Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vleeswording van Gods Zoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vleeswording van Gods Zoon

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is dat gezegd: Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria?

Dat de eeuwige Zone Gods, die waarachtig en eeuwig God is en blijft, de ware menselijke natuur uit het vlees en bloed der maagd Maria, door de werking des Heiligen Geestes, aangenomen heeft, opdat Hij ook het ware zaad Davids zy. Zijn broederen in alles gelijk, uitgenomen de zonde.

Wat nuttigheid verkrijgt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?

Dat Hij onze Middelaar is, en met Zijn onschuld en volkomen heiligheid, mijn zonden, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt. Zondag 14.

Het wonder van de vleeswording

Het is geen verkeerde zaak om na de grote Christelijke feesten Pasen, Hemelvaart en Pinksteren stil te staan bij de vleeswording van de Zoon van God. Die vleeswording heeft alles met Pasen te maken, als Hij opstaat uit de doden naar Zijn vlees. Zij heeft alles met Hemelvaart te maken als Hij ons vlees en bloed medeneemt naar de hemel. Zij heeft ook alles met Pinksteren te maken, als Hij tegenover het pand van ons vlees, het tegenpand van Zijn Geest ons zendt, opdat die Geest ruste op ons vlees. Het is toch ten allen tijde goed te weten wie en wat voor Persoon onze Zaligmaker is. Hoorden wij in Zondag 13 van Zijn Goddelijke natuur, nemen wij dan nu met evenveel liefde kennis van Zijn menselijke natuur!

Die menselijke natuur wordt uitgedrukt in de twee artikelen, namelijk:1. Ontvangen van de Heilige Geest. 2. En geboren uit de maagd Maria.

Wij staan wederom voor een wonder, namelijk dat van Zijn ontvangenis uit de Geest en wij staan dan wederom voor een wonder, namelijk dat van Zijn geboorte uit een maagd. Wie aan de wonderen niet aan wil, moet zich met de Heilige Godgeleerdheid en het Christelijk geloof niet ophouden, want die bestaan uit niets dan wonderen. God is een wonderdoend God. Hij doet niets dan wonderen. Hij Zelf en al Zijn daden gaan ons denken en zinnen verre te boven. Is de eeuwige generatie van de Zoon Gods een ondoorgrondelijk wonder, evenzo wordt er op de aarde geen werk Gods zo wonderlijk en groot verricht als de vleeswording van de Zoon Gods. Die gaat heel de schepping verre te boven. De heilige ontvangenis van Christus is het eerste wonder. De bovennatuurlijke geboorte uit een maagd, de geboorte van God uit een mens is het tweede wonder. Het eerste wonder is zo groot als het tweede, het tweede is zo groot als het eerste.

« Een maagd is zwanger geworden. Een maagd heeft een Zoon gebaard. En deze Zoon was en is God en mens. God is geopenbaard in het vlees: it is de grote verborgenheid van onze Christelijke religie. De engelen zijn begerig geweest om in deze verborgenheid in te zien en dat is hun niet vergund (1 Petrus 1:12).

De Persoon die mens geworden is, is de eeuwige Zoon Gods. Van Hem zegt 1 Timotheüs 3 : 16: ód is geopenbaard in het vlees. Het is dus niet de Vader, Die de menselijke natuur heeft aangenomen. Het is ook niet de Heilige Geest, Die de menselijke natuur heeft aangenomen. Die is later wel uitgestort óp alle vlees, maar Die heeft niet ons vlees en bloed aangenomen, Die is niet mens geworden als wij. Maar de eeuwige Zoon Gods. Dit was betamelijk, omdat de Vader, als Hij de wereld zou willen verlossen en zalig maken, dit doen moest door de Zoon, omdat Hij door dezelve Zijn Zoon ook de wereld naar Hebreën 2 : 10 geschapen had. Dezelfde toch die geschapen heeft was in staat ook wederom te herscheppen en te redden. Bovendien wilde God Zijn beeld, dat Hij de mens ingeschapen had en dat door de zonde te niet gegaan was, herstellen in de mens, dan kon Hij dat niet beter doen dan door degene, Die naar Colossenzen 1 : 15 en Hebreën 1 : 3 het beeld van de onzienlijke God is.Ten derde: ilde de Middelaar ons zalig maken en het recht van het kindschap Gods ons toebrengen, dan moest Hij Zelf het kindschap dragen wilde Hij dat anderen kunnen mededelen. Ten vierde heeft de Vader Zijn liefde tot de mensen niet heerlijker kunnen betonen dan dat Hij ons Zijn eigen en welgeliefde Zoon tot een Zaligmaker verordineerd heeft en ook geschonken heeft, opdat Die eenmaal mens geworden zijnde Hem voor ons in de ods dood overgegeven Zoon heeft, zoals wij dat lezen in Romeinen 8 : 32.

