Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goede moed, Dagkalender 1999. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1998. f 13,15.

De bekende verschijning in groene omslag, waaraan veel zorg is besteed. Ds. E.J. van der Linde en ds. H. Polinder zijn nieuwe namen onder de scribenten. De redactie (de predikanten P.D. J. Buijs, J. Oosterbroek en J.G. Schenau) heeft zorg besteed aan de nieuwe uitgave.

Ze is het waard gebruikt te worden.

Dr. Jong Koe Park. Constructing Christian Faith in Korea. The earliest Protestant mission and Ch’oe Pyông-bôn. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1998, nr. 23 in de série Mission. 257 biz. f 45,-. Deze Leidse dissertatie beschrijft de kernst van het Christendom in Korea, via zending van de Presbyteriaanse Kerken en de vermenging daarvan met Boeddhistische en Confuciaanse elementen en gedachten uit de natuurlijke theologie, vooral via de in de ondertitel genoemde figuur. Een tekening van een merkwaardige ontwikkeling. Het gaat om een bepaalde stroming in Korea.

Jan Groenleer. Witte kaarsen. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1998. 52 bIz. f 14,90.

Dit is een bundel met fijnzinnige gedichten. Met onderwerpen uit de liturgie, het kerkelijk jaar, bijbelse figuren en momentan en het Christenleven.

Treffend, ontroerend soms, vaak gevoelens en ervaringen verwoordend. De inhoud van de bundel is rijker dan ik kon waarnemen. Een aanmerkelijk aantal pagina’s is dubbel afgedrukt, terwiji evenzoveel pagina’s ontbreken.

De lezer moet met de dichter meevoelen en meedenken om tot optimale waardering te komen. Alleen bij echte gedichten kun je zo’n zin neerschrijven.

A.Th. van Deursen e.a.. C.S. Lewis honderd jaar. Uitg. Van Wijnen, Franeker 1998. 69 bIz. f 9,90.

Een prachtig boekje, waarin auteurs van verschillende herkomst hun waardering uiten voor het werk van Lewis. Het meest heeft mij getroffen het inleidende hoofdstuk van prof. Van Deursen. Ook kardinaal Simonis heeft een impressie gegeven, waaruit waardering spreekt.

Een fijn boekje.

Jan Chr. Vaessen. Tussen Schrift en Preek. Ontwerp van een analysemodel voor de bijbelinterpretatie in preken, met gebruikmaking van de tekstuele hermeneutiek van Paul Ricoeur. Uitg. Kok, Kampen 1997. 221 biz. f 47,50.

Dit is een Gronings proefschritt, verdedigd onder promotorschap van Dr. Dingemans en Dr. Van Leeuwen (Leiden). De laatste heeft eraan deelgenomen als kenner van het werk van Paul Ricoeur.

Een van de hoofdvragen is of we de Bijbel moeten interpreteren vanuit de tekst dan wel vanuit de lezer. Van elk van beide standpunten worden drie personen of stromingen behandeld. Dan volgt een hoofdstuk over Ricoeur. Zijn werk wordt getypeerd als dialectiek tussen tekst en lezer. Er is dus een heen en weer. De tekst heeft prioriteit, maar de lezer moet meedoen. Zo ontstaat er uitgaande van de tekst een spiraalbeweging: gissen/toetsen - verklaren/begrijpen. Er is een voortgaand dialectisch proces van ontvangen, geven en opnieuw ontvangen van betekenis. Deze methode lijkt mij een combinatie van de beide zojuist genoemde stromingen.

Hoofdstuk IV onderzoekt interpretatiemodellen in preken. Hier komt ook Ricoeurs tekstuele hermeneutiek als interpretatiemodel aan de orde. Typerend is een dialectiek van verklaren en begrijpen. Aan de hand van drie aan de auteur afgestane preken over teksten uit het boek Ruth wordt nu nagegaan welk model het meest vruchtbaar blijkt te zijn.

