Art. 234 B.W.
1. Minderjarigen zijn onbekwaam rechtshandelingen te verrichten voorzover de wet niet anders bepaalt
2. Een minderjarige die met oordeel des onderscheids handelt, is bekwaam rechtshandelingen te verrichten met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger, voorzover deze bevoegd is die rechtshandelingen voor de minderjarige te verrichten (de rest van dit lid bevat details)
3. Hij is bekwaam over gelden die zijn wettelijke vertegenwoordiger voor levensonderhoud of studie te zijner beschikking heeft gesteld, overeenkomstig deze bestemming te beschikken
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1976
Zicht | 36 Pagina's