Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jakobsladder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jakobsladder

Twee mannen in witte kleding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

...zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? (Hand. 1:10b,11) ...een grote schare... staande voor den troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palm[takken] waren in hun handen. (Openb. 7:9) Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen... (Openb. 3:4,5)

De blik van de discipelen is verkleefd aan de steeds kleiner wordende gestalte van de ten hemelvarende Jezus. Hun ogen zijn zalig van zien: ‘s Vaders Gunsteling en hun Heere brengt Zijn werk en Kerk in het hemels heiligdom, onwrikbaar vast ligt voor hen de zaligheid! Zij kennen Hem nu nader dan voorheen, de betrekking is alleen maar nauwer geworden. En al neemt een wolk Hem weg van hun ogen, níet van hun geloofsogen. Met brandende wederliefde en onuitsprekelijke vreugde blíjven zij omhoog zien, aanbiddende. Zie ze daar staan, als zouden ze er nooit meer weggaan -de hemel in het hart, de aarde onder de voeten, heilig verrukt. Daar, op de top van de Olijfberg. Zouden de twee mannen in witte kleding het hemelvaartsgesprek niet begonnen zijn, de discipelen zouden hen niet opgemerkt hebben. Maar nu horen zij: ‘Gij Galilese mannen’ En zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding.

Gehoorzaamheid der engelen
De uitverkoren engelen verheerlijken God in alles wat ze zijn en doen. Hun wil is verslonden in Gods wil, nooit is er bij hen een zweem van tegenspreken. ‘Looft den HEERE, Zijn engelen, gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords’ (Ps. 103:20). Blijkt dat ook niet op een bijzondere wijze bij deze engelen? Christus ging in de hemel der hemelen met onzegbare heerlijkheid en eer. Zijn Vader heeft Hem uitermate verhoogd - o Zoon van Mijn liefde, ga in, in de vreugde van Mijn ziel en zit aan Mijn rechterhand! De engelen en de zielen van de volmaakt rechtvaardigen gaven hem de hoogste lof. Zouden die twee engelen daar niet bij hebben willen zijn? Maar gezonden tot de discipelen op de Olijfberg, deden zij ‘s Vaders welbehagen gewillig en volvaardig. Het was hun hoogste lust/ Daarop wijst de Heidelberger Catechismus in vraag en antwoord 124: ‘Welke is de derde bede? Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde - dat is: Geef dat wij en alle mensen onzen eigen wil verzaken, en Uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn; opdat alzo een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewilliglijk en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren als de engelen in den hemel doen’.

Gij Galilese mannen
1. Wat staat gij en ziet op naar de hemel, alsof de aarde u niets meer te zeggen heeft? Heeft Jezus u niet in Galilea geroepen: ‘Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken’? Hebt u niet terstond uw netten verlaten, bent u Hem niet nagevolgd? Ga dan nu naar de stad Jeruzalem, gelijk Hij u gezegd heeft. En blijf aldaar totdat Hij u de Heilige Geest zal zenden van de Vader, gelijk Hij beloofd heeft (Joh. 15:26). Gij zult Zijn getuigen zijn, zelfs tot aan het uiterste der aarde.
2. De verhoogde Koning is ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij, en allen naam die genaamd wordt. Niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende (Ef. 1:21). Door Hem regeert de Vader alle ding. Altijd bewijst Hij Zich als het Hoofd van Zijn Christelijke Kerk: Zijn volk is zeer gewillig op de dag van Zijn heirkracht, elk verbroken hart toont Zijn overwinnende genade, elke blijdschap in God Zijn vertroostende genade. Naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest zal Hij nimmermeer van Zijn gemeente wijken. Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, hun ziel zal Hij bewaren!
3. De mannen in witte kleding wijzen de Galilese mannen op de jongste dag: ‘Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren’ (Hand. 1:11b). Alles spoedt zich naar de toekomst van de Zoon des mensen. Hij verlangt naar Zijn bruid! Hij zal haar ten dien dage tot Zich nemen en al Zijn en haar vijanden onder Zijn voeten verpletteren.

Uw koninkrijk koom’ toch, o Heer’!
Ai, werp den troon des satans neer;
Regeer ons door Uw Geest en Woord;
Uw lof word’ eens alom gehoord,
En d’ aarde met Uw vrees vervuld,
Totdat G’ Uw rijk volmaken zult.