Een echte dialectiek van tekst en lezer is alleen bij het model van Ricoeur te vinden. Dit brengt tot een echte ontmoeting. De tekst heeft prioriteit. De lezer wordt er toch actief bij betrokken. Ricoeur blijkt de andere besproken modellen te integreren, terwiji de andere modellen Ricoeur uitsluiten. Daarin kiest de schrijver voor Ricoeur.

Ik kan het waarderen dat de tekst uitgangspunt is. Ik zou zelfs willen zeggen: bron en norm. Moeite heb ik met de conclusie op bIz. 208-214. De preek als metafoor van het leven van de gemeente van Christus. Het leven van de gemeente van Christus als symbool van het Koninkrijk. De gemeenschap als creatieve verbeelding. Zeggen deze drie conclusies niet dat de hoorder toch een behoorlijke inbreng heeft, meer zelfs dan de schrijver aanvankelijk waar wilde hebben?

Dick Houwaart, Sjema Jisraeel. Kom nou. Uitg. Kok, Kampen 1998. 235 blz. f 32,50.

Kun je in God geloven of niet? Tussen ja en nee beweegt de auteur zich. Een moderne Jood, die van het geloof der vaderen niet geheel afscheid neemt. Hij geeft zich er echter ook niet geheel aan over.

Hij behandelt verschillende thema’s uit het Jodendom en uit het leven van de hedendaagse mens.

Hij zegt: God heeft de Tora in banden van mensen gegeven. Die moeten hem uitvoeren. Dan mag je verwachten dat de Messias komt. Het Kom nou’ venwoordt scepsis èn venwachting.

Intussen ontvangt de lezer veei informatie over hoe in het jodendom over verschillende zaken w/ordt gedacht. Houwaart doet zich kennen als een moderne Jood, die tussen orthodoxie en libéralisme in staat.

Ds. George Harinck (red.). Leven en werk van prof. dr. Seakle Greydanus. AD chartas-reeks 3. Uitg. De Vuurbaak, Barneveld 1998. 336 blz. f 34,75.

In dertien hoofdstukken wordt het leven en het werk van prof. Greydanus beschreven. Zijn kwartierstaat, zijn bibliografie, zijn boeken, zijn reizen en zijn werk worden van onderscheiden kanten belicht. Zelfs prof. Herman Ridderbos (in het kerkelijk conflict zijn tegenstander) schreef een waarderend hoofdstuk.

Het is een prachtig boek voor wie in deze geleerde als mens en theoloog en in de geschiedenis van zijn Kerken is geïnteresseerd.

De peiling van zijn wetenschappelijke werk heeft zich beperkt tot een beschrijving. Hier zou meer diepte en ook meer relief aangebracht kunnen zijn.

Een voorrecht over het leven van zo’n geleerd man, die eenvoudig christen wilde zijn, te lezen. Verrijkend.

Dorothée Solle. Mystiek en Verzet. ‘Gij stil geschreeuw’. Uitg. Ten Have, Baarn 1998. 424 blz. f 49,90.

Een nieuw boek van mevrouw Sölle, met oude motieven.

Zij combineert verzet tegen bezit en geweld met het mystieke hart van verschillende religies.

Spiritualiteit en (nu vooral) ongewapende revolutie tekent ze aan de hand van tal van teksten uit de christelijke traditie (rooms-katholiek en protestant), uit het jodendom, en uit de moderne cultuur, uit de Rabi’a en de Soefi-mystiek. Valse mystiek is een agressieve, naar de dood strevende mystiek, terwijl ware mystiek alles te maken heeft met vervulling en met ethiek.

Het is een boek waarin veel materiaai is bijeengebracht, meer ter iiiustratie van haar eigen mystiekethisch programma, dan dat het de teksten in eigen context wil laten spreken.

Van de kern van het christelijk geloof horen we weinig. Die is opgenomen in de zee van mystiek en in de daad van verzet.

Drs. d.M. Aarnoudse e.a.. Vrouwen op een zij-spoor? Emancipatie van de vrouw en het verstaan van de Schrift in gereformeerd perspectief. Uitg. Buijten & Schipperheijn 1998. 270 blz. f 38,90.

