Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het behaagde de Heere (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het behaagde de Heere (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Doch het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.

Jesaja 53 : 10.

Doch het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. Te weten vanwege onze zonden, die op Hem lagen en in Hem moesten gestraft worden (kantt.). Hier ziet men het recht der wet verhoogd, maar ook de eenzijdige liefde Gods geopenbaard tot een verloren liggende zondaar. Hij heeft Hem krank gemaakt. En zegt de kanttekening: "Dat is. Hij heeft Hem velerlei grote smarten aangedaan en als velerlei krankheden opgelegd. En bij vers 3 lezen wij: "Een bekende der krankheid. Dat is: Die wel verzocht had wat krankheid is, Hebr. 4 : 15. Of Die vermaard was door Zijn ellende en zwarigheid, zijnde gans mat en zwak geworden vanwege de pijnigingen Hem aangedaan. Het Hebreeuwse woord, dat hier krankheid is overgezet, betekent ook in het algemeen smart of ellende, gelijk Prediker 6 : 2 en Jeremia 10 : 19. En alzo kan het doorgaans in dit hoofdstuk genomen worden".

Zo worden wij er dus bij bepaald wat de Middelaar heeft willen ondergaan, om Zijn volk te verlossen uit de diepe ellendestaat waarin zij verzonken liggen. De Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen en als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt. Het zwaard van Gods recht is uitgegaan en heeft niet de schapen, maar de Borg getroffen. O, weergaloze liefde. Hier stelt de goede Herder Zijn leven voor de schapen. Wie zal ooit die liefde kunnen peilen. Neen, hier weidt mijn ziel met een verwonderend oog. Hij heeft Hem krank gemaakt. De hemelen zijn zelfs niet zuiver in Zijn ogen en Hij bewoont een ontoegankelijk licht. Hij, de Schepper van hemel en aarde, krank gemaakt, ja geheel verbrijzeld, de dood ingegaan om doodschuldigen te verlossen. Zijn ziel tot een schuldoffer gesteld. O, zie Hem daar gaan met Zijn discipelen over de beek Kedron, naar de hof van Gethsémané. In de hof, namelijk het paradijs, is de schuld gemaakt. In de hof van Gethsémané zal de schuld betaald worden. Adam verborg zich in de hof, doch deze tweede Adam zal Zich niet verbergen. En nu wat zal Ik zeggen. Vader verlos Mij uit deze ure? Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen. O, die gewilligheid van de Middelaar in het allerdiepste en zwaarste lijden. Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe; blijft hier en waakt met Mij. Daar zal de ware Hogepriester in het heiligdom des lijdens ingaan en niet meer uit dat heiligdom treden, voordat de volkomen offerande geschied zal zijn, en de volkomen verzoening zal zijn aangebracht. En dat niet door vreemd bloed, maar door Zijn dierbaar hartebloed. De Priester, het Offer en het Altaar in één Persoon verenigd. Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld, dat wil toch heel wat zeggen. Zichzelf voldaan wil dat zeggen. De mens kon nooit meer voldoen, neen, die kan de schuld alleen maar meerder maken. De Heere heeft Zichzelf een Lam ten brandoffer voorzien. In de stille Vrederaad heeft dat Lam Zich Borg gesteld en in de volheid des tijds gekomen heeft dat Lam Zichzelf Gode onstraffelijk opgeofferd. Maar dan ook in één offerande in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden. Geheel Zijn Persoon geofferd namelijk Zijn ziel en lichaam. Want met ziel en lichaam heeft de mens gezondigd. En dat zal ook de uitverkoren zondaar aan de weet komen. Door de zonden hebben wij de Heere beledigd, het verbond verbroken en de wet geheel overtreden. Maar daardoor ons ook onder de vloek en onder de rechtvaardige toorn Gods gebracht. God kan de zonden niet ongestraft laten. Dat duldt Zijn eer en dat duldt Zijn glorie niet. Zonder voldoening kan er geen verzoening plaats hebben. En dat kan nu alleen door een volkomen offer. Neen geliefden, dan zijn onze tranen en gebeden ten enenmale te kort en te licht in de weegschaal van het Goddelijke recht. Alles wat de overtuigde zondaar tracht op te brengen is tekort en kan Gode niet voldoen. Neen, hier moet de zondaar met al het zijne er buiten vallen. Nu is het met mij buiten raad, nu ga ik gans verloren. Daar zal het toch echt eens moeten komen. Want Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken hetgeen verloren was. Verloren. Daar werkt de Heere het op aan. Maar door Zijn geheel enige offerande zal Hij zaad zien. En dat is dat zaad, dat van eeuwigheid verkoren is en door Zijn geheel enige offerande zal verlost en toegebracht worden. Dat zaad wat de Middelaar van eeuwigheid was toegezegd als loon op Zijn arbeid. Vader zij waren Uwe (krachtens eeuwige verkiezing) maar Gij hebt Mij dezelve gegeven. En terwijl zij verloren liggen in Adams diepe val en bondsbreuk, heb Ik Mijzelf Borg gesteld om hen te verlossen en hen Mij tot een eigendom te verkrijgen. De verlossing van de Kerk is alzo enkel Goddelijk werk en daar zal Hij dan ook alleen de eer van krijgen. Voor de Middelaar heeft het gegolden: "Eis van Mij en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel en de einden der aarde tot Uwe bezitting". En nu mag de Middelaar eisen op grond van Zijn aangebrachte gerechtigheid het loon op Zijn arbeid. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer zal gesteld hebben zo zal Hij zaad zien. Gelukkig degenen die tot dat zaad gerekend mogen zijn. Dat is dat zaad waarvan Petrus getuigt: "Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, door zilver of goud verlost zijt, maar door het dierbaar bloed van Christus als van dat onbestraffelijke en onbevlekte Lam Gods". Ja, zij zijn het, die wedergeboren zijn tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Zij, waarvan Paulus tot de Efezen zegt: En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden. Uit Joden en heidenen zal dat zaad worden toegebracht en toevloeien tot dat goed der gerechtigheid dat eeuwig en bestendig is. In het uur van het Goddelijke welbehagen geroepen, zullen zij komen met smeking en geween. O, hoe is dat woord des Heeren bewaarheid geworden. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer zal gesteld hebben, zo zal Hij zaad zien. Straks zal het een schare zijn die niemand tellen kan, die de kroon voor Zijn voeten zal nederwerpen. Maar denk er wel om, zij zijn wel bij God geteld hoor, er zal niemand binnen gesmokkeld worden, maar er zullen geloven, zovelen als er verordineerd zijn. Hij zal de dagen verlengen en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Dat wil zeggen: Het werk der verlossing en het vergaderen der Zijnen, wat Hij in de staat Zijner verhoging zal volvoeren door het werk des Heiligen Geestes.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1994

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het behaagde de Heere (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1994

De Wachter Sions | 8 Pagina's