Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vogelvriendelijke tuin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vogelvriendelijke tuin

Goede strooizadenmengsels bevatten maïs, kleine zaden, zonnebloempitten en stukjes pinda

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe krijgt en houdt u vogels in de tuin? Zorg voor een gevarieerd menu, hang nestkastjes op, richt rustige en veilig plekjes in en gebruik natuurlijke afscheidingsmaterialen.

Vogels hebben verschillende woonwensen. Weet bij het kiezen van een nestkast dus welke vogels in uw omgeving voorkomen:
- Bosrijke omgeving: mees, winterkoninkje, boomkruiper, bonte vliegenvanger, grote bonte specht, bosuil.
- Agrarische omgeving: zwaluw, spreeuw, mus, kerkuil, torenvalk.
- Stedelijke omgeving: mees (kast), mus (mussenpot), eventueel speciale dakpannen die geschikt zijn voor mussen of gierzwaluwen.
De mezenkast doet het bijna overal goed. Koolmezen en pimpelmezen komen veel voor in Nederland. Soms wordt een mezenkast gekraakt door een boomklever of bonte vliegenvanger.
Sommige vogels zult u nooit in een nestkast zien. De merel, vink, roodborst, heggenmus en zanglijster bouwen liever zelf een nest.

Beste plek voor nestkast
- Op een rustige plek, zodat de vogels zich veilig voelen en naar binnen durven. Niet direct naast het terras, als u daar in het voorjaar vaak zit.
- Niet in de volle zon, dus niet op het zuiden.
- Beschut tegen de wind, met de invliegopening op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt vaak uit het zuidwesten.
- Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk. Geen takken direct voor de opening.
- Uit de buurt van katten. Bevestig bijvoorbeeld gaas om de boom.
- Vogels van dezelfde soort wonen het liefst ten minste tien meter van elkaar. Voor vogels van verschillende soorten, zoals koolmees en pimpelmees, kunnen de kasten een meter of drie uit elkaar hangen. Koloniebroeders wonen wel weer graag in groepen. De nestkasten voor mussen en zwaluwen kunnen daarom wel naast elkaar hangen.

De ideale tuin
Een tuin met gevarieerd voedsel, waarin ook schuwe vogels zich veilig voelen, is het beste. Vogels stellen geen hoge eisen. Ze willen eten en veilig rusten.
Sommige vogels zijn behoorlijk brutaal. Die ziet u overal waar iets te eten is. Andere zijn schuw. Die ziet u pas als ze zich helemaal veilig voelen. Aan voedsel stellen vogels verschillende eisen. De ene eet insecten, de andere zaden en bessen, en weer een andere gewoon alles.
Vogels hebben het in uw tuin best naar hun zin, als u kiest voor levende materialen in plaats van dode (dus een heg in plaats van een schutting). Maak de tuin niet te netjes, dan kunnen uw tuinvogels voedsel vinden en zich verschuilen.

Winterwerk
Het kost vogels in de winter veel energie om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. In een koude nacht verliezen kleinere soorten wel tien procent van hun gewicht  s Ochtends komen ze dus graag bij u ontbijten. Aan het eind van de dag eten ze graag weer wat om de nacht door te komen. Als extra energiebron kunt u vetbollen en pindas ophangen.
Water (in een brede, platte schaal) is zeker s winters onmisbaar. Als het hard vriest en er geen sneeuw ligt, kunt u vogels wat geschaafd ijs geven. Warm water is niet goed. Vogels kunnen zich daardoor laten verleiden tot een warm bad, maar daarna gemakkelijk bevriezen.

Drukke periode
De lente betekent topdrukte in het vogelbestaan. Een partner zoeken, een nest bouwen, eieren leggen, jongen grootbrengen. Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten dan in de winter.
Insecten, rupsen en wormen zijn eiwitrijk. Vogels zullen daarnaar altijd zelf zoeken, ook al ligt er voer op uw voedertafel. Wilt u de vogels aan extra kalk helpen, dan kunt u ze wat goed uitgekookte en fijngestampte eierschalen geven. Geef geen melk!
Hang geen vetbollen en pindas meer op. Jonge vogels kunnen grote zaden en hele pindas niet verteren. De ouders doen zich te goed aan het moeilijker verteerbare voer, terwijl ze hun jongen voeden met insecten. Pas als er een totaal gebrek is aan natuurlijk voedsel, bieden ze ook hun kroost zaden en noten aan. In dat geval moet u erop letten dat er geen hele pindas te vinden zijn, maar alleen kleine stukjes.

Insecten lokken
In de zomer is eiwitrijk voedsel van levensbelang. Vogels krijgen nu het verenkleed dat hen tegen de winterse kou moet beschermen of hen in staat stelt naar het zuiden te trekken.
Vogels zoeken zelf naar wormen en insecten. U kunt ze helpen door met bloeiende planten insecten te lokken of uw gazon te besproeien, en zo wormen naar boven te lokken.
Bij zeer lang aanhoudende droogte waarderen de vogels ook de eiwitten die u aanbiedt. Merels eten dan bijvoorbeeld graag het blikvoer van de kat of geweekte hondenkoekjes. Dit soort voer trekt echter ook snel grote eters zoals meeuwen, kraaien en eksters. Geef dus met mate.
Zodra het kouder wordt, komen de vogels weer dichter bij huis. Als u ze nu gaat voeren, hebt u al snel stamgasten voor de winter. Veel vogelsoorten waarderen de vitaminerijke bessen aan de struiken in uw tuin. Bij lagere temperaturen kunt u ook weer vetbollen en pindas ophangen. Let erop dat voer niet beschimmelt.

