Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CATECHISMUS, LEERBOEK VAN DE ORDE DES HEILS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CATECHISMUS, LEERBOEK VAN DE ORDE DES HEILS

ZONDAG 12

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Zone Gods is door de Vader verordineerd en gezalfd mèt de Heilige Geest, tot onze hoogste Profeet en Leraar, enige Hogepriester en eeuwige Koning.

De Vader zeide: „Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugde-olie boven Uw medegenoten.”

En dat heeft de Zone Gods bewezen in Zijn antwoord op het Goddelijk vragen: „Want wie is hij, die met zijn hart borg worde, om tot Mij te genaken? spreekt de Heere.”

De Zone Gods heeft uit souvereine liefde de Goddelijke borgtocht voor Zijn rekening genomen en wel met dit woord: „Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen, en Uw wet is in het binnenste Mijns ingewands.”

De Zone Gods heeft als borg Zijn liefde tot gerechtigheid bewezen, door de vloek der wet te dragen, in Zijn lijdelijke gehoorzaamheid en het recht der wet te vervullen in Zijn dadelijke gehoorzaamheid. Zodat de wet tot eer van Gods gerechtigheid haar verheerlijking heeft in het zaligen van zondaren. Waarin de goedertierenheid de Waarheid ontmoet, en de gerechtigheid de vrede kust. „En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Zion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jacob.”

Christus is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. Ja, Hij heeft de goddeloosheid der ongerechtigheid genageld aan het kruis, opdat wij in het geloof daarvan bevrijd zouden worden in de weg van de waarachtige bekering.

Is het ons recht duidelijk, dat in Christus de oorzaak en het doel van Zijn zalving leeft, opdat Hij ons echt dierbaar en onmisbaar zou worden tot zaligheid, dan bindt dat ons hart aan de troon der genade. De Vader heeft Hem tot onze hoogste Profeet en Leraar verordineerd en met de Heilige Geest gezalfd, om aan Zijn voeten neder te zitten, opdat wij door Hem wijs gemaakt zouden worden tot zaligheid. En dat raakt onze verlossing uit de heerschappij van zonde, satan en ongeloof. Of heeft ons hart nog geen klaarheid in die volheerlijke openbaring van Gods verborgen raad en wil door Jezus Christus? Want dan zijn de gordijnen der eeuwigheid nog voor ons gesloten, wat ons doet tasten in de duisternis der onwetendheid. Zodat het geestelijk kennen van de Heere in ons hart en leven nog ontbreekt. Wat de dwaze maagden verhinderde in te gaan, om met de Bruidegom het bruiloftsfeest te vieren.

En om dat beloofde heil deelachtig te worden, hebben we ons historisch geloof productief te maken, door de Schrift biddende te onderzoeken, tot verkrijging van het eeuwige leven. Door Gods raad, langs de weg der gehoorzaamheid op te klimmen in de eeuwige heerlijkheid, moedwillig te verwerpen, is elk mens van nature in de slavernij der ongerechtigheid. En daar de Zone Gods het volheerlijke verlossingsplan voor Zijn rekening heeft genomen, door de wet des Vaders te doen in het verheerlijken van de wet is in Hem het keerpunt van ons innerlijk leven. Wat niet gemist kan worden, daar dat is in de dierbaarheid van Zijn raad en Zijn wil. Waarmede de Heere in Christus ontfermend tot ons komt, om naar Hem te luisteren. „Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren.” „Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van de Heere.”

En hoe wonderlijk toch is het de Heere te vinden, want dan vloeit de kostelijke zalf van de Gezalfde des Vaders in ons hart, die heerlijke vreugde-olie, wat het hart met blijdschap doet komen tot de onberouwelijke keus de Heere te vrezen. En in dat verband heeft Paulus gezegd, dat het Gode behaagd heeft Zijn Zoon in hem te openbaren. Het moet voor ons hart en leven een Goddelijke openbaring worden en blijven. Om door die dierbare zalving steeds dieper geleid te worden in Gods volheerlijke heilsopenbaring. Want dat geeft het hart vermaak in het doen vnn de wil des Heeren. Om zo met een kinderlijke gehoorzaamheid te leren leven uit Zijn bevelend willen.