De auteurs van dit boek behoren tot de Christelijke Gereformeerde, de Nederlands Gereformeerde, de (vrijgemaakt) Gereformeerde en de Nederlandse Hervormde Kerk. Het zijn drs. J.M. Aarnoudse, drs. M.C. Mulder en dr. G.C. den Hertog; drs. J.M. Mudde; ds. H. Folkers en dr. M.J. Verkork; en ds. S. Meijers.

Het boek bespreekt de plaats van de vrouw in de kerk. De meeste auteurs komen tot een positieve visie op het openstellen van de ambten voor vrouwen.

Zij confronteren hun positie met de Schriften en met de emancipatie. Of, beter gezegd: vanuit hun verstaan van de Schriften menen zij de emancipatie van de vrouw in de kerk niet te mogen tegenhouden. Waar dat wel gebeurt worden, zo meen ik te moeten conciuderen, vrouwen op een zijspoor gezet.

Laat ik direct mogen zeggen dat ik het niet gemakkelijk vind om in een betrekkelijk korte bespreking aan dit goedgedocumenteerde boek recht te doen. Hoe men ook over het standpunt van de schrijvers denkt, het is een boek dat er zijn mag.

De hoofdstukken zijn niet in een achternamiddag geschreven. Ze laten zich ook niet in een avond lezen. De beide bijdragen van drs. Aarnoudse teilen samen ruim 130 noten die 16 bladzijden beslaan. De andere bijdragen zijn even royaal met verwijzingen beargumenteerd.

In een deel van de bijdragen is het kernvraagstuk of de bijbelse uitspraken over de plaats van de vrouw in de gemeente, met name wat betreft het bekleden van ambten, tijdbepaald zijn dan wel voor alle tijden gelden.

Drs. Aarnoudse verdedigt het eerste standpunt. Hij doet het met kennis van veel zaken, met gebruikmaking van literatuur die ik hier en daar in deze discussie niet ter ondersteuning van mijn standpunt zou aanvoeren.

!n zijn bijdragen - ze beslaan meer dan eenderde van het boek - gaat het om de vraag of Paulus met zijn joodse manier van de uitleg van het Oude Testament in het Nieuwe Testament voor ons normatief te werk gaat, met als gevolg: of zijn conclusies ook voor ons normatief zijn. Ik meen dat dit de kern van de probleemstelling is.

Aarnoudse stelt Paulus onder kritiek vanwege diens typisch joodse en voor ons niet meer aanvaardbare manier van argumenteren en exegetiseren. Vanuit deze Stelling kunnen bepaalde uitspraken van Paulus in hun tijdgerichtheid gesitueerd en van hun normativiteit voor onze tijd ontdaan worden.

Het is opvallend dat drs. Mulder deze redenering niet kan meemaken. Mulder wijst erop dat Paulus op een geheel eigen wijze met het Oude Testament omgaat. Paulus voorziet zijn redenering van zijn apostolisch gezag. Daarom kan hij de “ontrafeling” (als ik het zo mag noemen) van het gezag van Paulus’ uitspraken voor onze tijd niet meemaken.

Ik deel Mulders standpunt. Op colleges en in discussies heb ik erop gewezen dat Paulus soms anders exegeliseert dan wij (denk vooral aan de passage over Hagar en Sara in Galaten 4). Niettemin heb ik altijd gezegd: Wij hebben niet het recht deze methode onder kritiek te stellen, wij zijn voor wat Paulus ons wil zeggen daaraan gebenden. Zij behoort bij het geinspireerde Schriftgedeelte.

Hier staan we voor een cruciale beslissing. Drs. Mulder - het wordt ook in andere bijdragen opgemerkt - komt ergens anders uit dan drs. Aarnoudse.

De vrijgemaakte scribenten maken zich sterk met een zeer brede visie op het begrip ambt. Het staat voor taak, functie, opdracht, werking. Dan kunnen alle kerkelijke activiteiten (als evenzovele taken) ambt genoemd worden. En omgekeerd komt het kerkelijk ambt op een lijn te staan met allerlei taken. Dat is mij te gemakkelijk, te meer omdat de exegese van een aantal teksten (de zogenaamde zwijgteksten) aan anderen wordt overgelaten.