Gevarieerde kost
Vogels zijn verstandige eters en zoeken naar een gevarieerd menu. Ze zullen nooit alleen maar leven van het voer dat u aanbiedt. Wat kunt u ze geven? En wat absoluut niet?
- Strooivoer: Zadenmengsels zijn vanaf het najaar te koop. Grote korrels zijn niet geschikt voor tuinvogels. Goede mengsels bevatten stukjes maïs, kleine zaden, zonnebloempitten en stukjes pinda.
- Vetbollen: Vooral geschikt als het wat kouder is, anders bederft het vet. Vetbollen leveren veel energie. Ze bestaan uit een zadenmengsel, gegoten in een harde soort vet. Zelf vetbollen maken is niet moeilijk.
- Pindas: Pindas zijn een welkome aanvulling, behalve in de lente, omdat grote pindas voor heel jonge vogels lastig te verteren zijn. Door doppindas in een korfje of aan een slinger te doen, kunt u vogels goed bekijken. Losse pindas in een netje vallen ook in de smaak maar bederven sneller. Pindakaas vermengd met strooivoer kunt u op de bast van een boom smeren, voor de boomklever.
- Zonnebloempitten: Zaadeters als groenling, mees en vink zijn bedreven in het openmaken van hun favoriete hapje. Vooral zwarte zonnebloempitten zijn het hele jaar geliefd bij deze soorten.
- Fruit: Geef geen kleine stukjes. Vooral bij vorst kunnen vogels zich daarin verslikken. Laat vogels zelf pikken van bijvoorbeeld een gehalveerde appel, peer, banaan of druif.
- Brood: Tuinvogels houden van kruimels. Eenden, meeuwen en kraaien lusten ook wel grotere stukken. Brood met boter is voor hen niet goed.
- Insecten: Roodborst, pimpelmees, boomkruiper en winterkoning lusten graag verse meelwormen. Voer altijd verse wormen en haal dode exemplaren weg, anders kan er salmonella ontstaan.
- Dierlijk vet: Vogels hebben een relatief grote behoefte aan verzadigd vet. Een stukje kaas, maar ook reuzel eten ze daarom graag.
- Gekookte rijst: Kan een goede aanvulling zijn in een strenge winter. Geef niet te veel, want gekookt voedsel bederft snel. Let erop dat er niet te veel zout door zit.
- Honden- of kattenvoer: Alleen in een lange, droge zomer kan blikvoer of geweekt voer een aanvulling zijn voor vogels die niet voldoende insecten of wormen kunnen vinden.
Wat moet u niet voeren?
- Melk. Vogels kunnen dit niet verteren.
- Margarine en olie. Zachte vetten maken slachtoffers: ze tasten de waterdichtheid van de veren aan. Bovendien werken deze vetten laxerend.
- Gezouten of gebrande pindas of andere noten. Deze bevatten voor vogels giftige stoffen. Ook bevatten ze te veel vet en zout.
- Erwten, bonen, linzen of rijst. Dit voedsel is eenvoudig te groot voor de meeste tuinvogels. Let daarom bij aankoop van vogelzaad wat erin zit.

Nog meer voedertips
- Hangt u een voersilo op, let er dan op dat de inhoud niet gaat klonteren.
- Strooi voor schuwe vogeltjes (heggemus, winterkoning) wat op de grond, het liefst onder struiken.
- Laat strooivoer niet te lang liggen. Het kan bederven of ongedierte aantrekken.
- Maak een stukje grond sneeuwvrij voordat u daar voer strooit.
- Met een stuk gaas of een speciale korf over het voedsel voorkomt u dat kraaien en meeuwen alles opschrokken.
Aan de vorm van zijn snavel kunt u zien wat er op het menu van een vogel staat. Een merel trekt bijvoorbeeld met zijn lange spitse snavel regenwormen uit de grond. Een boomklever heeft een dunne snavel om insecten uit de bast van een boom te kunnen halen. En een vink heeft een sterke kegelvormige snavel om zaden en pitten te kraken.

Favoriete menus
- Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw: Brood, gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, etensresten (rijst en aardappelen) zonder zout. Strooi op de grond met beschutting vlakbij.
- Mezen: Vetbollen, ongebrande en ongezouten pindas, kokosnoot, vogelzaad en zonnepitten. Strooi op voedertafel of voederhuisje of hang het voer in een boom.
- Winterkoning, heggemus en roodborst: Universeelvoer, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout. Strooi op zeer beschutte plaats.
- Mussen, vink en groenling: Bruin brood, onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnepitten en etensresten zonder zout. Strooi op de grond, eventueel op een voedertafel.
- Specht, boomklever en boomkruiper: Spekzwoerd, ongebrande en ongezouten pindas, vetbollen, zonnepitten. Maak voedsel vast aan een boomstam op een rustige plaats

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 2009

Terdege | 92 Pagina's

Vogelvriendelijke tuin

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 2009

Terdege | 92 Pagina's