Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

III Lijdensoverdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

III Lijdensoverdenking.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Toen verscheurde de Hogepriester zijne kle deren, zeggende: Hij heeft God gelasterd, w hebben wij nog getuigen van node? Ziet, n hebt gij Zijne godslastering gehoord. Wat dunkt ulieden? En zij antwoordende zeiden Hij is des doods schuldig. Matth. 26 : 65 e 66."

De Hogepriester moest onderzoeken of het paaslam zonder gebrek was. Zo werd hier het ware Paaslam onderzocht. Dat zonder gebrek was, hoewel Hij vals beschuldigd werd. De hogepriester moest de zonden des volks op het Lam leggen en zo werd hier de zonden der uitverkorenen op Hem gelegd, dewijl Hij daar stond in de plaats Zijns volks. Want zij zijn allen, gelijk alle mensen, in Adam, door het eten van de verboden vrucht godslasteraars geworden, wat straks in de hel zuiver zal geopenbaard worden. Daar zal geen algemene, inhoudende genade meer zijn zoals hier op aarde. O, vreselijke breuk die door eigen schuld geslagen is, moed- en vrijwillig, en van een Godlover een Godslasteraar geworden. Daartoe stond Jezus hier, om door zulk een weg die breuk voor Zijn volk weer te helen, om alle rechtvaardige beschuldigingen voor eeuwig weg te nemen. Door elke zonde hoe klein ook in 's mensen oog wordt God gelasterd en vreselijk onteerd en verdient die zonde de eeuwige dood, daar het een zonde is tegen een oneindig God. Elke ziel die zaligmakend ontdekt wordt aan haar verloren staat, krijgt met beschuldigers te doen en wordt in waarheid beschuldigd, en getuigen die tegen haar getuigen wat eerlijke getuigen zijn. Als Gods uitverkoren volk zaligmakend ontdekt wordt gaat Gods heilige wet tegen heip getuigen en hem beschuldigen dat zij die overtreden hebben van de buik en baarmoeder af aan. Zij zien zich in de spiegel van die heilige wet dat zij al die geboden overtreden hebben, en alzo zwaarlijk tegen een goeddoend God gezondigd. Maar Die is voor hen in de beleving hunner ziel zo heilig en rechtvaardig dat Hij hen voor eeuwig moet verstoten en als een godslasteraar straffen in eeuwige rampzaligheid. Wat beschuldigt God Zelf hen overtuigende door Zijn Geest dat zij zo gezondigd hebben zodat zij zuchtende en schreeuwende uitroepen: "Wee mij dat ik zo gezondigd heb." Of met de verloren zoon: "Ik heb gezondigd tegen den hemel en voor U, ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden", want zij zijn tot zichzelf, tot inkeer gekomen.

Het geweten getuigt tegen hen, beschuldigende hen dat zij zo grotelijks gezondigd hebben en is als een knagende worm in hun binnenste zodat t zij uitroepen in bitterheid hunner ziel: "had ik, had ik!" Want onder dat alles dragen zij een grote smart om in hun binnenste, vol treurigheid zijnde, treurig, verslagen en neergebogen over de aarde gaande. O die smart bij aan- en voortgang dat zij dat Wezen zo getergd hebben en tergen en buiten Zijn gemeenschap leven. Toch een zoete smart die zij met al hun ellende en vloekwaardigheid voor heel de wereld niet ruilen willen. Enkel met een knagend en beschuldigend geweten voelt men ook schuld, is men ook neergebogen omdat men bang is voor de straf. Zie maar bij Farao die ook zeide: "Ik heb gezondigd, de Heere is rechtvaardig", doch zonder oprechte droefheid en smart. Het was enkel belijdenis en geen belijdenis en onvoorwaardelijke buiging des harten. O de hemel en de aarde, ja alles wat in de hemel en op aarde is getuigt tegen hen, hen rechtvaardig beschuldigende en ze zullen het dan ook eerlijk belijden met een onvoorwaardelijk overgebogen hart de eeuwige vervloeking op de bodem der hel verdiend te hebben. O zalig plaatsje, waardig om als een godslasteraar rechtvaardig eeuwig gestraft te worden, en onder dat alles de Heere achterna schreeuwend, zuchtend met een zwijgende mond om genadig pardon. En omdat zij nu zo gezondigd hebben en door ontdekkend licht er achter gebracht worden, zo'n vreselijke breuk geslagen te hebben, zeggen zij wel eens: was ik maar nooit geboren. Niet om de straf te ontgaan zoals dat ook wel eens gezegd wordt onder zware algemene overtuiging, maar wegens hun gruwelijke zonden en omdat ze zich als een beest voor de hemelse Rechter leren kennen. Dan leert zulk een zwijgen voor Die rechtvaardige en heilige Majesteit. En nu heeft Jezus zwijgend gestaan voor de Joodse Raad om hen spreken te leren en straks Gode lofzangen te doen zingen. Daarmee zijn wij gekomen tot onze tweede hoofdgedachte:

