Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Schep mij een rein hart, o God!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Schep mij een rein hart, o God!”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door ds. D. J. Budding

Meditatie

Ps.51-12a

Is dit gebed u uit het hart gegrepen?

Want een rein hart, gereinigd door het bloed en de Geest van Christus, dat hebt u nodig. Meer dan eten en drinken. Meer dan wat dan ook. Anders kunt u voor God niet verschijnen. Anders kunt u niet getroost leven. En evenmin zalig sterven. Integendeel! Want in het Koninkrijk der hemelen zal niet inkomen wat onrein is. Nooit!

Een rein hart, dat heeft David, de dichter van deze psalm, naar zijn gevoel, niet. Hij mist het. Dat gevoelt hij tot in het diepst van zijn ziel. Dat is de smart van zijn hart. De nood van zijn leven. Hij is zo vuil, zo vies, zo door en door bezoedeld. Bedorven tot in de wortels van zijn bestaan. , , In ongerechtigheid geboren, in zonde ontvangen." De zonde is zo vies, zo afschuwelijk. De zonde maakt ons zo vies, zo onrein in de ogen van de heilige God. Ze maakt een absolute scheiding tussen God en ons. Want onze God is te rein van ogen, dat Hij het kwade zou kunnen aanschouwen.

Dat gevoelt David hier: „Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen." David heeft er besef van, niet hoe de mensen naar hem kijken. Die zien maar de buitenkant. Maar hoe God naar hem kijkt, Die harten en nieren proeft. Hoe is hij daar achter gekomen? Het is hem aangezegd, door het profetisch Woord dat zeer vast is. Dat Woord heeft doel getroffen, het heeft zijn hart doorwond. Zoals bij die 3000 op de Pinksterdag; „en zij werden verslagen in het hart."

Hij wist het voorheen ook wel, dat er een grote schuld in zijn leven lag, echtbreuk, moord, bloedschuld. Maar hij had er overheen geleefd. Dat ging nu niet meer. Hij kon niet meer verder, zonder vergeving, zonder vrede, zonder een rein hart. En jij? en U? Of meent u dat u beter bent dan David, omdat u zulke boze dingen niet op uw geweten hebt? Dat u zulk een berouw niet nodig hebt?

Weet u, op wie u dan sprekend lijkt? Op die Parizeer, die in de tempel stond te bidden en dankte dat hij niet was als andere mensen. Maar met al zijn vroomheid en goedheid is hij voor eeuwig omgekomen. Laat u waarschuwen. U hebt net zo'n vuil en onrein hart als David. Het is veel slechter dan u denkt. Uit het hart zijn de uitgangen van ons leven. Ons hart is het centrum van ons gevoelen en begeren. Wat zegt de Heere Jezus van uw en mijn hart? , , Want uit het hart des mensen komen voort: boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen". Gelukkig, dat niet alles er uit komt, wat er bij u en mij in zit. Want het is één vuile bron van alle wanbedrijven. Rampzalig, wie zichzelf wat zoekt op te knappen en de werkelijkheid wil verbloemen. Er is een betere weg. Een noodzakelijke weg. Een geopende weg. De weg naar de troon der genade, met de bede: SCHEP MIJ EEN REIN HART, O GOD!"

Meer dan ooit gevoelt David, dat het zo erg is, dat alleen een wonder, een nieuwe schepping van God hem helpen kan. Vandaar zijn gebed: „SCHEP MIJ, " Scheppen, dat is iets maken uit niets. Er is in ons niets wat goed is, niets wat God bedoelt, niets waar de Heere nog iets mee beginnen kan. Dat moeten we grondig beseffen. Niet met de hulp van de Heere uzelf nog wat opknappen. Dat zal niet baten. Dat is de godsdienst uit en naar de mens, die vijandschap is tegen God. Neen, de Heere leert al Zijn kinderen met Paulus zeggen: , , Ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont". Daarom de noodzaak van een nieuw hart, een rein hart. Waaruit nieuwe begeerten, nieuwe verlangens komen. Het verlangen naar God, naar de vergeving van zonden, naar de vrede en gemeenschap met God.

Hebt u ook zo'n last van uw vuile hart, lezer? Hebt u het Woord Gods serieus genomen, dat u uw totale verdorvenheid en afzichtelijke onreinheid voor ogen stelt? Of leeft u er nog overheen? Doe dat toch niet. Het is zo dodelijk gevaarlijk. Het is zo nodig, dat u dit gebed van David uit de grond van uw hart leert bidden: „SCHEP MIJ EEN REIN HART , O GOD!"

Want heus, u hebt net zo'n vuil hart als David. U hebt evenzeer nodig een rein, een nieuw hart als hij. Het is u en jou al zo vaak gezegd. Het wordt u in de Naam des Heeren ook nu aangezegd: „Gij zijt die man, die vrouw, die jongen, dat meisje". Als u dit van harte geloofd, wordt de droefheid naar God geboren, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt. Dan zal dit gebed van David ook het uwe zijn. Dit gebed is de Heere aangenaam. Hij zal het verhoren. Hij hoort daarin het zuchten van Zijn Geest, Die overtuigend, ontdekkend werkt in het hart van een zondaar. „Een gebroken hart en een verslagen geest zult Gij, o God, niet verachten.

En God doet geen half werk. Die Geest, zo duur verworven door de Heere Jezus, verbrijzelt niet alleen het hart, maar vertroost het ook. Als Hij het oog van het geloof richt op de volmaakte gerechtigheid van Jezus Christus, Die tot zonde gemaakt werd, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Daar is een Bloedfontein geopend tegen alle onreinheid. Het Bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, wast en reinigt van alle zonden. Waar Gods Geest uw hart besprengt met het Bloed van Christus, mag u de vrede proeven en smaken.

Vrede door het Bloed des Kruises. Aangenaam in de GeUefde. Volmaakt in Hem, Die dood geweest is en Die leeft. Op Hem wordt u gewezen. Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Bij Hem bent u welkom, hoe vuil u ook bent, want Hij ontvangt de zondaars en eet met hen. Hij zoekt niets bij u, maar Hij geeft alles. Deze bede, , , schep mij een rein hart", is steeds weer nodig, elke dag, tot onze laatste snik. Want ik ben en blijf in mezelf een vuile zondaar. Hoe langer hoe slechter in eigen oog. Het vlees begeert tegen de Geest. Maar elke dag is die Fontein geopend tegen de onreinheid. Welgelukzalig de mens, die geen dag kan leven, zonder het Bloed der verzoening, zonder de Geest van Christus. Welgelukzalig de mens, die volmaakt rein voor God wil leven. Hij zal zijn zin hebben. Hier in beginsel en straks volkomen. Want: „Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien".

Elspeet,

ds. D.J. Budding.de banier 5 oktober 1989

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1989

De Banier | 20 Pagina's

„Schep mij een rein hart, o God!”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1989

De Banier | 20 Pagina's