Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevindelijk Samen op Weg...?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevindelijk Samen op Weg...?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met Samen op Weg wil het nog niet vlotten. De onlangs gehouden Combi-Synode heeft daarvoor het overtuigende bewijs geleverd. Inplaats dat de twee grote protestantse kerken nader tot elkaar kwamen stonden ze als twee blokken tegenóver elkaar. De Hervormden zeiden niet onder het Gereformeerde juk te willen doorgaan en de Gereformeerden gaven te kennen , , zich niet de Hervormde Kerkorde door de strot te laten duwen"...

Een ander klimaat

Niet alleen organisatorisch - want op de Synode ging het uiteindelijk over de Kerkorde in de toekomstige Samen-op-Wegkerk - maar vooral ook klimatologisch liggen de twee grote kerken nog vèr uit elkaar. Dat is nog iets anders dan Gereformeerd „kerkelijk besef" of Hervormd „kerkgevoel". Noem het desnoods het verschil in geloofsbeleving. Al roepen we daarmee weer nieuwe problemen op... Want wat moeten we verstaan onder „geloof"? En is beleving hetzelfde als ervaring? En hoe verhouden ervaring en bevinding zich tot elkaar?

Enfin, aan dat verschil in geestelijk klimaat is het boekje gewijd dat hier onze aandacht vraagt. Onder redaktie van ds. B. J. Aalbers, secretaris van de Raad van Deputaten Samen-op-Weg, geven enkele Hervormden, enkele Gereformeerden, een Lutheraan en een Remonstrant, hun bijdragen, waarin ze ieder hun eigen visie op de „spiritualiteit" verwoorden. En dan vooral met de bedoeling dat de Hervormden en de Gereformeerden erdoor komen tot onderlinge herkenning. Werkelijke eenheid ontstaat, aldus de redakteur, niet door organisatorische maatregelen - al zijn die ook nodig - maar vooral door ontmoeting en gesprek. Daaraan moet dit boekje dan een bijdrage leveren.

Bevinding

Natuurlijk is de verleiding groot, wanneer men een boekje als dit in handen krijgt, eerst te grijpen naar de bijdrage van een geestverwant. In dit geval hoeven we die verleiding niet te weerstaan, want het eerste hoofdstuk is van de hand van dr. H. Vreekamp. Ik ben dus bij het begin begonnen, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat zijn verhaal over „Bevindelijk Samen-op-Weg" me nogal teleurstelde.

Na een verklaring van het woord „bevindelijk" komt de Nadere Reformatie aan de orde. Als illustratie van wat we nu eigenlijk onder bevinding moeten verstaan wordt dan een citaat gegeven uit Johan Verschuur's „Waarheid in het Binnenste". Daarmee zijn we beland in de natijd van de Nadere Reformatie, en bij een figuur die toch zeker niet representatief mag heten voor de hele beweging. In dat licht kan het ons al niet meer verwonderen dat de auteur de bevinding bij voorkeur zoekt in de kring van „Het Gekrookte Riet", dat, zoals hij zelf zegt, „is ontstaan uit een zekere onvrede over de koers van de Gereformeerde Bond, juist op het punt van de bevinding". Ik had van collega Vreekamp toch niet verwacht dat hij op deze manier positie zou kiezen...

Ik ben dan ook geneigd niet zo'n klein vraagteken te plaatsen bij de conclusie die hij aan het eind van zijn bijdrage trekt: „Wanneer gereformeerden en hervormden vandaag bezig zijn hun „huishoudelijke twist" voorgoed bij te leggen, is de kans groot dat het bevindelijk leven op nieuwe adem komt" (21). Want juist ter uiterste rechterzijde, waar hij meent de ware bevinding te kunnen signaleren, daar is de vrees om „Samen-op-Weg" te gaan, het grootst...

In de ruimte

Teleurstellend in deze bundel vond ik ook de bijdrage van ds. J. A. Compagner, voorheen Christelijk Gereformeerd predikanten thans predikant van een S.o.W.gemeente in Geleen. Hij is één van die dienaren uit de Christelijke Gereformeerde Kerken die destijds „doorbraken" naar de Hervormde Kerk, om dan vervolgens te constateren dat ze vanuit de engte in de ruimte waren terechtgekomen. Compagner beschuldigt de kerken waaruit hij voortkomt van een steeds meer gesloten systeem. De vraag is of hij zelf niet anders en breder is gaan denken. Het klinkt zo mooi: „voluit midden in de mondiale samenleving. Om samen te ontdekken dat je als christelijke gemeente echt niet zoveel zekerheden in huis hebt" (80). Hier moet ik toch protest aantekenen. Natuurlijk moeten we op onze hoede zijn voor zelfverzekerdheid, maar hebben we niet zoveel zekerheden in huis? Verkondigen we dan niet, om met de evangelist Lukas te spreken, „de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben"? Moeten we aldoor zoekend en tastend op weg blijven om de waarheid te vinden, of mogen we ook nog een keer zeggen dat we het profetische Woord hebben, dat zeer vast is?

