Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Redelijke godsdienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Redelijke godsdienst

Keller verdedigt het geloof in God

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn christenen domme mensen? Denken we niet goed na als we in God geloven? Die gedachte wordt door sommige atheïsten verkondigd. Tim Keller laat zien dat dit niet waar is. Een paar opmerkingen over zijn manier van verdediging van het Bijbelse geloof. Ik gebruik daarbij zijn boek In alle redelijkheid.

Aan het begin van de vijfde eeuw werd Rome veroverd en geplunderd door de Gothen. Het West-Romeinse rijk liep op zijn laatste benen.
De schrik was groot. Het eeuwige Rome leek ten onder te gaan. Sommigen zeiden dat de christenen de schuld waren van deze ondergang. Augustinus heeft in zijn grote boek De stad Gods het christelijke geloof verdedigd: “De glorierijke stad van God (…) wil ik met dit werk (…) verdedigen tegen hen die boven haar Stichter hun eigen goden stellen: een groot en moeilijk werk, maar God is onze helper.” Verdediging van het christelijke geloof heeft oude papieren. Augustinus gaat uitgebreid met zijn tegenstanders in gesprek. Iemand als Tim Keller treedt in zijn sporen. Beiden nemen het op tegen een seculiere elite die van de Bijbel niet wil weten. Heel belangrijk.

Aanpak
Er worden over het christelijke geloof veel vragen gesteld. Het kwaad in de wereld bijvoorbeeld. Hoe kan er een goede God bestaan en tegelijk zoveel ellende zijn? Keller gaat op deze vraag in. Hij wijst erop dat zonder geloof het kwaad ook een probleem is. Atheïsten hebben ook geen makkelijke antwoorden op dit probleem: “Het is minstens zo’n groot probleem voor nietgelovingen als voor gelovigen. Het is dus een (begrijpelijke) vergissing om te denken dat het loslaten van het geloof in God het probleem van het kwaad eenvoudiger te hanteren maakt.” Daarnaast wijst hij erop dat kwaad een bedoeling kan hebben. In dit verband herinnert hij aan de geschiedenis van Jozef: “Jarenlang ging hij gebukt onder gevangenschap en ellende, maar ondertussen werd zijn karakter gelouterd en versterkt door zijn beproevingen”.
Tenslotte wijst hij erop dat God in en door Christus’ kruis een helder antwoord geeft op het leed in de wereld. “We mogen weten dat God werkelijk Immanuël, God met ons, is, zelfs in ons diepste lijden.” Op deze wijze loopt Keller een aantal moeilijke vragen langs. Er is veel van te leren.

Kernpunten
Vervolgens geeft Keller een aantal kernpunten van het christelijke geloof weer. Hij probeert redelijke argumenten aan te dragen voor het christelijke geloof. Uiteraard kan alleen Gods Geest mensen inwinnen voor het Evangelie. Maar dat betekent niet dat de boodschap van Gods genade in strijd is met de rede. Oude theologen als Hellenbroek schreven al dat bepaalde dingen in de Bijbel niet tegen de rede zijn, maar erboven uit gaan.
Het Evangelie valt met goede argumenten te verdedigen: “Christenen geloven dat de christelijke visie op de werkelijkheid (schepping, val, verlossing, en vernieuwing) de wereld het beste beschrijft, verklaart en zin geeft.” Keller typeert deze benadering als ‘kritische rationaliteit’. Hij sluit hiermee aan bij denkers als C.S. Lewis en Alvin Plantinga. Vooral in de Engelstalige wereld hebben zij een belangrijke apologetische bijdrage geleverd.
Christenen zijn niet gek of dom.
Er zijn hele goede redenen om de Bijbel te aanvaarden. We belijden onze redelijke godsdienst. God is de Schepper van hemel en aarde. Dat blijkt ook uit de schepping. Onze belijdenis spreekt over een ‘schoon boek’.

Aarzelingen
Uiteraard zijn er ook dingen die vragen oproepen. Keller lijkt geen onderscheid te maken tussen historisch en waar geloof. Ook gebruikt hij beelden en citaten die wij beter niet kunnen gebruiken. Niettemin is zijn boek In alle redelijkheid een belangrijke poging om de smader te antwoorden. Dat is trouwens een Bijbelse opdracht waar ook Augustinus zich indringend mee bezig heeft gehouden. Vanuit de Bijbel is ieder Bijbelgetrouw mens daartoe geroepen (1 Petrus 3: 15). Laten we met goede argumenten en begrijpelijke woorden de boodschap van de stad Gods verdedigen. Keller helpt je daarbij op weg.

ds. W. Visscher

---
Wie is Tim Keller?
Timothy Keller (1950) is een predikant uit de Verenigde Staten.
Na zijn studie theologie was hij predikant in Hopewell (Virginia) en was en hoogleraar praktische theologie aan Westminster Theological Seminary. In 1989 stichtte hij in het hartje van Manhattan (New York) de Redeemer Presbyterian Church. Midden in het seculiere zakencentrum van New York ging hij aan de slag. Hier sprak hij veel jonge zakenmensen over hun twijfels over God. Zijn kerk groeide heel erg snel. Verschillende boeken van hem zijn in het Nederlands vertaald. Ze worden door veel jongeren gelezen. Reden genoeg om aandacht te besteden aan twee van zijn boeken: In alle redelijkheid en De vrijgevige God.

