Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SLUITING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SLUITING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor de sluiting van deze conferentie kreeg ds. J. van der Wal uit Baarn het woord. Een samenvatting van zijn toespraak:

‘Ik geloof een algemene christelijke kerk’ bepaalt ons bij het werk van Christus. We hoorden vandaag veel wat waarschijnlijk bij ons allen herkenning heeft opgeroepen. Er is veel wat we delen aan zorgen, aan gedachten. Wat in ieder geval steeds naar voren kwam, is dat het in de kerk gaat om het werk van de Here Jezus. Het gaat om Zijn kerkvergaderend werk, zoals we belijden met Zondag 21 van de Heidelbergse Catechismus.

Maar als het Zijn werk is, betekent het dus ook dat ‘de kerk’ niet het probleem is. Misschien benaderen we ‘de kerk’ wel teveel als een probleem. Niet de kerk is het probleem, misschien ligt er wel een probleem bij onszelf. Er zijn vragen gesteld vandaag die we onszelf mogen voorhouden. Wat hebben we nodig? We weten ons als ambtsdragers betrokken bij de kerk. We hebben zorgen of zelfs verdriet, en kunnen lijden aan de kerk. Hebben we niet vooral de liefde nodig, zoals meerdere keren genoemd is, en zoals Paulus erover schrijft in 2 Kor. 5:14? ‘Want de liefde van Christus dringt ons…’

Ds. Van der Wal las met de aanwezigen 2 Kor. 5:14-21. Vervolgens klonk de vraag: de liefde van Christus - dringt die ons? De liefde van Christus, die een zuivere liefde is. Een liefde uit één stuk. Geen gereserveerde liefde, waaraan je altijd kunt blijven twijfelen. Hij meent het met zijn woorden van genade en liefde. Paulus is hier opvallend ruim als Hij spreekt over Eén die voor allen gestorven is. Het moge voor ons duidelijk zijn dat dat natuurlijk niets met algemene verzoening te maken heeft. Ook niet met een gearriveerdheid van ‘we zijn er al’. Bedoeld wordt, dat we aan de kracht van het offer van Christus en aan Zijn schenkende liefde niet hoeven te twijfelen.

En als die liefde je dringt, dan is er die bewogenheid waarover het ging vandaag. Dan is er een geraakt zijn. Dan is er oprechte liefde, zonder bijbedoelingen. Dan is de liefde oprecht op de ander gericht, zonder als diaken, ouderling of predikant je te willen bewijzen of je te laten gelden. Het gaat om Hem. Zijn liefde is een heilige liefde, zoals die zo duidelijk bleek in het offer dat Hij gaf op Golgotha. Van daaruit is Zijn liefde in ons een trekkende liefde die vijandschap, weerstand, voetangels en blokkades wegneemt. Steeds moeten we ons de vraag stellen: ‘Ben ook ik door die liefde gedreven?’ Hoe belangrijk is het gebed, iedere keer wanneer je op stap gaat, wanneer je de gemeente in gaat of mensen spreekt buiten de gemeente. Het gebed hebben we nodig, gebedstijden, momenten van gebed, en voortdurend in ons leven: met een gebed in ons hart op weg gaan en zo mensen benaderen. Dan zullen we kunnen zeggen, zoals er staat in vers 16: ‘zo kennen we vanaf nu niemand naar het vlees’. Elkaar naar het vlees kennen, is elkaar beoordelen naar wereldse maatstaven, of onszelf tot maatstaf nemen; alleen open staan voor wat jezelf bevalt.

Wanneer we gedreven zijn door de liefde van Christus is genade het uitgangspunt. Niet dat de zonde niet of minder ter sprake moet komen. Maar laat de genade uitgangspunt zijn in de manier waarop je kijkt naar mensen, in de manier waarop je mensen zoekt en benadert. Niet ervan uitgaand dat het allemaal wel goed zit, maar wel zoals Christus zondaren opzocht. Hij ging niet bij Zacheüs binnen om meteen te zeggen: ‘je bent een crimineel’. Zacheüs werd aan zijn zonde ontdekt, maar wel terwijl Christus zijn genade als uitgangspunt nam en hem zo zocht. In dat licht klinkt het appel: ‘Laat u met God verzoenen’.

Zo gedreven door de liefde van Christus zullen we als kerk tot zegen zijn. Het is echt de enige manier om als ambtsdrager tot zegen te kunnen zijn. Het ligt ons niet van nature, we hebben het niet uit onszelf. Maar de Here wil het geven op het gebed. Dit gezegd hebbend ging ds. Van der Wal de aanwezigen voor in gebed, waarna de conferentiegangers huiswaarts keerden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

SLUITING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's