CATECHISMUS, LEERBOEK VAN DE ORDE DES HEUS

ZONDAG 25.

Catechismus, leerboek van de orde des heils.

Zondag 25.

Het is ons met ernst en klaarheid op het hart gebonden, dat alleen het geloof ons Christus en al Zijn wel daden deelachtig maakt. En toch blijven velen staan in het geloof, dat niet veel meer betekent dan crediet hebben voor zichzelf. Uit innerlijke gemoedsgestalten en gebedsverhoringen, wordt ’t opgemaakt en vastgesteld kind des Heeren te zijn. Want de mens is geneigd, al is het niet opzettelijk, zijn historisch geloof te houden voor het zaligmakend geloof. En inderdaad, het licht van de lamp der belijdenis is van grote betekenis, maar als de olie des Geestes ontbreekt in het vat des harten, komt men vroeg of laat in de verschrikking van de duisternis te staan.

Wij hebben het met emst ter harte te nemen, dat het geloof kind des Heeren te zijn, om deelgenoot te worden van de eeuwige zaligheid, zijn grondslag moet hebben in Christus. In Hem is de liefde des Vaders, en zo wordt door Hem de zegen van het kindschap gesmaakt. Zodat het hier gaat om het geloof dat door de liefde werkt en uit kracht daarvan dierbaarheid ziet in Christus. En Hij Die ons geschonken wordt door de Vader, wordt dan ook door het geloof uit Zijn hand aangenomen. En in die liefde des Vaders is de zoete en zalige vrucht van het kindschap, om kinderlijk te leren leven. Waartoe de beleving van het geloof tot onze bekering, rechtvaardigmaking en heiligmaking, met steeds meer klaarheid in Christus gevonden wordt, tot wasdom van het geestelijke leven. Want Hij is en blijft het Voorwerp en de inhoud van het geloof.

En nu het laatste gedeelte van de vraag: “Van waar komt zulk een geloof?” En die afkomst is van grote betekenis. Want de godsdienstige mens weer met zijn godsdienstige beschouwing heel wat geloof tot stand te brengen, wat bij de poorten der eeuwigheid op een bittere teleurstelling zal uitlopen. Het geloof dat het stempel van de Heilige Geest niet draagt, kan niet als echt erkend worden. Want daarin wordt Zijn zalving gemist en dat is het getuigenis van de Heilige Geest. Want Hij werkt bij de aanvang en bij de voortgang het geloof in onze harten door de verkondiging van het heilig Evangelie.

Het is en blijft in het dierbare Evangelie een openbaring van God in het hart, dat Christus door Hem gezalfd is. Zodat het Woord niet slechts een bloot wetenschappelijk boek is, maar een Goddelijke openbaring die het hart te verstaan krijgt door de onderwijzingen van de Heilige Geest. Laat Hij dan toch door onze nalatigheid in het zoeken van Zijn bediening, niet bedroefd worden. Want Hij heeft dat uit liefde tot onze zaligheid voor Zijn rekening genomen. Wat door Hem tot op de dag van heden gestand gedaan wordt. En dat sterkt Hij door het gebruik van de Sacramenten. Wat ons hier doet denken aan het Goddelijk spreken tot ons in de staat der rechtheid tot onderwijzing in het geloof, tot bevordering van het leven met de Heere in de staat der rechtheid. Hij gaf de mens een plaats in het paradijs om met Hem en voor Hem te leven in de weg der gehoorzaamheid, tot verkrijging van het ingaan in de eeuwige heerlijkheid. Waartoe de boom des levens en de boom der kennis des goeds en des kwaads hem werd geschonken, als sacramenten van het verbond der werken.

Het Goddelijk spreken dat weerklank bekomen had in het hart van de mens, werd bevestigd door het sacramentele zien op de twee bomen, die daartoe waren afgezonderd. Waarmee de mens gewapend stond tegenover de vorst der duisternis met de redeneringen van het ongeloof.

