Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De overheid als Gods dienares

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De overheid als Gods dienares

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de afgelopen week is de vraag naar voren gekomen hoe de overheid „als Gods dienares" heeft te handelen en welke verantwoordelijkheid ze heeft tegenover de burgers van een land. De apostel Paulus noemt haar zo in de brief aan de Romeinen: „Want ze is Gods dienares, u ten goede..."

In de Tweede Kamer is een voorstel behandeld om aan de gemeenteraden de bevoegdheid te ontnemen bepaalde maatregelen te nemen tot bevordering van de zondagsrust, dat grote goed dat de Heere ons gegeven heeft en dat we zeker niet lichtzinnig in de waagschaal mogen stellen. Tot nu toe konden de gemeenteraden immers bepalingen maken om op zondag zwembaden en sportvelden, die van de gemeenten zijn of door haar gesubsidieerd worden, gesloten te houden. Van linkse zijde is nu een wetsvoorstel ingediend om dit in de toekomst onmogelijk te maken. Dit voorstel is ook door een meerderheid van de Tweede Kamer aanvaard. Men wil blijkbaar niet meer weten van het „onderhouden van Gods geboden" en men is fel gekant tegen hen die menen dat ze eenmaal verantwoording moeten afleggen van hun (regerings)daden en die daarom ook menen dat ze de zondagsrust moeten bevorderen overeenkomstig het vierde gebod van Gods heilige wet.

Deze dingen hebben er ons toe gebracht om* te luisteren naar hetgeen de Heilige Schrift ons zegt over de christenen in hun verhouding tot de overheid die over hen regeert. Het is dan wel duidelijk dat de Heere weliswaar leert dat de overheid gehoorzaamd moet worden, maar dat hier toch grenzen aan zijn, daar men uiteindelijk geroepen is om God meer te gehoorzamen dan de mensen. Er komt een ogenblik en een punt waarop we moeten zeggen: Hier komt u als overheid op een terrein, het terrein van het geweten, waar u geen gezag meer hebt. Hier kan ik alleen naar Gods stem luisteren en hier kan ik alleen Hem gehoorzamen.

Aan de andere kant wordt ons in het Nieuwe Testament van de overheid geleerd, dat ze van God is omdat Hij de overheid heeft ingesteld, dat het de taak van de overheid is om als Gods dienares de goeden te beschermen en de kwaden te straffen, dat ze daarom ook als Gods dienares gehoorzaamd moet worden, dat haar schatting moet betaald worden en dat voor haar gebeden zal worden. En het is bovendien wel duidelijk dat volgens de Heilige Schrift de overheid van de wijze waarop ze haar taak vervult aan God rekenschap schuldig is. En wanneer we met een christelijke overheid te maken hebben, zal dit nog in meerdere mate het geval zijn omdat deze zich gebonden zal voelen aan Gods Woord. Aan de andere kant heeft de overheid natuurlijk een eigen terrein en op dat terrein zal ze moeten blijven. Ze mag niet over de gewetens van de mensen heersen, ze mag ook niet over de kerk heersen. De kerk heeft immers voor haar eigen werk een andere Koning. Die door Zijn Woord en Geest regeert. Nu is het een algemene regel geweest dat de overheid een taak heeft ten aanzien van de zes geboden van de tweede tafel van de wet Gods. Maar wanneer de overheid het huwelijksrecht te regelen heeft, de diefstal te weren heeft, de doodstraf straffen moet, de eed mag opleggen aan haar burgers en tot op zekere hoogte zelfs waakt voor de eer en de goede naam van haar onderdanen, is het dan ook niet de taak van de overheid om te waken voor alles wat de eer van God raakt? Is dat ook niet het beginsel geweest van onze gereformeerde vaderen, een beginsel dat ze ontleenden aan hetgeen de Heere hierover in Zijn Woord aan ons heeft bekend gemaakt? Een christelijke overheid zal dan ook sterk gevoelen de samenhang van de eerste en van de tweede tafel van de wet. Maar nog eens, op het terrein van het geweten heeft de overheid geen macht uit te oefenen. Dat heeft blijkens de Schrift de Heei; e God zelf aan haar onttrokken. Alleen de daden die eruit voortvloeien kunnen en moeten getoetst worden aan de wetten van het land. We zien dan ook duidelijk dat Christus voor Pilatus openlijk stelt dat Hij niets gedaan heeft waarmee Hij het staatsbelang heeft geschaad en ook Paulus verklaart voor zijn rechters dat hij geen oproer verwekt heeft waarvan de Joden hem beschuldigden, en dat hij zich daarom ook op de keizer beriep.

Het terrein van het geweten, dat immers niet behoort tot het koninkrijk van deze wereld, kan niet door het wereldlijk recht worden geoordeeld. Een christelijke overheid, dat is een regering die door christenen gevormd wordt en die ook belijden als christenen te willen regeren, heeft de roeping om rekening te houden met de eis van Gods Woord en zij dient zeker te weten dat ze

verantwoording schuldig is aan de Heere ten aanzien van al haar daden. Maar zij mag niet ingrijpen in het „geweten" van haar burgers.

Maar dat is heel wat anders dan nu aan christelijke overheden verweten wordt dat ze opkomt voor de zondagsrust en dat ze deze zegen ook voor het volk wil behouden. Wanneer een gemeenteraad door verschillende bepalingen de zondagsrust wil bevorderen, door het gesloten houden van zwembaden en sportvelden, wordt niemand belaagd in zijn gewetensvrijheid.

Overigens mag de kerk van de overheid verwachten, dat haar niets in de weg gelegd wordt ten aanzien van haar openbare eredienst. De kerk die de Heere wil dienen overeenkomstig de beginselen van Gods Woord heeft recht op de bescherming van de overheid, dat haar kerkdiensten ongestoord en ongehinderd gehouden kunnen worden. Daarvoor hebben onze vaderen ook gestreden om in vrijheid de Heere te mogen dienen overeenkomstig Zijn Woord. En ook hierin is de overheid Gods dienares om daarvoor te zorgen. Dat mag in onze tijd nog wel eens nadrukkelijk gezegd worden. Want door allerlei sportmanifestaties en door allerlei sportverdwazing ook wordt de kerk gehinderd menigmaal in haar openbare godsdienstoefeningen. Daartegen is verleden jaar in ons land nog protest gerezen toen een wielerwedstrijd de vrijheid van godsdienst in gevaar bracht en kerken belemmerd werden in haar samenkomsten.

Het zijn maar enkele opmerkingen die we hierboven hebben gemaakt, maar we menen toch dat het goed is om dit aan de orde te stellen, opdat we erover na gaan denken. Straks zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen en vooral de raadsleden hebben hier immers ook te vragen hoe ze in verantwoording aan God hebben te behandelen. En de kiezers hebben ook hun verantwoordelijkheid, want zij brengen hun stem uit ook als voor Gods aangezicht. En zij hebben die mannen te kiezen die zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn, ook tegenover de allerhoogste Koning.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1974

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De overheid als Gods dienares

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1974

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's