Drs. Mudde levert een boeiende bijdrage die, zou ik zeggen, bijna iets speels heeft. Ik noem zijn betoog lucide, verhelderend. In de ethiek zou ik met zijn opvatting van wijsheid een aantal Schriftgegevens gewoon achter me laten. Dan zou ik vragen: wat is wijs? Wat is dienstbaar aan de zaak waar we het over hebben? Dr. Den Hertog pleit voor gerechtigheid als recht doen aan vrouwen. Vergis ik me als de door Mudde bepleite wijsheid inhoudelijk dicht bij de notie gerechtigheid komt?

Dr. Den Hertog stelt de verlossing centraal. Recht doen aan vrouwen is een vrucht en daarmee ook een indicatie van het verloste leven. Het is een rijke gedachte. Toch kan ik hierbij de door Mulder besproken teksten en de daarin aangereikte resultaten niet buiten beschouwing laten. In het verloste leven kunnen we gegevens uit de schepping - waar de Schrift zelf naar verwijst - niet als niet meer van kracht ter zijde stellen.

Ik waardeer de eerlijkheid in redeneren en argumenteren. De schrijvers leggen hun argumenten op tafel. Ze zoeken met het Woord in onze tijd te staan. Toch nemen ze een bocht, waarvoor ik halt meen te moeten houden. Het te kort door de bocht doet mij zeggen, houd halt bij de grens. Ik meen dat Mulder dat ook wil. Ik erken het probleem van het vraagstuk. Ik waardeer de enorme studie waarvan dit boek getuigt. Het heeft recht op een faire, voortgaande discussie.

C.W. Rietdijk. Wetenschap als bevrijding. Socratisch gesprek met een gedreven maatschappijen cultuurcriticus. Uitg. Kok Agora, Kampen 1997. 255 blz. f 39,90.

Dr. C.W. Rietdijk is een eigenzinnig modem schrijver, van origine een natuurkundige. Hij is een briljant geleerde, die tegen de stroom op roeit. Hij is typisch modern en tegelijk origineel.

In dit boek worden hem door niet minder dan zes auteurs vragen gesteld. Dr. Rietdijk gaat daarop in en verdedigt zijn standpunt.

Een aardige opzet, die toch niet zo veel verder brengt.

Ik zou het boek een document van de moderne tijd willen noemen.

Hans van Munster. Uit op verzoening, in praktijk en theologie, Kerkendag 1998. Interviews Douwine Zoutman. Uitg. Kok, Kampen 2e druk 1997. 80 blz. f 15,-.

Ter voorbereiding op de Kerkendag 1998 is deze bundel studies versehenen over verzoening. Zowel praktijk als theologie komen aan de orde.

Er wordt aan de lezer overgelaten te kiezen welk theologisch model van verzoening hij het meest aanvaardbaar vindt. Van elk model is wel een verdediger aan het woord.

Met bekwame hand heeft mevrouw Douwine Zoutman vier personen een interview afgenomen. Daarin komt de verzoening in de praktijk ter sprake.

Een document met een pluralistische visie op verzoening.

Sulpicius Serverus. Het leven van de heilige Martinus. Vertaald en ingeleid door Peter Nissen en Els Rose. In de sehe Christelijke brennen. Uitg.Kok, Kampen 1997. 72 blz. f 19,90.

Het boekje belicht het leven van de heilige Martinus, zoals het is beschreven door Severus.

Er worden toelichtingen gegeven door de bewerkers/vertalers. Een heel mooi boekje voor wie van Martinus meer wil weten.

Thomas van Aquino. Over het koningschap. Ingeleid, vertaald en geannoteerd door M.A.J.M. Beijnen. Uitg. Agora editie Kok, Kampen 1997. 160 blz. f 29,90.

Een tractaat van Thomas over het koningschap. Een politiek tractaat van theologische opzet. Het koningschap niet enkel voor deze aarde, maar gericht op God en Zijn Rijk.

Een prachtig stuk praktisch Christenleven, gezet in het kader van Thomas’ tijd. Voor politicologen en alien die op dat gebied principiële voorlichting zoeken, een ‘must’.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's