2. Stond Hij daar zwijgend.

De hogepriester riep hen allen tot getuigen zeggende: "Wat hebben wij nog getuigen van node? ziet, nu hebt gij Zijne godslastering gehoord". En dat door hem die voor zijn hoofd draagt de gouden plaat waarin gegraveerd staat "De heiligheid des Heeren", staande met een hart vol duivelse vijandschap tegen den Heere en Zijn Gezalfde. Hij lijkt een grote ijveraar te zijn voor de eer van de levende God, doch het is niets anders dan eigen eer en eigenliefde. Zo zoekt hij niets anders dan de ware Hogepriester te doden en om te brengen. De Middelaar heeft dit al verkondigd in de gelijkenis van de onttrouwe landlieden in de wijngaard. Dit waren boze landlieden, want zij zeiden toen zij de Zoon van hun heer zagen komen; deze is de Zoon laat ons Hem doden en de wijngaard zal van ons zijn. Wat hebben zij zich innerlijk verblijd nu iets grondigs te hebben dat zij Hem ter dood konden brengen om Zijn stem nooit meer te horen. Dat Hij hen nooit meer zou tegenspreken, bestraffen en waarschuwen. Hun godsdienstige ingebeelde gronden voor de eeuwigheid niet meer zou ontnemen en het eeuwige wee niet meer over hen zou uitspreken. Wat een blindheid komt hier openbaar van heel de Joodse Raad waar zij het bevestigen dat Jezus als een godslasteraar moet sterven. Zo helpen zij er hier in mede dat de profetie uit Ps. 118 vervuld wordt alwaar staat geschreven: "De Steen die de bouwlieden verworpen hebben, is tot een hoofd des hoeks geworden". O, grote blindheid, want in hun blindheid en bittere vijandschap verwerpen zij Hem, Die van de Vader gezonden was tot een Licht der wereld. Ja Dien Die op aarde Goddelijke antwoorden gaf. En hoe zullen zij dan ontvlieden de toekomende toorn? En zij kunnen nooit zeggen dat zij het in onwetendheid gedaan hebben gelijk Paulus later getuigde. Neen, willens en wetens. En daarom hebben zij geen voorwendsel voor hun gruweldaad; maar zullen te zwaarder oordeel ontvangen. En die Jezus verwerpt, verwerpt daarmede Dengene Die Hem gezonden heeft; die verwerpt ook de zaligheid want Hij is de volkomen Zaligmaker. Die Hem verwerpt, verwerpt de vrede Gods die alle verstand te boven gaat, want buiten Hem is er geen geestelijke en eeuwige vrede zoals Paulus schrijft aan de Efeziƫrs, want: "Hij is onze vrede". En wat doet Jezus, die dierbare Borg des verbonds ? Spreekt Hij tegen. Hij Die altijd de eer Zijns Vaders bedoeld heeft en gezocht? Hij heeft toch Zelf met Zijn heilige mond getuigt: "Ik zoek niet Mijne eer maar de eer Desgenen Die Mij gezonden heeft". Dat was toch Zijn spijze en Zijn hoogste vermaak om des Vaders eer te verhogen en Zijn wil te volbrengen. Wordt vervolgd. volbrengen.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's

III Lijdensoverdenking.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's