---
De vrijgevige God
De Engelse titel (The Prodigal God) van Kellers boek is op het eerste gezicht schokkend. Het woord ‘prodigal’ associeert met de jongste zoon (Lukas 15), die wild en zondig leefde. Zo’n woord hoort niet bij God. Maar Keller onderbouwt zijn keuze door te laten zien dat het woord ‘prodigal’ niet ‘wild leven’ betekent, maar: ‘jezelf geven totdat je niets meer over hebt.’
Keller betoogt in zijn boek dat deze term juist de vader beschrijft die zichzelf totaal geeft in het ontvangen van zijn jongste zoon. In de vader en zijn handelswijze tot beide zonen verbeeldt de Heere Jezus de genade van Gods hart.

De hoofdpersonen
Wij duiden de derde gelijkenis in Lukas 15 meestal aan met ‘de verloren zoon.’ We schetsen dan het bevindelijk element in deze gelijkenis van een verloren zondaar die door Gods genade weer terug mag keren (bekering) en vergeving mag ontvangen. Op zich een rijke en ware boodschap. Maar Keller legt de vinger bij het openingsvers van de gelijkenis waarin de Jezus spreekt over een vader die twee zonen had. Allebei zijn ze verloren.
De jongste zoon probeerde het leven te vinden door met alle regels te breken. De Heere Jezus bedoelt daarmee de zondaren en tollenaren die Hij ontving (Lukas 15: 1). De oudste zoon zocht het leven door juist alle regels te onderhouden.
In hem schetst de Heere de Farizeeërs. Beide zonen lopen een weg die uiteindelijk dood loopt. Keller schrijft dan: “Er zijn twee manieren om je eigen Verlosser en Heer te zijn. De ene is dat je alle morele wetten breekt en je eigen koers uitzet, de andere dat je je aan alle morele wetten houdt en zeer goed bent.”

Zijn bedoeling
Waar doelt Keller op in zijn boek? Hij schrijft het in zijn voorwoord. Het boekje is niet alleen voor zoekers. Zijn doel is juist ook om hen die denken het Woord van God al te kennen tot diepere waardering van de rijke boodschap van genade te brengen. Persoonlijk is mijn indruk dat hij juist die tweede groep veel meer bewust voor ogen heeft in dit boek. Terecht, denk ik. Want tegen hen sprak Jezus deze woorden. Kellers boekje kan ‘getrouw levende Christenen’ onbehagelijk maken. Hij laat duidelijk zien dat een orthodox leven niet hetzelfde is als Christus te kennen en Hem te volgen.
Keller heeft ook het doel om als kerk een kijkje bij onszelf te nemen.
Waarom waren de Farizeeërs zo verontwaardigd over de Heere Jezus? Ze zagen dat juist de mensen die zij vermeden tot de Heere Jezus kwamen. Die mensen kwamen niet bij hen. Wel bij Jezus. Dat maakte Jezus verdacht. Er moet iets mis zijn als zulke mensen je opzoeken. Keller stelt terecht dat als onze prediking niet hetzelfde effect heeft op de ‘zondaren en tollenaren’, die hun leven vergooid hebben, dan dragen wij niet dezelfde boodschap uit als de Heere Jezus deed.
Hij schrijft: “Als onze kerken geen aantrekking hebben op de jongste zonen, dan moeten ze voller met de oudste zonen zijn dan we denken.”

Evaluatie
Het lezen van dit boek is zeker de moeite waard. Ik heb er veel van geleerd, hoewel ik niet alles kan overnemen. Keller spreekt soms een taal waar wij wat moeite mee hebben en gebruikt voorbeelden die ik niet zo snel zou kiezen. Maar kun je dat verwachten van iemand die in New York leeft en werkt? Dat is niet bepaald doorsnee Gereformeerde Gemeenten. De laatste jaren heb ik mij persoonlijk veel verdiept in Lukas 15. Kellers boek bevestigde mijn exegese. In dit hoofdstuk uit de Heere Jezus een enorme kritiek op de Joodse kerk, die totaal faalde in hun presentatie van het karakter van God de Vader en Zijn genade.
Uiteindelijk moet Gods kerk op deze aarde op de vader van gelijkenis gaan lijken en genade afstralen tot hen die als verloren schapen in deze wereld rond dwalen. Maar teveel lijken wij op de oudste zoon. Hij heeft nooit een persoonlijke poging gedaan om zijn verloren broer op te gaan zoeken.
Wat ik mis bij Keller is dat hij te weinig benadrukt dat niet alles wat ‘goud lijkt ook echt goud is.’ Het werk van de Heilige Geest opent ogen, om niet alleen te leren dat we genade nodig hebben, maar ook om genade te kunnen zien. Dat komt weinig terug. Niemand komt immers tot Christus zonder de trekkende liefde van de Vader.

ds. A. T. Vergunst

Tim Keller, In alle redelijkheid (Franeker: Van Wijnen 2009) ISBN: 9789051943382; 304 blz.; € 19,95.
Tim Keller, De vrijgevige God (Franeker: Van Wijnen 2009) ISBN: 9789051943542; 110 blz.; € 12,95

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2012

Daniel | 36 Pagina's

Redelijke godsdienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2012

Daniel | 36 Pagina's