Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT

DE DORDTSE KERKORDE, artikel 24

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezelfde wijze die van de ouderlingen gezegd is, zal men ook onderhouden in de verkiezing, approbatie en bevestiging der diakenen.

De hulpdiensten van de vrouw in de kerk. 4.

De Reformatie

Met de opkomst van de roomse hiërarchie en het roomskatholiek ambtsbegrip veranderde ook de positie van de vrouw wat betreft haar hulpdiensten in de kerk. De hogere waardering van de ongehuwde staat en van de geestelijkheid in de, , bovennatuur" maakte dat de vrouw al.minder gewaardeerd werd, en dat de vrouw, die toch een roeping tot geestelijk werk gevoelde, daartoe gelegenheid kreeg zich af te zonderen achter de muren van het klooster. De positie van de vrouw in de Middeleeuwen daalde ver beneden het door Christus gegeven beginsel. De Reformatie bracht hierin weer een verandering ten goede, door weer terug te grijpen naar de Schrift. Luther haalde, vooral door zijn eigen huwelijk met de vroegere non Katharina von Bora, de vrouw uit het klooster en wees haar een nieuwe bestemming aan, hoofdzakelijk in huwelijk en gezin. Hoewel hij ook wel zijn best gedaan heeft om de vrouw in de gemeentedienst in te schakelen, bv. als ziekenverzorgster, vroedvrouw en als lerares aan sommige meisjesscholen, vonden deze diensten toch geen algemene ingang en stierven langzamerhand uit.

Calvijn richtte in 1535 het voormalige Clarissenklooster in Geneve in tot , , Groot Hospitaal" waar zieken, armen en wezen verzorging vonden en waar, naast de „hospitallers" ook vrouwe werkzaam waren als verzorgster en als lerares. Omdat Calvijn twee soorten diakenen onderscheidde: één groep, die de aalmoezen moesten ontvangen, en één groep die de zieken moesten verzorgen, wilde hij de vrouwen wel rekenen als een soort hulpdiaken van de laatste groep. Maar diakenen in de bijzondere ambtelijke zin zijn deze laatsten niet geweest. Het Convent van Wezel (1568), de eerste kerkvergadering van de Nederlandse kerken, ging in het aangegeven spoor van Calvijn door en besloot, dat ook vrouwen tot het diakenambt konden worden aangenomen. Toen er echter over de praktische invoering moeilijkheden ontstonden en de classis aan de volgende Synode van Middelburg 1581 de vraag voorlegde of het niet goed zou zijn het ambt van diaconessen weer in te stellen, oordeelde de Synode: „Neen, om verscheidene inconveniënten (bezwaren) wille, die daaruit zouden mogen volgen". Hiermede was het vrouwelijk diakonaat van de baan, alhoewel in verschillende gemeenten als Amsterdam, Utrecht, Middelburg, Emden, naast de diakenen "etlijke oude deughtsaerhe. susters tot Diakonessen gekooren" hulpdiensten bleven verlenen aan de diakenen.

Zo had de Engels-Gereformeerde Kerk in Amsterdam plm. 1600 een diacones, als weduwe van 60 jaar gekozen, voor bijstand aan zieken en armen, die in de kerk een eigen plaats had, waar zij — met een berkenroede in de hand — de jeugd in toom moest houden.

Wanneer we thans uit de Schriftuurlijke gegevens, onder de leiding van de Apostelen gegeven, enige richtlijnen trekken voor het kerkelijk leven, dan is het toch wel waar, dat nog de vrouw in het kerkelijk leven allerlei hulpdiensten kan verrichten. En zonder aan vrouwelijke ambtsdragers te denken en ook niet aan een bepaalde weduwenstand, is er toch nog een breed veld ook voor de vrouw om te arbeiden in de gemeente des Heeren. Een arbeid die door kerkeraden kan en moet geaktiveerd en gestimuleerd worden. Nog kunnen vrouwen zoveel medewerken aan de verbreiding van het Evangelie en aan de opbouw van de gemeente, tot de verlichting van de vele werkzaamheden van predikanten, ouderlingen en diakenen. Predikanten die er recht op hebben, omdat allereerst de dienst des Woords voortgang zal hebben, dat zij niet al te veel worden belast met allerlei beslommeringen en zorgen van de gemeenteleden. Ook om de taak van de ouderlingen te verlichten, die de opdracht hebben om met de dienaren des Woords de gemeente te besturen en hun ambtelijke huisbezoeken te doen. En voor de taak van de diakenen, die de laatste jaren aanzienlijk is uitgebreid, door ook in die gezinnen meer leiding en ondersteuning en advies te geven waar hulp en ondersteuning nodig is, en in hun taak bij de verzorging van de bejaarden. Vrouwen kunnen door bezoeken van „randgevallen" in de gemeente weer medewerken om deze gezinnen in het rechte spoor te brengen. Ze kunnen bejaarden bezoeken die dreigen te vereenzamen, en met geestelijke gesprekken en het lezen van Gods Woord hen vertroosten. Hoe kunnen kerkeraden arbeiden om ook uit eigen gemeente sociale werksters, gezinsverzorgsters, gezinshulpen, bejaardenhelpsters te krijgen, die onder leiding van de diakonie zulk noodzakelijk en gezegend werk kunnen doen. Welk een gebrek is daar dikwijls wel aan en wat kunnen ook getrouwde vrouwen mooi en nuttig werk doen, door een paar uren per dag of in de week af te zonderen voor dit doel. Zeker, zelfverloochenende liefde kan daarbij niet gemist worden. Ook diakenen kunnen in moeilijke gevallen voor hulp in de huisgezinnen de raad en het advies inwinnen van vertrouwde vrouwen uit de gemeente. Vrouwen, die met de van de Heere gegeven vrouwelijke intuïtie, soms zo beter aanvoelen dan mannen wat nodig is in de hulpverlening van de gezinnen. We denken aan de zending, waar ook jonge vrouwen zoveel arbeid kunnen verrichten voor de uitbreiding van het Koninkrijk Gods, om naast de medische hulp ook hulpdiensten te verrichten voor de verkondiging en uitbreiding van het Evangelie

Zo blijven er veel vrouwelijke krachten nodig inde kerk, en heeft ook de kerkeraad de taak om naar deze vrouwen uit te zien, die met bekwaamheid en gaven, met tijd en genegenheid, met liefde en wijsheid, onder de leiding van het ambt dienstbaar kunnen zijn in de gemeente, tot de eer wan Gods Naam en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk.

’sGravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1966

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1966

De Saambinder | 4 Pagina's