Nu wordt in de Heilige Schrift op zeer vele plaatsen overvloedig geleerd, dat deze mensgeworden Zoon Gods waarachtig en eeuwig God is. Hij zegt zelf: „Eer Abraham was ben Ik." Maar ook de Vader heeft dat bij Zijn geboorte in het vlees door engelenmond laten getuigen en Hij heeft met Zijn eigen mond uit de hemel betuigd bij Jezus' Doop aan het begin van Zijn optreden en op de berg der verheerlijking aan het begin van Zijn lijden: „Deze is Mijn geliefde Zoon, in dewelke Ik al Mijn welbehagen heb." Nu had de HEERE wel eens van mensen gezegd behagen in hen te hebben, ook welbehagen, als in David, maar van een mens heeft Hij nooit gezegd: al Zijn welbehagen te hebben in hem. De Godheid van Christus is de ergernis der Joden geweest, de dwaasheid der Grieken, de aanstoot van alle eeuwen, maar het is ons dierbaar geloofspunt.

Waarachtig en eeuwig God was Hij en bleef Hij. Gelijk Hij vele malen betoogd en betoond heeft. Zagen de heidenen in Paulus en Barnabas tot hen afgedaalde goden - zij vergisten zich - wij zien in Hem God tot ons afgedaald - en wij vergissen ons niet.

De waarheid van de vleeswording

Christus heeft de ware menselijke natuur aangenomen en is Zijn broederen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Was in Zondag 6 geleerd, dat een Middelaar moest zijn waarachtig en rechtvaardig mens, hier in Zondag 14 wordt nu geleerd, dat de Zoon Gods geworden is waarachtig mens en ook rechtvaardig mens.

Waarachtig mens. Hij heeft niet aangenomen de gedaante als van een mens, een schijnsel als van een mens, zoals in het Oude Testament de engelen deden voor een ogenblik, om waarneembaar te zijn voor de mensen, en om met hen te kunnen spreken en handelen, waarna zij die gedaante weer aflegden.

Christus nam de menselijke natuur aan in al haar delen: een menselijk lichaam, ons vlees en bloed, was gebeente van ons ge-

beente. Hij nam de menselijke ziel aan. wilde een menselijk verstand aannemen, waardoor Hij kon toenemen in kennis en in wijsheid. Hij heeft willen leren, heeft gehoorzaamheid willen leren uit hetgeen Hij geleden heeft. Hij heeft een menselijke wil willen aannemen, waardoor ook Hij geworsteld en steeds weer gebeden heeft om eenswillend te mogen zijn met de Vader. Hij heeft Zijn wil geoefend om de wil des Vaders te mogen volbrengen, echt en waarüjk mens. Hij heeft menselijke affecten, genegenheden gehad, had voorkeur voor bepaalde discipelen, hield er vrienden op na, gaf aan een onoprechte Herodes geen woord. Daarom is het een dwaling geweest van Apollinaris, die meende dat Zijn Goddelijke natuur geweest is in de plaats van de menselijke ziel. En ook wij moeten hierbij oppassen, dat wij niet de Goddelijke natuur de plaats in laten nemen van Zijn menselijke ziel!

De Heere heeft ook de zwakheden van de menselijke natuur aanvaard, als daar zijn: vermoeidheden, honger, dorst, verdriet, toorn, ergernis, droefheid, pijn. Hij heeft ook naar de ziel al het menselijke gekend, is leergierig geweest, moest in kennis toenemen, heeft Zijn beroep moeten leren en uitoefenen. Hij heeft familierelaties gekend, band aan die Hem liefhadden, een niet geloofd worden door Zijn broeders, een later wel gekend worden en erkend worden door Zijn broeders. Eén hunner is zelfs Zijn discipel geworden. Nooit is één woord over Zijn broeders naar het vlees over Zijn lippen gekomen. Familierelatie heeft Hij gekend, als Hij sprak over Zijn band met David, met Abraham, met Adam, met Zijn discipelen, die Hij broeders noemt en ook vrienden noemt.

De Heere nu is ook een rechtvaardig mens geweest: is zonder zonden. Hij heeft niet gehad de verdorvenheid der menselijke natuur. Zijn Goddelijke natuur is niet veranderd in een menselijke natuur. Hij heeft die natuur aangenomen en wel in enigheid van Zijn Persoon. Hij werd niet twee Personen, maar in één Persoon had Hij de beide naturen, onvermengd en onveranderd — onverdeeld en ongescheiden. De Heilige Geest heeft de Goddelijke natuur verenigd met de menselijke natuur, die Hij Hem schiep. De Heilige Geest heeft deze natuur geheiligd van alle besmetting der zonde. De Heilige Geest heeft die vereniging der naturen bewerkstelligd terstond bij de ontvangenis, zodat Zijn menselijke natuur nooit zonder de Goddelijke natuur geweest is. Nog eens dus: onveranderd - onvermengd. Onverdeeld - ongescheiden.

