Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een dagboek en een verloren schaap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een dagboek en een verloren schaap.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het eiland Viwa, de nieuwe standplaats van Hunt, begon men de vruchten van de zending te zien: de godsdienstoefeningen werden trouw bezocht en een gevolg daarvan was, dat de wildheid der zeden afnam. Van de goden verwachtte men geen genezing meer, maar de bevolking nam gretig gebruik van het ziekenhuisje, dat gebouwd was en dat aan velen verlichting van het lijden schonk.

Bij de godsdienstoefeningen mochten de aanwezigen vragen stellen naar aanleiding van het voorgelezen Bijbelgedeelte. Enkele honderden waren meestal aanwezig en we kunnen het ons wel voorstellen, dat er druk gebruik van gemaakt werd, daar de bevolking vol zat met dingen die ze niet konden begrijpen. In dat opzicht waren ze als kinderen, die alsmaar vragen doen, waarop niet altijd een afdoend antwoord is te geven. Tijdens de godsdienstoefening werd ook gezongen. De zendeling had verscheidene liederen in de taal van Viwa overgezet op een passende engelse melodie. De toehoorders waren over het algemeen erg muzikaal, zodat het niet veel moeite kostte, om een welluidend gezang te verkrijgen.

Ondertussen had Hunt nu een boot, waarmee hij verscheidene eilanden kon bezoeken. Hier en daar woedde wel oorlog, maar de zendeling kon toch ongestoord een uitgestrekt gebied inspecteren. Het gebeurde, dat hij anderhalve maand op reis was. Dan volgde een rapport aan bet bestuur van de zending te Londen. Uit zo'n rapport kan men duidelijk de gang van zaken te weten komen. De intiemste dingen werden echter in het rapport niet \ ermeld. Maar Hunt hield er ook een dagboek op na, en dat dagboek is bewaard gebleven. In dat geschrift slaat men een blik in het hart van Hunt. We merken er uit, dat de zendeling niet hooggevoelende was, maar steeds gebrek bij zichzelf ontdekte. Een ware dienstknecht des Heeren zal er zelf telkens buiten moeten vallen. Laten we een eindje lezen in het dagboek. „Ik heb innerlijke loutering nodig om alleen dat te willen, wat God welbehagelijk is en mijn medemensen heilzaam kan zijn, en dat met energie en volharding te doen; om God boven alles lief te hebben en mijn geluk daarin te vinden, zijn volk lief te hebben. Hoe zwak ben ik mij bewust van Gods liefde voor een verloren wereld en hoe koud verkondig ik anderen deze goddelijke boodschap. O God, waar, wat is mijn geloof? Ach, de waarheden, welke het onderwerp van mijn gebeden en preken vormen, raken mij innerlijk misschien niet meer dan een botanicus de planten die hij beschrijft, of een toneelspeler de rollen die hij speelt. Hoeveel dieper moesten de werkingen, de gevoelens, de echtheid van het geloof zijn! En toch — hoe dat ook zij, mijn geloof brengt mij vrede en een weinig blijdschap."

Die weinige blijdschap, waarover Hunt schrijft, werd groot op Zondag 25 Mei van het jaar 1844. Deze dag des Heeren werd een bizondere dag. Tien volwassen personen werden gedoopt. Dat is geen kleinigheid in het land van de kannibalen! Hunt spreekt de menigte, die aanwezig is, toe, op een wijze, dat allen ontroerd worden. Velen zitten te schreien. Daar klinkt het machtige lied „Wij loven U, o God, wij prijzen Uwe Naam!" in de taal van Viwa. Hunt kan zelf niet meezingen. Hij is ontroerd tot het binnenste van zijn ziel. Als hij die schare ziet, waarvan de meesten tot voor korte tijd nog menseneters waren, en nu zingend tot eer van hun Schepper, dan wordt het hem te machtig.

Maar wie snikt daar ook als een kind? Het is een jonge vrouw, die tot de vooraanstaande van het volk behoort. Hunt kent ze wel, want verscheidene malen is zij bij hem in huis geweest. Hunt kent haar hele levensgeschiedenis, en die geschiedenis is niet wat je noemt benijdenswaardig. Kijk, na

afloop van de dienst gaat ze niet naar huis, maar gaat naar de woning van de zendeling.

Het is Vatéa, een 24-jarige vrouw, die door haar oom gedwongen werd te trouwen met een man die veertig jaren ouder was dan zij. En welk een man! Hij was het hoofd van Viwa en stond bekend als een wreedaard. Behalve Vatéa, had het hoofd nog meer vrouwen, zodat het in huis niet vaak vrede was. Vatéa voelde zich zeer aangetrokken tot Hunt. De zendeling leerde haar lezen en schrijven, maar hij deed nog meer voor haar. In het verborgen bad hij of de Heere haar wilde bekeren. Hunt had ontdekt, dat er iets - in die vrouw scheen te werken, dat misschien de Heere er in had gelegd. Als de Heere eens door mocht werken!

Vatéa hunkerde naar een nieuw leven en kreeg al meer en meer een vreselijke afkeer van de heidense gebruiken. Op de samenkomsten van de gemeente was ze altijd te zien. O, wat verlangde ze naar de vergeving van zonden en vrede in haar hart!

Nu is ze na de dienst in de kerk met Hunt meegegaan. Haar ogen zijn nog rood van het schreien. Samen gaan ze bidden, de zendeling en zijzelf. En wat gebeurt? Er wordt voor Vatéa een Weg geopend, waardoor verloren zondaren weer in gemeenschap met God kunnen komen. Er gaat licht op in de duisternis. Nu duurde het niet lang meer of Vatéa werd gedoopt en ingeschreven als lidmate der kerk. Ze kreeg de naam Lydia.

Van haar hopen we nog wel meer te horen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1955

Daniel | 8 Pagina's

Een dagboek en een verloren schaap.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1955

Daniel | 8 Pagina's