Daarom kan ik de hoge verwachtingen van collega Compagner niet delen, die hij heeft van een bevindelijke inbreng in de Samen-op-Weg-kerk. Omdat die spiritualiteit, die de kerk van de toekomst als een zoutend zout moet doortrekken, iets anders is dan de bevinding die gebonden is aan het Woord.

Denken, doen, beleven

Het hoofdstuk van prof. dr. G. Heitink over „Gereformeerde spiritualiteit, vroeger en nu" vond ik boeiend, met name om dat hier een beeld wordt geschetst van het Gereformeerde leven in de tijd van „de mannenbroeders". Binnen de Kuyperiaanse cultuur ontwikkelde zich een spiritualiteit waarin de accenten vielen op denken en doen. Denken had dan betrekking op kennisverwerving, door middel van prediking en onderricht, wat uiteraard resulteerde in een nogal leerstellig geloof.

De waarheid moest immers verdedigd worden tegenover andersdenkenden... Bij doen ging het meer om de christelijke aktie: een eigen dagblad, een eigen universiteit, een eigen politieke partij.

„In al hun activiteiten stonden de gereformeerden voor een ideaal, het Koninkrijk van God in deze wereld" (59). Het aantrekkelijke van het verhaal van Heitink is, dat hij van deze cultuur niet op een hautaine wijze afstand neemt. Integendeel, „er valt heel wat goeds te zeggen over dit verleden. De spiritualiteit van de gereformeerden werd gekenmerkt door eensgezindheid, zelfsdiscipline en een grote bereidheid zich aktief in te zetten door de daad bij het woord te voegen. Dat was hun kracht. Wie hier in eigen leven iets van meegekregen heeft, zal daar dankbaar voor blijven" (59).

Toch verbloemt hij de schaduwzijden niet. Liefdeloosheid bij leergeschillen, schijnheiligheid tegenover de zonden van anderen. Wat ging ontbreken was de derde component van het geloof: beleven. Men kende de rechte leer, ethisch waren er geen problemen, men wist precies wat mocht en niet mocht, maar het ging ontbreken aan „de verborgen omgang met God".

Vandaar dat er thans behoefte bestaat aan nieuwe vormen van spiritualiteit. Dat ziet Heitink als winst. „Gereformeerden gaan de oecumene ontdekken en brengen hun eigen traditie in temidden van die van anderen, binnen de oecumenische beweging en de Wereldraad van Kerken.

In eigen land ontstaat een beweging op weg naar hereniging met de hervormde Kerk, via Samen op Weg ( ) Vrouwen weten hun tweederangspositie te doorbreken, worden toegelaten tot de ambten en gaan een steeds grotere rol spelen in het kerkelijk leven. Hun omgang met de bijbel en traditie doorbreekt de vanouds bekende paternalistische strukturen. Een

nieuwe pluraliteit, als een geestelijk meerstromenland binnen één kerk, geeft velen ruimte en werkt bevrijdend, zolang tenminste de vrijblijvendheid niet toeslaat" (62).

Het zal duidelijk zijn dat ik Heitink niet volg wanneer hij deze ontwikkelingen positief waardeert. Voor zijn heldere analyse van de gang van zaken in de Gereformeerde Kerken ben ik hem wèl erkentelijk. Maar zijn bijdrage toont wel aan waarheen Hervormden en Gereformeerden , , Samen-op-Weg" zijn: naar een kerk waarin , , een spiritualiteit met politieke en maatschappelijke trekken" toonaangevend zal zijn. De belijdenis van de Reformatie zal daarin nauwelijks meer een rol spelen.

Ik heb uit dit boekje zomaar enkele willekeurige grepen gedaan en moet andere hoofdstukken laten rusten. Het is op zichzelf een goede zaak dat in het kader van Samen-op-Weg aandacht wordt gevraagd voor de bevinding. Gezien de geheel andere invulling zal dit echter bij het bevindelijk deel van de Gereformeerde Gezindte weinig of geen weerklank vinden.

N.a.v. Ds. B. J. Aalders (red.) SAMEN OP WEG (een oefening in vroomheid) Uitg. J. H. Kok, Kampen, 1989, 148 pag. Prijs ƒ 23, 90.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Bevindelijk Samen op Weg...?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's