Christelijke organisatie.

Over dit onderwerp, dat ik in „Daniël" van 16 november 1962 aan de orde gesteld heb, zijn gelukkig reakties gekomen, zoals van die landbouwer uit Veen. Briefschrijver toont aan, dat er altijd het streven bestaan heeft, dat bedrijfgenoten zich samen verenigden. „Als Ezra de tempel herbouwt, lezen we al van de verschillende standorganisaties, zoals b.v. goudsmeden, en kruideniers, die bepaalde gedeelten van de stadsmuren herstelden. Later zien we het giklewezen. De bedoeling was m.i. om vakbekwaamheid te bevorderen en relaties te onderhouden met bedrijfsgenoten. In de Regententijd en de tijd van de Liberale overheersing werd hiervoor geen plaats meer gelaten, doch na de Afscheiding van 1834 met als gevolg de Schoolstrijd, het optreden van Groen en Kuyper, zien we weer het bijeenbundelen van geestelijk gelijkdenkenden. De standorganisaties worden geboren. Ds. Kuyper sprak eens: „Er is geen enkel terrein,

ook op het maatschappelijke leven niet, waarvan Christus niet zegt: „Dat is Mijn."

Na dit historisch overzicht toont schrijver aan, wat zijn standpunt is: „Wij behoren ons allemaal te scharen achter dat vaandel. Als boer ben ik enigszins op de hoogte van de doelstelling en werkwijze van de verschillende standorganisaties en dan horen we telkens weer, hoe de verschillende z.g. neutrale organisaties steeds weer dreigen met staking van melkleverantie, van bietenverbouw enz. en dan zitten onze Ger. Gem. boeren (er zijn zelfs ambtsdragers bij) heel gegenoegelijk mee te knikken, terwijl in de C.B.T.B. nog steeds Romeinen 13 als regel geldt. Dit is een misstand. Geen enkele boer, die tracht te leven naar de eis van Gods Woord, kan of mag lid zijn van een z.g. neutrale organisatie. Dat het Gereformeerde element overheerst in de C.B.T.B. is onze schuld. Als er misstanden zijn in de jongerenorganisatie van de C.B.T.B. is dat onze schuld. Als wij ons aansluiten (en als we komen zijn we van harte welkom) dan wordt daar naar ons geluisterd en met onze mening wordt gaarne rekening gehouden. Niet georganiseerd kan praktisch niemand meer zijn. Onze samenlevingsvormen verbieden dat. En dan is het ontrouw om steeds weer te vitten op de splinter in het oog van de Chr. organisaties en de balk in het oog van die organisaties, die met God noch gebod rekenen, gaarne te accepteren."

Dat is tenminste een positief standpunt van onze Veense vriend. Hartelijk dank voor uw moeite.

Uit Dirksland: „Ook op Flakkee komt het voor, dat meelevende mensen van de Ger. Gem. lid zijn van een neutrale maatschappelijke organisatie, hier dan de Holl. Mij. van Landbouw. Toch zijn ook anderen uit de Ger. Gem. lid van de C.B.T.B. Niettegenstaande ook in deze organisatie vele handelingen geschieden, die niet in overeenstemming zijn met onze beginselen, verdient deze toch voorzeker de voorkeur boven de z.g. neutrale H.M.v.L. In de Flakkeese afdelingen van de C.B.T.B. zijn naast leden van de Ger. Kerken en van de Ger. Gem. ook veel leden van de Herv. Kerk (Ger. Bondsrichting). Het bestuur van de afdeling Midden-Flakkee bestaat dan ook uit 3 Herv. (waarvan één voorzitter is), 4 uit de Ger. Kerken, 1 Ger. Gem. en 1 Chr. Ger."

Uit dit schrijven blijkt wel, dat de verhoudingen tussen de verschillende kerkgroeperingen hier vrij gunstig liggen. Dezelfde indruk krijg ik ook uit de vorige brief en dan zijn de moeilijkheden niet zo groot. De samenwerking lijkt me, gezien het schrijven en de samenstelling van het bestuur, nogal goed. Ik heb me laten vertellen, dat dat in Zeeland veel minder het geval is. Daar behoren tot de C.B.T.B. bijna uitsluitend leden van de Geref. Kerken. De verhouding tusen deze kerken en de Ger. Gem. schijnt in Zeeland verre van sympatiek te zijn. Ook dat bevordert natuurlijk niet het lid worden van de C.B.T.B. En hoeveel traditie zou er niet bijkomen? Het lidmaatschap van de Z.L.M. (neutraal) gaat dikwijls gedachteloos van vader op zoon. 't Is altijd al zo geweest: vader was er lid van en dus.... Dit lijkt me niet goed toe. Onze Zeeuwse vrienden dienen zich hierover eens ernstig te bezinnen, want ik geloof niet, dat onze mensen in een neutrale organisatie thuis horen. Dat ben ik wel met de schrijvers uit Veen en Dirksland eens. Later bij de samenvatting en de slotconclusie hoop ik daar D.V. nog wel op terug te komen.

Vervolgens behandelt onze Dirkslandse vriend het lezen van dagbladen en volgens hem leest een groot gedeelte van onze mensen op Flakkee „De Rotterdammer" of „Trouw." Woordelijk gaat hij dan verder: „Hoewel ook in deze bladen veel voorkomt wat niet strookt met onze beginselen en levensbeschouwing, kan bij vergelijking met andere bladen de keuze toch niet twijfelachtig zijn. De inhoud van de laatste is toch zodanig, dat er een geheel verkeerde invloed van uitgaat, neem alleen maar de advertenties van bioscopen, schouwburgen, dansgelegenheden enz.

Zou niet de meest juiste houding in het licht van Gods Woord zijn, dat we die organisatie en dat dagblad kiezen, waarin ondanks alle bedenkingen ertegen, toch in elk geval met Gods Woord wordt rekening gehouden? Wonen we op een plaats, waar geen school van eigen richting is, dan sturen we onze kinderen toch ook nog liever naar b.v. een Chr. Nationale school (van gemengde kerkelijke richtingen) dan naar de Openbare school, waar het humanisme of atheïsme aan de kinderen wordt geleerd!" Tenslotte wijst schrijver er nog op, dat na opheffing van het Zeeuws dagblad de Prov. Zeeuwse Courant nog meer lezers heeft gekregen, terwijl op Flakkee 2 x per week „Eilandennieuws" verschijnt een blad, dat op Ger. grondslag staat, met veel medewerkers van onze richting. Dit blad komt thans uit met een speciale Zeeuwse editie en poogt haar aantal abonnee's in Zeeland sterk uit te breiden. Zal deze poging slagen?

Ik geloof, dat de standpunten van beide heren reëel is. Ze behandelden beide de landbouworganisatie. Ik zou gaarne ook nog eens stemmen horen betreffende organisatie op ander gebied, b.v. metaal, bouwvakken enz. Wie zorgt daarvoor? Mischien liggen de zaken daar wel weer anders. Ook schijnt het in verschillende delen van het land weer anders te zijn. Wie licht ons eens in uit het Oosten? Ik heb nog wat brieven liggen, waar nu geen plaatsruimte meer voor is, maar allemaal uit het Westen of het midden van ons land.

Ik wacht met belangstelling uw verdere reacties af over dit onderwerp.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen