Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BijBELSE aRchaEOlOGIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BijBELSE aRchaEOlOGIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verder willen wij iets meedelen omtrent de scheepvaart. In het O.T. lezen wij van de ark. De afmetingen waren 300—50—30 el: dat is ongeveer 150—25—15 m. Zij was gemaakt van goferhout: volgens sommigen cypressen-, volgens anderen dennenhout.

Het woord „ark" is afgeleid van het Latijnse „arca", dat kist of kast betekent.

Het Hebreeuwse woord, hier gebruikt, duidt ook de 4-hoekige Egyptische schepen aan, dienend voor vervoer van graan en godenbeelden.

Men stelt zich daarom de ark wel voor in de vorm van een bark met 4-hoekige bovenbouw (kostschip.) Er was een dak op, waarschijnlijk met een luifel en daaronder een opening (venster), lopend rondom het schip en dienend voor lichttoetreding en luchtverversing. Voorts was er een deur in de zijwand. Het telde drie verdiepingen.

In 1 Kon. 9 : 26 en 22 : 49 lezen wij, dat Salomo en Josafat schepen uitrustten te Ezion-Geber, zeer zeker naar Phoenicisch model.

Wanneer er gesproken wordt van schepen van Tarsis (1 Kon. 22 : 49 en 2 Kron. 20 : 36) moet men daaronder verstaan Phoenicische schepen, die naar Tarsis in Spanje voeren.

De Phoeniciërs toch waren de zeevaarders der Oudheid. Zij doorkruisten de Oude Wereldzee en dreven een uitgebreide handel. Hun steden .Tyrus en Sidon waren schatrijk.

Men verzuime niet, het prachtige hoofdstuk Ez. 27 te lezen, waarin de profeet de weelde, maar ook de tragische ondergang dier steden voorspelt.

In het paleis van Sanherib heeft men de afbeelding van deze schepen gevonden.

Er schijnen twee soorten te zijn geweest: groot-en klein model. Beide waren roeischepen, geroeid door twee rijen roeiers aan weerszijden. Twee brede roeispanen dienden als roer.

De boeg van klein-model was rond, die van grootmodel had een sneb (ploegschaarvorm.)

De grote vaartuigen hadden één mast met één ra; de kleine hadden geen mast.

Het dek ontbrak; alleen was er een zonnetent, gemaakt van zeildoek.

In de tijd van Paulus werd de Middellandse Zee druk bevaren door vrachtschepen met, wat wij zouden kunnen noemen - passagiers accommodatie!

's Winters werd meestal niet gevaren, maar ergens in een veilige haven overwinterd.

Men kende immers het kompas nog niet en moest varen op zon, maan en sterren, die in het kwade seizoen door de wolken bedekt waren.

Bekend is de reis van Paulus ons beschreven door Lukas in de Handelingen; voorbeeld van een prachtig „scheepsjournaal."

Ook Paulus c.s. maakten het grootste deel der reis met een der Alexandrijnse korenschepen, bakken van schepen, die soms wel 600 opvarenden aan boord hadden. Zulk een schip had twee masten, elk met één zeil. Het achterzeil (= razeil, Hand. 27 : 40) werd gebruikt om het schip richting te geven.

Men had verscheidene ankers aan boord, aan touwen bevestigd, die vóór en achter konden uitgebracht worden. De scheepsboot sleepte achter of naast het schip en werd bij stormweer aan boord gehesen.

Het peillood diende om de diepte te bepalen.

Om breken te voorkomen werden bij slecht weer voor-en achtersteven door kabels verbonden; of het schip werd „ondergord" d.w.z. er werd een kabel onderdoor de kiel gebracht.

De schepen droegen het beeld van de schutsgod (= godin, ) onder wiens of wier bescherming het stond.

Zo was het schip van Hand. 28 : 11 gewqd aan de Dioskuren (= kastor en Pollux, zonen van Juppiter, beschermers van de scheepvaart.)

Over vissersschepen schreven we reeds.

Voor de overtocht der rivieren maakte men gebruik van ponten, misschien drijvend op met lucht gevulde dierenhuiden, 2 Sam. 19 : 18.

Gewichten, munten en maten.

Uiteraard kon de handel deze niet ontberen.

Maar omtrent de juiste waarde heerst veel onzekers. In het O.T. komen er voor, die ook in Babel en Egypte werden gevonden. Dit is uit handelsoogpunt te begrijpen. In het N.T. vindt men Griekse en Romeinse. Ook dit is duidelijk.

Verder treft men, omdat aanvankelijk het gelr" gewogen werd (Gen. 23 : 16) bjj de munten dezelf namen als bij de gewichten. Dr v. Katwijk en Meima geven in hun boekje volgende waarden,

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1950

Daniel | 8 Pagina's

BijBELSE aRchaEOlOGIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1950

Daniel | 8 Pagina's