Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse Leerregels 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse Leerregels 34

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het eerste Artikel van het tweede hoofdstuk der Dordtse Leerregels gaat het over de noodzakelijkheid der voldoening van Christus. En het tweede artikel wijst op de feitelijkheid van die voldoening, het belijdt de, waarheid, dat de Heere Zijn Zoon gegeven heeft tot een Borg voor de Zijnen. De diepste gronden toch van de zahgheid van de kerk Gods liggen in het eeuwige Wezen Gods. Dat God een in Wezen is en drie in Personen is de allerdiepste grondslag van de zaligheid van Gods volk. Op dat drieënig bestaan Gods rust de eeuwige verkiezing weer, waarin ook Christus als het Hoofd der verkorenen ook Zelf Voorwerp is. En daarmede is ook de uitverkiezing het uitgangspunt en grondslag van de zaligheid dergenen, die des.Heeren zijn, en is Christus voorts in de eeuwige vrederaad al, verordineerd als Middeloorzaak van de zaligheid. En nu was het juist tegenover de Remonstranten nodig om daar alle nadruk op te laten vallen. Het recht Gods is als eigenschap Gods uit zijn eigen aard en natuur oneindig, en daarmede ook door de overtreding de schuld van de gevallen mens. Zou nu dat Goddelijk recht bevredigd kunnen worden, dan móest er ook een oneindige genoegdoening aan geschieden. De mens van nature is er dodelijk onbekwaam toe, en geen enkel schepsel, hoe voortreffelijk ook, is er van zichzelf uit in staat toe. En nu wijst het tweede artikel hier er op, dat God in Zijn oneindige barmhartigheid Zijn eniggeboren Zoon tot een Borg gegeven heeft. Oneindig is het recht des Allerhoogsten, oneindig is ook Zijn strafvorderende en strafoefenende gerechtigheid, oneindig is ook Zijne barmhartigheid, en souvereinc majesteit. En men ziet het hier maar weer, eerst moet voldaan worden aan het oneindige recht des Heeren. Dat is de eis. Dat recht en die Goddehjke deugden moeten opgeluisterd worden, en in die weg kan de barmhartigheid Gods tevoor- . schijn treden. En zo vangt ook hier het tweede hoofdstuk der ware leer tegenover de dwalingen der Remonstranten aan met de eis Gods en het onvermogen van de gevallen mens om er aan te voldoen. En wat lijkt dat toch ook als twee druppels water op elkander met de Catechismus, die immers ook eerst komt met het stuk der ellende, om langs die weg dan vervolgens de hoge noodzakelijkheid van de voldoening door Christus aan te wijzen. Daarom ook spreekt dit tweede artikel de belijdenis uit: Maar alzo wij zelven niet kunnen genoegdoen en ons van de toorn Gods bevrijden, zo heeft God uit oneindige barm, hartigheid Zijn eniggeboren Zoon ons tot 'n Borg gegeven, die, opdat Hij voor ons zoude genoegdoen, voor ons of in onze plaats, zonde en vervloeking aan het kruis geworden is.

De mens kan onmogelijk van zichzelf uit aan het recht Gods voldoen, zo wordt hier aangewezen. De zonde toch, en de val in het paradijs, was een zonde tegen de oneindige Majesteit Gods. Ze bracht dus een oneindige schuld mede, of verbintenis tot inlossing of betaling. En waar de mens geen enkele penning van zichzelf betalen kan, brengt ze mee een oneindige straf of vloek. Van 's mensen kant is dat dus totaal afgesneden. En alzo de mens zichzelf, zo belijden hier onze Vaderen, dus onmogelijk kan bevrijden en God genoegdoen, heeft de Heere nu Zelf uit Zijn eigen souverein welbehagen, een weg aangebracht, waar geen weg meer overschoot. En dat, naar Zijn eigen Goddelijk welbehagen, uit Zijn oneindige en souvereine barmhartigheid, door de dood des Zoons Gods. De Zone Gods was daar het meeste toegeëigend in het Goddelijke Wezen. De Vader kan niet tegelijk de Rechter en de plaatsvervangende Borg zijn. Maar de Zoon is, staande tussen de Vader en de H. Geest, en kan gezonden worden en zenden als de Middelste. Hij ook is van nature het volmaakte Beeld des Vaders, die de gevallen verkorenen, geschapen naar Gods evenbeeld, weer terecht kon brengen. En als de Zoon was het Hem ook toegeëigend om gevallen zonen en dochteren terug te brengen in de schoot des Vaders. Hij staat in onderscheiden betrekkingen en verhoudingen tot de Zijnen, maar hier wordt nadruk gelegd op Zijn Borgschap. En dat juist in verband met de hemelhoge schuld, die zij hebben bij God. Hij is gegeven tot een Borg, niet een bijspringende, maar een volstrekte Borg, waar immers niets meer aan des mensen kant was overgebleven, om nog bij te zetten. En deze gave van de Boig der gerechtigheid kwam voort uit het souvereine, eenzijdige welbehagen Gods. En zo belijdt dit artikel, dat Hij een schuldovernemende en schuldbetalende Borg is, die in de plaats trad van de schuldenaar. De dood van de Heere Jezus, als de volstrekte Borg en Middelaar Gods en der mensen, was dus niet maar ten goede, maar werkelijk in de plaats tredend van degenen, voor wie Hij de dood is ingegaan en de vloek Gods heeft ondergaan. Want „voor ons" in de zin van , , ons ten goede", zou nog ook kunnen betekenen, dat Hij „tot ons nut", of „ons tot een voorbeeld' gestorven zou zijn. En daarom ook mede wordt er scherp onderscheidend gezegd dat Hij „voor ons" of „in onze plaats" zonde en vervloeking aan het kruis geworden is. Zo leert o.a. Rom. 5 : 7 en 8 al heel duidelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

De Dordtse Leerregels 34

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's