Witte kleding
Heeft het witte kleed van de engelen geblonken? We weten niet meer dan dat de oorspronkelijke woorden wijzen naar een sierlijk, smetteloos wit gewaad. Hier, bij de hemelvaart van Christus, wijst het naar de volmaaktheid van het Koninkrijk van Gods heerlijkheid en in het bijzonder naar het zalig hemelleven dat de triomferende kerk eeuwig bezitten zal - haar overwinning en heerlijkmaking.
1. Met diep ontzag aanschouwde Johannes een grote schare die niemand tellen kon uit alle natie en geslachten en volken en talen, bekleed zijnde met lange witte klederen (Openb. 7:9). Onafzienbaar groot en veel, als sterren aan de hemel, als zand aan de oever van de zee. Hij zag de triomferende Kerk, volkomen in getal, in het volle bezit van de heerlijkheid der zaligheid. Deze schare - die allen, die alleen. Want die God tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt (Rom. 8:30).
2. Johannes zag hen voor de troon en voor het Lam. Voor de troon van hun God, de allerhoogste Majesteit in het rijk der heerlijkheid. En voor het Lam, Dat de zonde der wereld wegnam. Zijn almachtig bloed reinigde die ontelbaar velen van al hun zonden. Zijn opstanding was een zeker pand van hun zalige opstanding. Nu zijn de erfgenamen van het eeuwige leven met Christus verheerlijkt. Deze schare is Zijn loon, Zijn blijdschap, Zijn bruid! Hun lange, witte klederen blinken en palmtakken zijn in hun handen. Dáár, eeuwig en altoos, roepende met grote stem: De zaligheid zij onzen God, Die op den troon zit, en het Lam (vs. 10). Johannes zag wat geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, en in het hart van geen mens is opgeklommen. O, onuitsprekelijke volmaaktheid en vreugde! O eeuwigheid der heerlijkheid!

De hemel looft, o HEER’,
Uw wond’ren, dag en nacht;
Uw waarheid wordt op aard’
de glorie toegebracht,
Daar Uw geheiligd volk
van Uwe trouw mag zingen;
Want wie is U gelijk bij al de hemelingen?
En, welke vorsten ooit
het aardrijk moog’ bevatten,
Wie hunner is, o HEER’,
met U gelijk te schatten?

3. Het gewaad dat de engelen droegen in de morgen der opstanding, zal het overwinningskleed zijn van al de onderdanen van Koning Jezus. De Vorst des levens overwon voor al de Zijnen en zij hebben overwonnen door Hem. De weg die ten leven leidt, is smal, de driehoofdige vijand machtig, talloos de verzoekingen. Daarom, de rechtvaardige wordt nauwelijks zalig. Vaak ligt hij in de geestelijke strijd onder. Ook zijn de dagen van slapheid en afwijken zonder getal.

‘Gij mannen, hoe lang zal Mijn eer tot schande zijn?’ (Ps. 4:3). Maar o getrouwe God en Koning, Gij zult Uw hand niet aftrekken. Gij zult hen gedurig opwekken tot een nieuw leven, hen bij de verworven verlossing beschutten en behouden en tot U trekken. Al zijn ze zo zwak dat ze niet één ogenblik kunnen bestaan, Uw kracht wordt in zwakheid volbracht. Wie zal hen scheiden van Uw liefde?

Gij zijt toch mijn Koning
van ouden tijd,
Die mij wilt en openlijk
kunt bewaren.
Als mij zware nood hier
is wedervaren;
Gij hebt mij duizendmaal
daarvan bevrijdt.

(Ps. 74 vers 12, Datheen)

Vrije genade zal heersen, daarom zullen Christus’ onderdanen als overwinnaars van de zonde en de wereld bekleed worden met het sieraad van de wit-blinkende stola (Openb. 6:11). Als een teken van heiligheid en overwinning. Tot roem van vrije genade zullen zij meer dan overwinnaars zijn door Hem Die hen heeft liefgehad (Rom. 8:37). Hij zal het goede werk dat Hij aan hen begonnen heeft, voleindigen. Gelijk Hij beloofde: ‘Zij zullen met Mij wandelen in witte klederen, overmits zij het waardig zijn. Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens, en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen’ (Opb. 3:4,5). Wat zal het dan wezen als op de jongste dag de heirlegers van engelen en gezaligde zielen hun triomferende Koning zullen volgen op witte paarden, gekleed met wit en rein fijn lijnwaad (Openb. 19:14). Wat zal alsdan ook ten volle waar zijn: ‘Alzo zijn de goddelozen niet’ (Ps. 1:4a).

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 2011

De Saambinder | 16 Pagina's

Jakobsladder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 2011

De Saambinder | 16 Pagina's