Maar in de verkondiging van het Evangelie gaat het om de enige en algenoegzame offerande van Jezus Christus tot verkrijging van het geloof. En in de bediening van de sacramenten ontvangen wij van de Heere heilige, zichtbare waartekenen en zegelen. En daarmee eist de Heere niet alleen het gehoor der oren, doch ook het gezicht der ogen op, tot volharding in het geloof en tot versterking van het geloof. En dat is een allerduidelijkst bewijs van Gods nederbuigende goedheid in Christus, want dat is door Hem verdiend. Hij heeft het gezicht Zijner ogen en het gehoor van Zijn oren nooit van Zijn God afgewend. Is zelfs met het gehoor van Zijn oren en het gezicht van Zijn ogen borgtochtelijk afgedaald in de vloekdood des kruises. Zodat Christus het gehoor der oren en het gezicht der ogen heeft verworven. Opdat wij die nu in de staat der genade zouden gebruiken door Zijn Geest in het geloof, tot Zijn verheerlijking en onze versterking. Want de kracht van het geloof is niet in het wezen, doch in het Voorwerp des geloofs.

De sacramenten zijn heilige zichtbare waartekenen en zegelen, van God ingezet. Heilig, als een bijzonder geschenk van de Heere tot wasdom van het leven des geloofs, dat door de Heilige Geest is gewerkt. Dienende tot het afsterven van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens. Het zijn zichtbare waartekenen, want de Heere heeft ziel en lichaam gekocht en bestemd voor Zijn dienst. Om door die kracht ons oog steeds weer en steeds meer af te wenden van de ijdelheid. Om echt geestelijk te zien op de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs.

Het zijn heilige zichtbare waartekenen van Hem, Die gezegd heeft: „ en Ik zal geven dat hun werk in der waarheid zal zijn, en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken.” Zodat de gelovigen in waarheid op Hem zouden vertrouwen. Het zijn dan ook waartekenen van het heil door Hem verworven. V?tn het rechtvaardig zijn in Christus voor God en erfgenaam van het eeuwige leven. Met deze waartekenen worden al de redeneringen en verdenkingen van het ongeloof door de Heere weggevaagd. Het zijn zegelen van het rechtvaardig zijn in Christus voor God. De Heere komt met Zijn tekenen en zegelen tot ons in het geloof, wat ons door Hem wordt toegerekend. Opdat wij door het geloof in dat licht op Hem zouden zien. En dat is de sacramentele verzegeling van het in Christus rechtvaardig te zijn voor God.

Opdat Hij ons door het gebruik daarvan, de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegeling namelijk dat Hij ons, vanwege het enige slachtoffer van Christus aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt. En zo vervult de Heere in het geloof de belofte van het schenken en deeiachtig maken, tot versterking in het geloof en dat is tot bevestiging in de staat der genade. Om door het aannemen van Hem te wandelen in Hem.

Op de vraag: Zijn dan beiden, het Woord en de Sacramenten daarheen gericht, of daartoe verordend, dat zij ons geloof op de offerande van Jezus Christus aan het kruis, als op de enige grond van onze zaligheid wijzen?Wordt geantwoord: Ja, zij toch, want de Heilige Geest leert ons in het Evangelie en verzekert ons door de Sacramenten, dat onze volkomen zaligheid inde enige offerande van Christus staat die voor ons aan het kruis geschied is.

En zo zijn de gelovigen met Hem in de vloekdood des kruises ondergegeaan, waarin Hij dan ook omhelsd wordt. Om zo te roemen in Zijn opwekking door de Vader, en te delen in het licht van Zijn vriendelijk aangezicht.

Waarmee ons die heerlijke geloofsbeleving met klaarheid wordt voorgesteld en waarop het hart altijd weer in die beleving amen zegt. Maar daartoe moeten wij altijd weer leren geloven op de leerschool van de Heilige Geest. Zodat het hier ook op de innerlijke beleving van de kinderlijke afhankelijkheid aankomt, om door de dierbare werkingen van de Heilige Geest gesteld te worden in de beleving van het geloof. Het is voor ons niet profijtelijk en ook niet tot eer van de Heere, zich met de staat van het geloof op de been te houden. Want dan wordt het hart er niet inniger door aan de Heere verbonden. Wat wij zo nodig hebben om vaardig en waardig te gaan op de weg van heiligmaking. Het gebruik mag niet worden een blote gewoonte, want dat werkt de slordigheid in de hand. Het moet in ons hart blijven een hongeren en dorsten naar de gerechtigheid van Christus, om de Heere in de tekenen en zegelen van Zijn genade te mogen ontmoeten. Want in Hem is onze vrede, onze sterkte en blijdschap. Het gaat in de bediening van het Evangelie en het gebruik van de Sacramenten om de levende Christus. En dan wordt het steeds meer een leven in Hem en van Hem in ons hart met de heerlijke onderwijzingen van Zijn Geest. En die heerlijke oefeningen hebben al de levenden nodig tot wasdom in de genade.

Soest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen