Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DORDTSE LEERREGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DORDTSE LEERREGELS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat Comrie er van zegt.

In aansluiting op hetgeen wij in de vorige nummers van ons blad uit de Dordtse leerregels hebben weergegeven, volgt hieronder wat Cormie daarvan zegt.

Zie daarvan A. Comrie Catechismus Zondag 7, uitgave Malga 1856, blz. 450, 451. b.b. Ten tweede, nu zult gij zeggen, hoe moeten wij die woorden des Catechismus dan verstaan, waarin het voorwerp des geloofs, in deszelfs nadere betrekking tot ons, zo voorgesteld wordt, dat niet alleen aan anderen, maar ook aan my geschonken zy; en hoe kan dit met de leer der bijzondere genade overeengebracht worden?

Mijne geliefden! hetgeen wij overdacht hebben, willen wij u gaarne meedelen, zo gij iets beter hebt voegt het erbij, het zal mij aangenaam zijn.

11. Vooreerst, wij verstaan het schenken, aanbieden of geven met deze bepaling, dat de dingen, die dus aangeboden zijn, ons waarlijk van God geschonken en gegeven zijn in de beloften des Evangelies en menen dat deze drie woorden, schoon verscheiden in klank, een en hetzelfde betekenen. In dit opzicht wordt de gehele zaligheid, die God schenkt aan ons arme zondaars, die niets dan hel en verdoemenissen waardig zijn en die niets hebben of doen kunnen om die zaligheid te verkrijgen, een gave genaamd, die God ons in het evangelie voorstelt, aanbiedt, schenkt uit vrije genade.

22. Ten tweede, gelijk de roeping overal, waar het evangelie gepredikt wordt, tweezins onderscheiden wordt, of in een algemeen of bijzondere en krachtdadige, zo moet ook het schenken, geven of aanbieden van de vergeving der zonden, de eeuwige gerechtigheid en zaligheid tweezins aangemerkt worden; of meer in het gemeen, of meer in het by zonder.

33. Ten derde, de gemene aanbieding (even gelijk de gemene roeping) of het schenken van Christus wordt allen daar het evangelie verkondigd wordt, gedaan, opdat zij zich daarvan bedienen zouden, en de gave Gods aannemen en het zegel zetten op Gods getuigenis dat Hij waarachtig is. Schoon nu dit een recht geeft om de weldaad, die God aanbiedt, schenkt voor zich in het bijzonder te omhelzen, en het oordeel verzwaart als wij het niet doen, nochtans zijn wij zo zorgeloos, goddeloos, blind en ongevoelig, dat wij dit verwaarlozen, en niet de minste acht daarop geven, noch geven kunnen; vermits wij ? o geheel dood in de zonden zijn dat wij geen besef hebben, noch van onze rampzaligheid, waarin wij gedompeld zijn, noch van de zaligheid, die ons om niet geschonken of aangeboden wordt.

44. Ondertussen ten vierde, de Heilige Geest als het Hem behaagt werkt alzo, dat Hij dat aanbod hetwelk in het gemeen gedaan wordt, door de zelfs onmiddellijke, krachtdadige en onwederstandelijke werking zo doet indringen in onze harten, met Goddelijke overtuiging, dat wij overtuigd worden, dat datgeen wat God in het gemeen aanbiedt aan anderen, dat Hij dat alles om niet ons voor onszelven in het bijzonder aanbiedt en schenkt.

Dit is in het kort, dat de grote Calvijn Inst. Lib. 3 cap. 2 Sec. 6 en 7 ons leert.

En dus kunt gij zien, dat de onmiddellijke indringing van het onwederstandelijke licht en de kracht des Heiligen Geestes in onze harten is, waardoor datgeen, dat in het gemeen lag, bijzonder voor ons gemaakt wordt, en dat niets in ons, ons aanmoedigt de belofte ons in het bijzonder toe te passen, maar dat al ons recht en vrijmoedigheid gegrond is buiten ons, op het aanbod, hetwelk de Heilige Geest, als Gods stem, in het bijzonder tot ons in onze ziel zo spreekt, niet door onmiddellijke openbaring, maar door Zijne onmiddellijke stem of kracht bij en in het evangelie, waardoor Hij dat woord zo doet indringen, dat wij begrijpen en overtuigd worden dat God ons al die weldaden schenkt; en naarmate dat de Heilige Geest dus in en door het evangelie spreekt, naarmate van dien is het, dat deze zaak klaar of minder klaar voor ons gemoed is.

Wij kunnen niet klaarder, wat wij hier over gevoelen meedelen; hebt gij iets klaarder, ons zal dienst geschieden, ons het mee te delen, terwijl wij altoos zoeken de waarheid op te volgen, wie het ons ook toont.

Comrie Catechismus (1853 uitgave Malga) blz. 44 zegt:

Laten de leraars en ook de hoorders hieruit weten, wat ze voornamelijk bedoelen moeten in hunne behandelingen van zielen; het is niet het voornaamste einde om verschrikkingen in de consciëntiën te veroorzaken; de aarde in een hel te veranderen, en dan de mensen te laten liggen. Neen, slaan wij, het moet met een oogmerk zijn om te genezen, en wij moeten als dienaren van Christus, allerovervloedigst zijn om de troostleer voor te houden.

Ik heb in het beloop van mijn leven, en ook van mijn bediening ondervonden, dat het prediken van de vrije genade, van de heerlijkheid van de persoon des Middelaars, van het aanbod van zaligheid, van de gewilligheid van Christus om te zaligen en van de

voorrechten van dezulken die in Hem zgn het meest teweeg brengt, om de harten onder lieflijke aandoening te brengen enz. enz.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1949

Daniel | 8 Pagina's

DORDTSE LEERREGELS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1949

Daniel | 8 Pagina's