Hij is geboren uit de maagd Maria, een rein en ongeschonden meisje, niettemin een gewoon meisje, in zonden ontvangen en geboren als elk ander. Uit de stam van Juda, uit het zaad Davids. Die geen man bekend heeft als zij dit heilig zaad ontvangen had. Uit haar is Hij geboren, zoals elk geboren wordt. Ziet dan daar: onze Heere Jezus Christus — waarachtig God — wat Hij was, wat Hij bleef. Tevens waarachtig mens, waarachtig en rechtvaardig mens. Uit den zade Davids, God uit God, licht uit licht en tevens mens uit de mensen. Waarlijk onze Middelaar. De Middelaar Gods en der mensen. Ons in alles gelijk — uitgenomen de zonde.

Uit Sion zal de HEER' Uw schepter zenden. De schepter van Uw Oppermogendheid, En zeggen: Heerst tot 's werelds uiterst' enden. Zo ver de macht Uws vijands zich verspreidt.

U heeft de HEER', Wien 't nooit berouwt. gezworen: , , 'k Heb U, Mijn volk tot heil. Mijn naam ten prijz* In Mijne raad het priesterambt beschoren. Dat eeuwig duurt naar Melchizedeks wijz\"

Het nut van de vleeswording van Christus

De eenvoudige kennis en toestemming van de waarheid van dit artikel is tegenwoordig al een heel ding. Gelukkig wie van dit groot heilgeheim mag weten, gelukkig ook wie dit volstandig mag beamen. Alleen kennis en toestemmen is niet genoeg. Daar moet naar de uitnemende formule van het geloof bij komen, bij inbegrepen zijn, een hartelijk vertrouwen, dat de Heere Christus ook onze Middelaar is. Willen wij het nut van dit artikel in ons dragen, dan moeten wij daarvan zekerheid bekomen, dat Hij onze Middelaar is. Daar moeten wij een gevoelen van hebben, dat Hij waarachtig mens geworden is, gelijk wij, uitgenomen de zonde. Dat houdt dan in dat wij zondaars zijn, niet gelijk Hij: Als wij nuttigheid bekomen zullen uit Zijn wonderbare geboorte uit de Heilige Geest, dan zullen wij door diezelfde Geest moeten weten, dat wij wél in zonden ontvangen en geboren zijn. Krijgen wij daartegenover zicht op Zijn reine, wonderbare, borgtochtelijke geboorte, zo zullen wij tot onze troost mogen ontwaren dat - Zijn geboorte de onze bedekt, zodat de Heere onze zonde, waarin wij ontvangen en geboren zijn, waarmede wij al ons leven op de hele linie van de geboden Gods te worstelen hebben, om Christus' wille niet toerekent. Onze zonden en schulden worden door Zijn lijden en sterven bedekt en vergeven. Onze zondige aard wordt dan door Zijn borgtochtelijke ontvangenis en geboorte verzoend en gezuiverd. Zodat Zijn onschuld en volkomen heiligheid ons ten nutte en ten goede komen. Voor Gods aangezicht bedekt: God zal al Zijn gelovigen aanzien in Christus, alsof zij zo rein en heilig ontvangen waren en alsof zij zo heilig en rein als Hij geboren waren. God ziet geen zonde in Jacob en geen overtreding in Israël.

Laat dan voor ons buiten alle twijfel de verborgenheid der Godzaligheid — God geopenbaard in het vlees — groot zijn. Als engelen de boodschappers waren aan Maria, aan Jozef, aan de herders, als de Heilige Geest Zelf de bewerker van dit grote heilsstuk was, laat ons met een onwrikbaar geloof dit groot belang onzer zaligheid aanhangen. Laat ons met de oude kerk van Chalcedon het viertal vast in ons geheugen prenten: onveranderd - ongemengd, ongedeeld en ongescheiden. Verheugt u met onuitsprekelijke vreugde over Zijn geboorte naar het gebod van de engel. Nam Hij onze natuur aan, zoekt door wederbarende genade Zijn Goddelijke natuur deelachtig te worden. De nieuwe mens aandoen van dag tot dag. Vernederde Hij Zich om onze natuur aan te nemen, het stemme ons nederig en ootmoedig.

Acht Hem groot, waar Hij van zo hoge afkomst is. Geeft Hem al de eer, niet Maria een deel van de Zijne. Geeft Maria haar achting en prijst haar gelukzalig. Troost u in uw zondige aard met Zijn heilige aard en met Zijn borgtochtelijke geboorte. En laat het Zijn eer zijn, dat gij strijdt tegen de onreinheid van uw bestaan. Jaagt naar heiligmaking, in de vreze Gods.

S.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1975

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De vleeswording van Gods Zoon

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1975

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's