Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is iemand krank onder u? (10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is iemand krank onder u? (10)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naarmate de gemiddelde leeftijd waarop mensen komen te overlijden stijgt, neemt het aantal dementerenden toe. Dementie is vooral een ouderdomsziekte. De zegen van een lang leven heeft zo heel nadrukkelijk ook een schaduwkant, door de zonde. Het brengen van pastorale bezoeken aan dementerenden thuis en in een inrichting vinden veel ambtsdragers moeilijk.

Hoe vind je een ingang tot een gesprek? De dementerende is het bezoek zó weer vergeten. Het kan zo zinloos lijken. Toch hebben we ook hierin onze roeping te verstaan. Het gaat ommedemensenmet een ziel die aan onze zorg is toevertrouwd. Euthanasie wijzen we in deze situatie terecht af. Maar wat doen we als we demente schapen van de kerkelijke kudde niet hoeden? Verklaren we ze dan tijdens het leven niet dood?
Iedere vergeetachtigheid bij het ouderworden is nog geen dementie of voorbode ervan. Ingrijpende gebeurtenissen (het verlies van een geliefde, een ongeval) kunnen een bepaalde vorm van depressiviteit veroorzaken die ook vergeetachtig maakt. Een burn-out kan ook leiden tot een periode van vergeetachtigheid. Ook een narcose op oudere leeftijd in verband met een operatie kan tijdelijk of blijvend leiden tot geheugenverlies. Een andere groep mensen krijgt last van verschijnselen die líjken op dementie, door onvoldoende voeding, ontregelde suikerziekte, of aantasting van de nieren.
Van dementie is sprake als de aantasting van het geheugen door de tijd steeds ergere vormen aanneemt. Op den duur kunnen bepaalde handelingen niet meer verricht worden. Weer later herkent men eigen familieleden niet meer.
Dementie verloopt niet bij iedereen gelijk. Er zijn gemeenteleden met verschillende vormen van dementie. Alle dementerenden hebben echter gemeenschappelijk dat het geheugen wordt aangetast.
De meest voorkomende soort is de ziekte van Alzheimer.We zien dan een geleidelijk voortschrijdend geheugenverlies. Bij een andere groep dementerenden kan het soms een hele tijd constant blijven en dan ineens weer achteruit gaan. Dit is vaak het gevolg van kleine infarcten in de hersenen die voor het geheugen en handelen fatale delen uitschakelen. We spreken dan van multi-infarctdementie.
Verder zijn er nog een aantal andere vormen van dementie zoals de ziekte van Cruetzfeld Jakob, frontaalkwabdementie, of Lowy-body-dementie.
Verslaving door drugs en alcohol kan ook leiden tot blijvend geheugenverlies.

Stadia in het dementeren
De verschijnselen die men aantreft betreffen:
- storingen in korte en lange termijngeheugen;
- storingen in het abstracte denken; dit heeft onder meer gevolgen voor oordeelsvorming; het maken/schetsen van constructies (zoals klok en kubus);
- storingen in spreken (afasie), in handelen (wat moet men met een lepel doen?/apraxie); storingen in kennis (men herkent mensen niet meer);
- persoonlijkheidsveranderingen.

In het ziekteverloop zijn diverse stadia te ontdekken. In het eerste stadium verliest men de grip op de werkelijkheid. Men merkt dat er dingen vergeten worden en probeert er zelfmaatregelen tegen te nemen. Men ontkent over het algemeen de ziekte. Er is sprake van een ‘bedreigd ik’. Over het algemeen wonen deze gemeenteleden nog thuis en hebben daar ondersteuning nodig. Dit kan door middel van hulpmiddelen of door correctie van gedrag. Dit levert bij de patiënt veel onzekerheid op.
Het tweede stadium wordt gekenmerkt door een ‘verdwaald ik’. De oriëntatie in tijd en plaats wordt een probleem. Dit veroorzaaktt angst.
Men heeft behoefte aan verzorging.
Veel van zulke gemeenteleden verblijven in een verzorgings- of verpleeghuis.
Het laatste stadium geeft een beeld te zien van het ’verzonken ik’. Men raakt steeds meer in een isolement en de herkenning van personen (man, vrouw, kinderen) verdwijnt. Deze gemeenteleden hebben behoefte aan verpleeghuiszorg.
Deze stadia gaan in elkaar over en zijn niet duidelijk naar elkaar toe af te grenzen. Dit komt mede doordat patiënten goede periodes kennen en periodes in stadium 1, of periodes in stadium 1 en in stadium 2, die elkaar afwisselen.
De dood kan in ieder stadium intreden door andere lichamelijke oorzaken.
Soms komt het voor dat patiënten overlijden aan de voortschrijdende dementie, waardoor ook voor het lichaam fatale delen van de hersenen worden aangetast.
Het geheugen wordt bij het dementeren als het ware van achteren naar voren opgerold. Dingen vanuit het recente verleden raakt men het eerst kwijt en zo raken langzamerhand ook meer herinneringen uit de jeugd weg.
Het geheugen van een mens bevat echter niet alleen feitelijke informatie.
Onze hersenen bewaren ook indrukken van onze gevoelens bij bepaalde gebeurtenissen. Gevoelens blijven heel lang intact bij het dementeren.
Gevoelens en emoties in het heden kunnen gevoelens en emoties uit het verleden oproepen, en daarbij ook herbeleving en hervertelling van gebeurtenissen waarvan men dacht dat die al lang ‘vergeten’ waren.
Dit laatste is in het pastoraat van belang. Bekering raakt niet alleen het hart en het verstand, ook het gevoel is daarbij betrokken. Men kan daarom tijdens het dementeren mensen lang horen vertellen over wat God aan hun ziel gedaan heeft.

