewoon leerzaam.

„de dienst der Engelen", was buitengewoon leerzaam. Dat er goed geluisterd is, bleek wel uit de vele en soms diepzinnige vragen die werden gedaan, welke door Ds de Wit op zeldzaam duidelijke wijze werden beantwoord. Ook het onderwerp van de heer van der Vlis: „De Kerk en de Verlichting", had de volle aandacht. Dit referaat was èn van inhoud èn oratorisch è.f en uit de beantwoording van de gestelde vragen bleek, dat de spreker de stof volkomen beheerste.

Het verslag van onze secretaris zal op een en ander wellicht breder ingaan, maar Uw Rondkijker kon niet nalaten dit even aan te tippen. Ook het treffende slotwoord van de Utrechtse gastheer, Ds J. v. d. Berg, getuigde van diepe ernst. Een slotwoord „van lof en dank", maar dan in die zin, dat de ware dank alleen stamelend kan worden uitgebracht door Gods duurgekochte Kerk, die er bij tijden naar uitziet de dank voor Zijn onuitsprekelijke gave, volmaakt te kunnen uitgieten voor Gods Troon. Geve de Heere dat deze dag voor velen een zegen moge achterlaten. Wie er niet geweest is, heeft veel gemist.

Bevestiging en intrede van Cand. J. W. Keisten te Genemuiden. Cand. J. W. Kersten, die in de loop van ruim iy2 jaar zeer veel beroepen uit het gehele land op zich zag uitgebracht, heeft, zoals bekend, het beroep naar Genemuiden aangenomen. De bevestiging en intrede had Dinsdag 7 Febr. jl. plaats. Het kerkgebouw der Ger. Gemeente was in beide diensten tot in alle hoeken gevuld, zelfs waren nog 3 lokalen van de Chr. School aangesloten met een geluids-installatie.

De bevestiger was Ds A. Verhagen van Kampen, met wie de volgende predikanten tegenwoordig waren: Ds de Gier, Ds Honkoop, Ds Heerschap, Ds A. Vergunst en Ds Zwerus en de studenten Honkoop en Hage.

De tekstwoorden van de bevestiger waren uit Jes. 40 : 1 en 2 waarin hij bezag „De drievoudige taak van de Dienaren des Woords" met de volgende punten:1. te prediken het Woord van Christus; 2. te troosten Zijn Volk met Christus; 3. te verklaren de troostgrond in Christus.

Aan de handoplegging namen deel alle aanwezige leraren. Staande zong de gemeente de bevestiger toe de zegenbede uit Ps. 134 : 3.

In hartelijke bewoordingen sprak Ds Verhagen de bevestigde toe. Hoe gaarne zijn vader, wijlen Ds Kersten gewild had zijn zoon te bevestigen, dit heeft niet zo mogen zijn. Hem is nu de volle heerlijkheid gegeven, hij juicht voor Gods troon. Spr. hoopte dat hij de voetstappen van zijn vader volgen mocht. Ook sprak hij de oude moeder toe, voor wie het ook een blijde ure, maar tevens een pijnlijke ure is, nu ze deze plechtigheid als weduwe moet meemaken.

Verder memoreerde spr. het ontstaan van de Ger. Gemeente te Genemuiden. 40 jaar geleden werd begonnen met een gezelschap, eerst werd in een woning vergaderd, daarna in een schilderswerkplaats, tot later een kerk kon worden gebouwd. Zestig maal is in die tijd beroepen en thans geniet de gemeente het voorrecht een eigen herder en leraar te aanschouwen.

De gemeente mocht tot grote wasdom komen (het

ledett-aantal bedraagt 846, doopleden 455), zodat kan worden gezegd: Eben Haëzer! Tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen. En nu er een eigen predikant zich aan de gemeente zal verbinden kan gezegd worden Rehoboth: „De Heere heeft ons ruimte gemaakt!"

In het avonduur verbond Ds J. W. Kersten zich aan zijn gemeente met de woorden uit 2 Cor. 3 vers 5b en 6. Gezien vele Zeeuwse vrienden de reis nog moesten terugmaken, moest Ds zich zeer bekorten. De inhoud van deze predikatie kwam hierop neer, dat de kern van de bediening van het Woord moet zijn de prediking van Wet en Evangelie beide.

Na de predikatie sprak hij allereerst de bevestiger toe en ook de docenten. Hg zeide dat hij als zoon van zgn vader doe. G. H. Kersten, daar niet zoveel over kon zeggen, maar vatte het samen in de woorden ook door Ds A. Vergunst aangehaald in Zeist, dat het twee onvergetelijke jaren voor hem zijn geweest, die hij aan de school had doorgebracht. Voorts sprak hij de kerkeraad toe, Burg. en Wethouders, de predikanten, inzonderheid Ds Honkoop als vriend, dhr v. Vulpen, Hoofd der School met het personeel, dhr Kranenburg, bijzondere vrienden, zijn broers en zusters (ook in Amerika), zijn moeder en zijnƒ vrouw.

Ouderling Last sprak namens de kerkeraad, de Burgemeester namens de burgerlijke gemeente, Ds Honkoop namens de Classis, Ds Heerschap namens de part. Synode, Ds de Gier namens de studenten en als vriend en tenslotte ouderling Kranenburg uit Rotterdam.

De slotzang was Ps. 122 : 3.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen