Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPGRAVINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPGRAVINGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

6.

Datering van ruïnelagen.

Een hoogst belangrijk punt komt aan de orde bij het afschilferen van een teil.

Uit de vorige artikelen bleek, dat een teil (— ruïneheuvel) bestond uit verschillende lagen, die ieder een bepaalde periode uit het leven van de verwoeste stad vertegenwoordigen. Aan het afgraven van deze lagen heeft men heel weinig, wanneer men de ouderdom ervan niet kan bepalen. Immers, slaagt men daar niet in, dan kan men nooit een duidelijk beeld van een bepaalde periode van de stad krijgen wat betreft haar cultuur enz. in vroegere eeuwen.

De datering is wel het allermoeilijkste onderdeel voor de opgraver. Lange tijd wist men geen geschikt middel om ook maar bij benadering te zeggen, hoe oud een bepaalde laag of stratum in een opgegraven stad wel was. Vaak maakte men een schatting, die doorgaans op geen enkel punt betrouwbaar was.

Het gemakkelijkst is de datering, wanneer tussen zand en puin inschriften worden gevonden. Nog gemakkelijker wordt het, wanneer de gevonden inschriften gedateerd zijn. Het eigenaardige is echter, dat dat wel in Egypte het geval is, maar praktisch nooit in Palestina, zodat men dan met de thans bekend zijnde semietische geschiedvorsing af moet gaan op de vorm en de inhoud van een gevonden schriftelijk document, wat uiteraard niet ieders werk is. Daar komt nog bij, dat schriftvondsten in Palestina tamelijk schaars zijn in tegenstelling tot andere Oosterse gebieden. Mogelijk wijden we later hier nog eens een apart artikel aan.

wijden we later hier nog eens een apart artikel aan. Een andere dateringsmogelijkheid bieden de scaraheeën. Deze dingetjes zijn afkomstig uit het oude Egypte. Het waren zegelsteentjes in de vorm van een mestkever, het Egyptische heilige dier bij uitnemendheid. De scarabeeën zijn dan ook het symbool van de oude heidense, speciaal Egyptische godsdienst. Ze waren in gebruik bij de dodenjcultus, werden gegeven als nieuwjaarsgeschenken en ook liet men ze maken als gedenkpenning bij belangrijke gebeurtenissen. Het mooie voor ons is, dat op de platte onderkant bijna altijd een tekening of een inschrift van de farao of de gebeurtenis, naar aanleiding waarvan ze gemaakt waren, voorkwam.

Talrijke scarabeeën hebben hun weg naar het buitenland gevonden, b.v. in de vorm van geschenkzendingen en zo kwamen ze ook in Palestina, vooral in het zuiden van het land. Vele dateren uit de Hyksostijd, toen één volk zowel Egypte als Kanaan beheerste, vóélde Israëlietische geschiedenis.

Wanneer nu in een ruïnelaag deze zegelsteentjes gevonden worden, kunnen ze onschatbare diensten bewijzen bij de datering. En toch — en dat is nu juist de moeilijkheid weer — de scarabee is niet steeds een veilige gids. Immers komen deze dingen niet altijd terecht in de laag of in het graf, dat gelijktijdig is met de datum, die zij suggereren en ook is ontdekt, dat ze dooide inheemse bevolking in latere eeuwen werden nagemaakt om b.v. dienst te doen als amuletten. Het beste • bewijs hiervoor was het onhandig copiëren van de hiëroglyphen.

Conclusie: Om de datum van een palestijnse ruïne te bepalen wordt men zelden geholpen door inschriften en is men derhalve aangewezen op andere, minder rechtstreekse en bijgevolg minder gemakkelijke methodes.

thodes. Het volgende dateringsmiddel, dat we kort willen bespreken, is de architectuur.

Immers we weten uit de Algemene wereldgeschiedenis, dat een bepaalde periode vaak gekenmerkt wordt door een ze3r bepaalde bouwstijl. Om er enkele te noemen: de romaanse stijl, de barokstijl, vroeg-en laat renaissancestijl enz. Uit onze eigen Vaderlandse geschiedenis zouden we nog kunnen noemen de trapgevels, de zadeldaken enz., zoals die in oude stadjes of op het afgelegen platteland nog voorkomen. Ziet men een dergelijk gebouw, dan weet men zonder meer, in welk tijdvak het werd gebouwd.

welk tijdvak het werd gebouwd. Nu ligt het sterk voor de hand, om in Palestina in die richting ook te gaan zoeken, want architectuur is iets, wat uit zijn aard in voortdurende ontwikkeling is en een bepaalde stijl is eigen aan een bepaalde tijd.

Jammer genoeg geldt dit weer niet voor Kanaan in ieder geval niet voor het oude Kanaan. Onderzoekinge? i hebben uitgewezen, dat dg oud-palestijnse beschaving zeer armoedig was, waarin de architectuur zich niet noemenswaardig ontwikkeld heeft. Dit geldt vooral voor de vóór-Israëlietische periode. Er is gezegd, dat een bouwwerk uit ± 2000 j.v. Chr. niet te onderscheiden is van een ander uit ± 1000 j.v. Chr. Van een eigen bouwkunst kan men meestal niet spreken. Eerst wanneer Salomo koning is, begint iets dergelijks te groeien,

waarschijnlijk door de invloed van koning Hiram van Tyrus. Ook in de uitwendige bloeiperiode ten tijde van Omri, Achab en Jerobeam II werden imposante gebouwen in Samaria opgericht, die enigszins een eigen karakter verraden volgens de opgravingen, maar zulke bijna alleenstaande voorbeelden vormen nog geen geschiedenis van palestijnse bouwkunst.

Daar komt nog dit bedenkelijke feit bij, dat herhaaldelijk geconstateerd is, dat oud bouwmateriaal veelvuldig werd gebruikt voor nieuw op te trekken gebouwen. En als men daarbij bedenkt, dat volgens gewoonte iedere bouwsteen werd versierd met 's Konings naam of met andere tekens en/of letters (hiëroglyphen), dan is het gemakkelijk te begrijpen, hoe licht men dan op een dwaalspoor kan komen.

Conclusie: De architectuur, behoudens enige uitzonderingsgevallen in latere perioden, moet uitgeschakeld worden als hulpmiddel om de ruïnes van Palestina te dateren.

Gelukkig zijn er nog andere manieren. Die zullen we echter niet alle bespreken. We noemen slechts nog het muntwezen. Over 't algemeen komen munten voor, tenminste als muntstelsel, in zeer late periodes en daarom hebben ze allen betekenis voor de jongere tijd. Daar kunnen we dus ook verder het zwijgen toe doen.

Do sleutel, die ons de poorten van het geheim der datering van ruïneheuvellagen zal openen, is DE POTSCHERF.

Dit schijnbaar waardeloze ding heeft recht op een uitvoerige bespreking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1953

Daniel | 8 Pagina's

OPGRAVINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1953

Daniel | 8 Pagina's