Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kort preken!?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kort preken!?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is de wenselijke lengte van een preek? In het boekje ‘Hebt u even?’, dat vijf-minuten-radiotoespraken bevat die ds. Jac. van Dijk in 1960 voor de NCRV-microfoon hield, is er een met als titel ‘Hoe vindt u dat er gepreekt moet worden?’. Hij liet als het ware een luisteraar antwoorden: „Kort! Vooral kort!” Waarop Van Dijk reageerde: „En als men naar een ‘One man show’ gaat, dan moet het lang duren. Vooral lang.”
Wat is kort en wat is lang? Als we de pinksterpreek van Petrus lezen, in Handelingen 2, dan heeft deze niet langer dan vijf minuten geduurd en is ze bijzonder rijk gezegend. Bij de hagepreken die in de dagen der Reformatie gehouden werden, keek men niet op het horloge. Urenlang duurden zulke samenkomsten. Ze zijn ook tot grote zegen geworden.
Ten diepste is het onbelangrijk hoe lang een preek duurt. Paulus, die eens zijn rede voortzette tot in de nacht, waarbij Eutychus uit het raam viel, schrijft in de eerste brief aan Korinthe dat alle dingen eerlijk en met orde dienen te geschieden. Daar behoort ook de prediking bij.

Bernardus van Clairveaux trok er een uur voor uit. Calvijns preken waren eerder korter dan langer. Maximaal vijftig minuten. Hij schreef in 1522 aan zijn vriend Guillaume Farel, die blijkbaar nooit op de klok keek: „Ik hoor dat jouw buitengewoon lange preken aan veel mensen reden geven om te morren (...) maak het liever met geweld korter dan dat je de satan gelegenheid geeft, die hij zoekt. Je weet om te beginnen dat wij ook bij de onwijzen in de schuld staan (Rom. 1:14); niet dat we door al te grote toegeefl ijkheid hun dwaasheid moeten aanmoedigen, maar we moeten ze proberen te trekken doordat we hun wat geven.
(...) Maar omdat de Heere ons roept om de kansel te bestijgen niet om tot ons maar om tot de gemeente te preken, daarom moeten we zo een manier van preken hebben dat niet uit verveling verachting voor het Woord groeit.”

Op de synode van Dordrecht werd in 1574 bepaald: „De kercken-dienaren zullen vermaent wesen hare toehoorders met al te lange Predicatien niet te beswaren, en deselve, so veel mogelijck is, over een uur niet vertrecken.”
John Newton hield zich daaraan, hoewel hij niet op de hoogte zal zijn geweest van de Dordte synodeuitspraak. Hij plaatste de volgende opmerking: „Laat uw prediking nooit langer duren dan een uur, tenzij ge ten stelligste verzekerd zijt dat uw gehoor uit engelen bestaat en dat ge zelf een engel zijt.”
De Dordtse predikant Jakob Eigeman, die ooit in zijn kindertijd Ledeboer opzocht in de gevangenis te Leiden, en van hem te horen kreeg: „Jakob moet worden Israel; dan gaat het met zijn ziele wel; maar als hij blijft zoals hij is, dan daalt hij ter verdoemenis”, schreef eens aan een student theologie over de gewenste lengte van een preek: „Menige predikatie zou ten einde toe met meer onverdeelde aandacht aangehoord, minder spoedig vergeten en van heilzamer uitwerking zijn als ze zo langdradig niet waren (...) Bedenk immer dat het gros uwer hoorders niet voor belangstellenden door kan gaan. En gij spreekt immers niet maar voor enkelen of velen, maar zo mogelijk voor allen? De niet belangstellenden moeten onder Gods zegen, ook door de vorm, ook door de kortheid, geleidelijk tot belangstelling worden opgewekt. Wie zielen vangt is wijs.”

Een precieze limiet is niet aan te geven. Volgens de deskundigen is het met de aandacht van een mens in onze tijd heel snel gedaan. Korter preken betekent doorgaans niet meer kerkgangers, om van levend geloof maar niet te spreken. Maar dat geldt ook onnodig lang preken.
Wat dat betreft kan het geen kwaad om te luisteren naar de raad van de martelaar Johannes Hus, die Johannes Hoornbeeck in zijn homiletiek citeert: „Brevis praedicatio, longa ruminiatio, actio perpetua.” Dat betekent: „Korte preek, lang herkauwen en eindeloze actie.” Daar kunnen spreker en hoorder het mee doen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juni 2012

Terdege | 124 Pagina's

Kort preken!?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juni 2012

Terdege | 124 Pagina's