Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Briefwisseling mei mijn jonge vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Briefwisseling mei mijn jonge vrienden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde jonge Vriendin,

Je schrijft me over je zelf. Dat je het niet meer kunt bekijken, of er nog wat van terecht zal komen. Je zit als in een doolhof. Dat maakt je blijkbaar moedeloos. Geen wonder. Als we de hand in onze boezem steken — en hel is goed dat wij dal doen — inheien wij wel ontmoedigd worden, als wij tenminste tevoren nog iets van onszelf verwacht hebben.

Hel is al lang geleden, dat ik correspondeerde met een vriendin. Haar leven ging zo op en neer. Soms was ze werkzaam, soms scheen het werk stil le liggen. Het beste bevond zij zich bij het lezen van ontdekkende boeken, zoals de , , Toetssteen van ware en valsche genade van v. d. Groe. Dan werd de veroordeling wakker geroepen, de twijfel bij haar opgewekt, de benauwdheid kwam over haar, ze werd werkzaam en... . zo voedde, zij de hoop. dat het toch nog wel goed met haar zou komen.

Hoe benauwder zij het had, hoe meer hoop ze koesterde — hoe stiller het van binnen bij haar was, hoe meer zij het ging verdenken of er wel een begin van een werk Gods in haar hart aanwezig was.

Kun je dat begrijpen ? Gaat het je soms ook zo ? Als dat zo is, moet je eens proberen na te gaan, waarop je eigenlijk je hoop vestigt.

je Denk eens aan de vraag van Mc. Cheyne's gedicht jef in vragenboekje:

..Mijn ziele, doorziet gij uw lol?

„Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? ' Gesteld, de Heere heeft in ons hart Zijn genade aan vankelijk gewerkt, — is dal dan onze gerechtigheid voor God?

Ik schrijf daar zo maar neer: „Gesteld, de Heere heeft in ons ha rt Zijn genade aanvankelijk gewerkt . — Maar, wat wil dat zeggen? Is daar in ons hart een eigenschap, een hoedanigheid gelegd, waardoor wij voor Hem kunnen bestaan? — Maar, wij weten toch wel, dat wij alleen maar voor Hem kunnen bestaan, indien wij een gerechtigheid hebben, welke in alle delen volkomen is! Deze is alleen de gerechtigheid van een ander. Het is de volkomen ge noegdoening en gerechtigheid van Christus. Deze wordt van Gods zijde, de onze door toerekening: van onze zijde door aanneming door het geloof. Daarin ligt alleen onze rust. onze roem. onze zaligheid, onze vrede.

Zoeken wij iels daarbuiten? Zoeken wij het (al is het onbewust) in onze werkzaamheden? Of in hetgeen Gods Geest in onze harten heeft gewerkt?

K.. Maar het is loch die Geest, die ons ten volle overreedt en overtuigt van onze zonde 1 Ons overreedt, dal er in ons geen enkele reden of oorzaak is. waardoor wij aangenaam bij God kunnen zijn. Integendeel, wij worden er door overreed, dal wij strafwaardig, en aan Gods toorn onderworpen zijn. Daarbij, dat wij afkerig zijn om als arme zondaars gezaligd le worden, alleen om het bloed van Christus.

roen de Ileere Jezus hel hun aanzeide, dat zij geen leven in zichzelven hadden, tenzij zij het vlees van Christus aten en Zijn bloed dronken (d.i. Hem door het geloof alleen, lol hun zaligheid omhelsden) — toen gingen er velen weg. (Joh. 6 : 52—66).

Wij krijgen niet eerst het leven in onszelven. om daardoor grond te hebben, ons op Christus gerechtigheid te verlaten, maar moeten als goddelozen gerechtvaardigd worden.

Nu zal mijn jonge vriendin zeggen: Maar, hoe kom ik daartoe ?

Wel hoor de vraag van den Heere Jezus : „Will gijlieden ook niet weggaan? ''

Hij zendt ons niet weg. Integendeel. Hij belooft (en Zijn Woord is waarachtig): , , Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen .

Het naar binnen kören in het ledige graf van ons bestaan zal nimmer ons hart bevredigen. In het land van Israël stonden handwijzers, wijzende naar de vrijstad, met de woorden: ..Vlied, vlied!"

De opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd. Zij liee ft Haar zeven pilaren gehouwen. Zij heeft Haar slachtvee geslacht; Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht. Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden ; Zij nodigt op de tinnen van de hoogte der stad: Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts l lot de verstandeloze zegt Zij: , , Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van de wijn die Ik gemengd heb. Verlaat de slechligheden en leeft en treedt in de weg des verstands .

Wij moeten het met God eens worden over het recht vaardige pan onze verdoemenis, maar ook over het zalig worden op kosten van vrije genade, om het bloed des Verbonds, overtuigd zijnde van de gerechtigheid van Christus. Onderworpen aan Zijn gerechtigheid, welke ons wordt aangeboden in Zijn heilig Woord, dat niet liegen kan.

Mijn jonge vriendin, rust niet buiten die enige Rust. Die God alleen is onze zaligheid.

Wees hartelijk gegroet en Gode bevolen.

p . Je vriend. BARUCH

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1948

Daniel | 8 Pagina's

Briefwisseling mei mijn jonge vrienden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1948

Daniel | 8 Pagina's