Levensgeschiedenis
Bij het bezoek aan een dementerende is het belangrijk om bekend te zijn met iemands levensgeschiedenis. Daarom is het beter dat men vanuit de kerkelijke gemeente waar de dementerende lid is, pastoraal bezoek brengt. Het overschrijven van dementerenden naar de dichtstbijzijnde gemeente is ongewenst.
Bij het pastoraal bezoek is het over het algemeen gewenst geen beroep te doen op kennis van plaats en tijd van het bezoek. Over het algemeen roept dit bij het voortschrijden van de dementie ergernis op die het verloop van het gesprek zal bemoeilijken.
Men is gewend aan pastoraat onder een beperkt aantal ogen, in een omgeving waar geen vreemden bij zijn. Het stellen van vragen ten aanzien van het geestelijk, godsdienstig leven in een hoek van een huiskamer met andere ouderen is daarom ongewenst. Er ontstaat meer openheid tot een gesprek als u de betrokkene meeneemt naar de eigen kamer, of naar een stille hoek ergens op de gang. Probeer tijdens een gesprek zo te gaan zitten dat er voor de dementerende zo weinig mogelijk prikkels van buiten komen, waardoor men wordt afgeleid (bij voorbeeld met de rug naar het raam, met de rug naar een gang waar steeds gelopen wordt).
Bezoek een dementerende ook niet met twee personen tegelijk. Het gevaar is groot dat u met elkaar gaat praten in plaats van met uw gemeentelid.
Met de eenvoudige vraag: ‘Hoe gaat het met u?’ roept u over het algemeen al een reactie op. Waar het op aankomt, is goed te luisteren naar het antwoord. Want aan de hand van dat antwoord moet u het gesprek voortzetten.
Het antwoord kan aanknopingspunten opleveren ten aanzien van de levensgeschiedenis. Men spreekt bij voorbeeld over vader, moeder, school, oorlog.
Hierop kan een vraag worden gesteld: Hoe ging het vroeger met Bijbellezen aan tafel? Wat betekende dat voor vader, voor moeder? Wat betekent Bijbellezen voor u? Tijdens het gesprek is het van belang oogcontact te houden.
Bij de afsluiting van het bezoek is het goed uit de Bijbel te lezen. Herkenbare Bijbelgedeelten geven nog wel eens een reactie, of men zegt dingen na. Tijdens het lezen van een kort gedeelte is het gewenst ook af en toe oogcontact te onderhouden. Bij het afsluitend gebed is het goed om duidelijk te zeggen dat u gaat bidden en duidelijk uw handen te vouwen. Vermijd echter dat u optreedt als onderwijzer, of als vader, die gebiedt dat de handen gevouwen moeten worden. De bezochte is geen kind en voelt zich geen kind.
Bij opname in een verpleeghuis kan men opstandigheid tegenkomen.
Opstandigheid laat zich niet wegredeneren door te zeggen dat het toch zo’n mooi huis is, en dat er goed voor betrokkene wordt gezorgd. Men voelt zich soms in een gevangenis. Aandacht besteden aan deze gevoelens is gewenst. Zo kunnen we samen zoeken naar voorbeelden uit het dagelijks leven, of naar voorbeelden uit de Bijbel, over wegen die anders gaan dan wij hadden gedacht. Dat kan opening bieden tot verder gesprek.
Na verloop van tijd kunnen de communicatieve vaardigheden sterk afnemen. Soms kan het tonen van een foto van de kerk waar men jaren gekerkt heeft, een reactie opleveren. Dat kan ook gebeuren met een plaat uit een kinderbijbel, of met het tonen van een bijbeltje.
Psalmregels kunnen tot bijna het laatste toe blijk van herkenning geven.
Over zo’n psalmregel kan wat gezegd worden. Het is ook goed om samen een psalm te zingen.
Er zijn situaties waar men eindeloos psalmregels herhaalt. Dit kan zonder inhoud zijn. Het kan echter ook zijn dat de psalm betekenis heeft gehad in iemands leven en dat men een zekere geborgenheid ervaart in het opzeggen van die psalm. Bij het opzeggen van psalmen kunnen mensen klakkeloos regels afmaken. Anderen noemen af en toe een woord. Als de woorden naast elkaar worden gezegd kan dit bepaalde gevoelens tot uitdrukking brengen. Gevoelens die men niet meer kan verwoorden,maar die met behulp van aangereikte woorden nog wel kunnen worden geuit.
Bij het weggaan is het goed geen direct beroep te doen op iemands geheugen.
Het vragen naar wat u gelezen heeft, roept soms geen reactie op, of een foute reactie. Een ander mag er wel naar vragen, bijvoorbeeld verplegend personeel: ‘Waar ging het over?’ Er worden soms antwoorden gegeven waarin de feiten worden omzeild, maar die toch aangeven dat men begrepen heeft waar het over ging.
Een dementerende mevrouw antwoordde eens: ‘Het ging over mijn hart.’
De opdracht is om het zaad te zaaien aan alle wateren. De Heere doet met zijn Woord wat Hem behaagt.

Barendrecht, ds. L. Terlouw

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

De Saambinder | 16 Pagina's

Is iemand krank onder u? (10)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

De Saambinder | 16 Pagina's