De Vader wil dat wij door het zalven van Zijn Zoon steeds inniger aan Hem verbonden worden. Het is het gebod des Vaders in Hem te geloven, om met Hem te leven door Zijn zalving, uit Zijn ambtelijke bediening. Want Hij is ook gezalfd tot onze enige Hogepriester, Die ons met de enige offerande Zijns lichaams verlost heeft, en ons met Zijn voorbidding steeds voortreedt bij de Vader. En zo laat de Heere het hart delen in de vreugde-olie van de Vader en van de Heilige Geest. De Vader wijst en prijst Hem aan, om door Hem te komen tot de troon der genade. Wij hebben dat altijd als openbaring van de Vader te waarderen, om Zijn vaderlijke liefde daarin te proeven en te smaken. Wat voor het kinderlijke leven zo profijtelijk is, want in die vreugdeolie is een gedurige maaltijd tot versterking van het geloof.

In de enige offerande van de enige Hogepriester is onze verlossing bij de aanvang en bij de voortgang. „Die”, zegt Paulus ons, „uit zo grote dood verlost heeft en nog verlost; op Welke wij hopen, dat Hij ons ook nog verlossen zal.” Ja, telkens weer brengt de Heere ons door de beproevingen van het geloof in de banden, opdat wij Hem in de beleving van onze afhankelijkheid, steeds meer nodig zouden hebben, tot onze voorspraak bij de Vader. En dat geldt ook de verdorvenheid die ons in alles aankleeft, al is het de keus heilig voor de Heere te leven. Waarom Christus ons in Zijn voorspraak bij de Vader 'steeds meer dierbaar wordt. „En Hij is een verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor |de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.”

Gezalfd is Christus tot onze hoogste Profeet, om dwaze zondaren wijs te maken tot zaligheid. En tot onze enige Hogepriester, opdat wij door Hem aan de Vader voorgesteld zouden worden als Zijn bruid, zonder vlek of rimpel. Maar ook als onze eeuwige Koning, Die ons met Zijn Woord en Geest regeert, en ons bij de verworven verlossing beschut en behoedt.

Wij hebben het van dag tot dag nodig door de Gezalfde des Vaders gesteld te worden onder de heerschappij van Zijn Woord en Geest. Opdat wij door die zalvende kracht in ons denken, willen en gevoelen, geregeerd zouden worden om te gaan in het rechte spoor. Waartoe wij met de grootste nauwgezetheid hebben te letten op ons innerlijk leven, in het licht des Woords.

En nu komen wij door de zalving van Christus tot de bekentenis van de naahi christen. Want Christus leeft in het hart van een christen, zodat wij door deze naam gewezen worden op de innerlijke beleving des harten. Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus en alzo Zijner zalving deelachtig ben; wat ons wijst op de persoonlijke inlijving in Christus door Zijn Geest. En zo is deze zalving een hartvernieuwende zalving tot verootmoediging voor het aangezicht des Heeren, waaruit de gemeenschap der heiligen opkomt.

Daar is in de beleving van de ambtelijke bediening van Christus, orde. In de profetische bediening treedt meer de levendmaking, in de priesterlijke bediening meer do rechtvaardigmaking, terwijl het in de koninklijke bediening meer gaat om de heiligmaking. Opdat ik Zijn naam bekenne, en mijzelf tot een levend dankoffer Hem offere, en met een vrije on goede consciëntie in dit leven tegen de zonde en de duivel strijde, en hiernamaals in eeuwigheid met Hem over alle schepselen regere.

Waarin Gods beeld, dat bestaat in kennis, gerechtigheid en heiligheid, uitstraalt tot eer van de Heere en tot vreugde van het hart, door de zalving van Christus. Waarin de heiligmaking als doel van het leven een grote plaats inneemt. En terecht, want de Schrift zegt: „Jaagt de vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand' de Heere zien zal.” Een leven met de Heere, een wandelen voor Zijn aangezicht als een lichtend licht en zoutend zout. Waarin wij ons ernstig hebben te beproeven, want met de lamp van onze belijdenis kunnen wc in de duisternis niet bestaan. Waarom de oprechten de zalving van Christus voor hun hart en leven biddende zoeken. Want de Heere ziet naar waarheid in het binnenste en dat is de wortel der zaak.

Soest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1977

Bewaar het pand | 4 Pagina's

CATECHISMUS, LEERBOEK VAN DE ORDE DES HEILS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1977

Bewaar het pand | 4 Pagina's