bijbellezen

De noodzakelijkheid van het lezen van Gods Woord wordt bevestigd uit de aloude gewoonte in het lezen van Gods Woord, gebruikelijk bij de Joden en de Christenen. In het openbaar gebeurde dit in Nehem. 8, Lukas 4, Hand. 15. Ook door gelovigen in het bijzonder, gelijk dit in het voorbeeld van David en andere heilige mannen doorstraalt: ie Ps. 119 : 24. „Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen en mijn raadslieden". Hiervandaan was het dat Timotheüs van kindsaf de Heilige Schriften geweten had, 2 Tim. 3 : 15. En die van Berea worden daarom edeler genoemd als die van Thessalonica; niet alleen omdat zij het Woord ontvingen met alle toegenegenheid, maar omdat zij dagelijks de Schriften onderzochten of deze dingen alzo waren, Hand. 17 : 11,

Zulks vloeit ook uit het doel, dat God in het geven van Zijn Woord heeft beoogd, namelijk: m Zijn kinderen wijs te maken tot zaligheid, 2 Tim. 3 : 15. Hierom zeide God tegen Habakuk: Schrijf het gezicht en stel het duidelijk op tafelen, opdat daarin leze die voorbij loopt", Hab. 2 : 2. „Opdat zij daaruit zouden leren de Heere, hun God, te vrezen en Zijn inzettingen te bewaren", Deut. 17 : 19.

Tenslotte ligt daaraan voor een ieder gelovige ten hoogste gelegen, want al wat te voren geschreven is, dat is tot hun lering te voren geschreven, opdat zij door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften hoop zouden hebben, Rom. 15 : 4. En geen wonder, want dit Woord bevat het Testament der genade, waarbij zij erfgenamen van het eeuwige leven verklaard, de overheerlijke erfgoederen ontdekt en de middelen worden aangewezen om die dadelijk te bezitten. Wat nut of voordeel zou dit hun geven, als ze niet geoorloofd waren dat alles te lezen? Immers was het tevergeefs, indien het voor hun als verzegeld bleef en zij alleen uit het getuigenis van anderen de zekerheid daarvan moesten geloven. Wat moet het integendeel een uiterst genoegen naar ziel en lichaam voor dezulken veroorzaken, die in dit Woord dat Testament in zijn grondslag en krachtdadige uitvoering lezen mag! Wat moet hen dit sterken in alle druk en ellende en tegenspoeden der wereldi Dit betoonde David als hij uitriep in Ps. 119 : 92 „Indien Uw Wet niet ware geweejt al mijn vermaking, ik was in mijn druk al lang vergaan".

(Uit: „Het licht der waarheid" van Robbertus Emilius).

Bij belrooster:

Zondag 10 januari Jesaja 11 Maandag 14 december Prediker 9 Dinsdag 15 december Prediker 10 Woensdag 16 december Prediker 11 Donderdag 17 december Prediker 12 Vrijdag 18 december Hooglied 1 Zaterdag 19 december Hooglied 2 Zondag 20 december Maleachi 3 Maandag 21 december Lukas 1 : 1-25 Dinsdag 22 december Lukas 1 : 26-56 Woensdag 23 december Lukas 1 : 57-80 Donderdag 24 december Matth. 1 Job 33 Job 34 Job 35 Job 36 Job 37 Job 38 Job 39 Jesaja 40 Jesaja 42 Jesaja 49 Jesaja 52 Jesaja 60 Vrijdag 25 december Lukas 2 : 1-20 Lukas 2 : 21-40 Zaterdag 26 december Matth. Gen.7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen