Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heidelbergse Catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heidelbergse Catechismus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(14).

De Latijnse uitgave.

Dat de Heidelbergse Catechismus in veel talen is overgezet, is haast vanzelfsprekend.

Eén van de eerste vertalingen was die in het latijn. Reeds in 1563, het jaar waarin de Catechismus in het duits werd uitgegeven, kwam ook op last van de keurvorst van de Paltz, een latijnse uitgave tot stand. De bedoeling van dit werk was, dat het boekje op de latijnse scholen gebruikt zou worden.

De vertaling werd verzorgd door Jozua Lagus, predikant te Heidelberg, en Lambertus Ludolphus Pithopoeus, leraar aan de latijnse school aldaar.

Het lijkt ons vreemd, dat Frederik III aan deze mannen de vertaling opdroeg, en niet aan Ursinus en Olevianus, de beide opstellers, die toch ook het latijn uitstekend beheersten. Waarschijnlijk heeft de keurvorst hier de schijn willen vermijden, alsof de Catechismus het privaat eigendom van de beide opstellers was, terwijl hij dit leerboekje meer als gemeengoed van de Paltzische kerk wilde beschouwd hebben. Immers, nadat het werk door een vergadering van godgeleerden en predikanten goedgekeurd was, trad het ook niet meer op, alsof alleen Ursinus en Olevianus er verantwoordelijk voor waren.

Hoe het zij, Lagus en Pithopoeus zijn dus de latijnse vertalers. Hoe deze bekwame mannen te werk zijn gegaan, hoe zij de arbeid onder elkander verdeeld hebben, of de één vertaald en de ander het vertaalde nagezien heeft, of ieder een gedeelte overgezet en de ander het werk van zijn medearbeider gecontroleerd heeft, op al deze vragen zal wel nooit meer een antwoord gegeven kunnen worden. We weten het niet. Toch zullen ze er hard aan gewerkt moeten hebben, omdat de latijnse uitgave nog in hetzelfde jaar verscheen als de eerste duitse (1563).

De eerste latijnse uitgaven zijn zo goed als verdwenen. In de boekerij der grote kerk te Emden moet er nog eentje zijn, althans in een catalogus van die biblotheek uit 1836 wordt genoemd: Catechismus heidelbergensis. Heidelb. 1563. Een tweede exemplaar moet nog zijn in de bibliotheek der Utrechtse hogeschool. Hoogstwaarschijnlijk zijn dat de enigste.

In de vorige artikelen heb ik nogal eens duitse stukjes uit de oorspronkelijke Catechismus aangehaald, eensdeels omdat dat voor een leek wel te volgen is en anderdeels, omdat het wel eens aardig is, de vertrouwde klanken uit ons leerboek te lezen, zoals Ursinus en Olevianus clie hebben neergeschreven. Het lijkt me echter beter, maar niet te veel latijnse aanhalingen neer te schrijven, aangezien ik veronderstel, clat dit artikel dan onleesbaar zou worden.

Bezien we de titel van de latijnse uitgave, dan blijkt ook dit boekje uitgegeven te zijn door Johannes Mayer, evenals de duitse. Op de achterzijde van de titel wordt het laatste vers uit Marcus 8 aangehaald: „Want zo wie zich Mijns en mijner woorden zal geschaamd hebben in dit overspelig en zondig geslacht, diens zal zich cle Zoon des mensen ook schamen, wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met cle heilige engelen." Dan volgt de voorrede van de keurvorst op 6 bladzijden, zonder de dagtekening, clie in de in vorige artikelen besproken duitse uitgaven steeds voorkwam. Tot hiertoe zijn de bladzijden niet genummerd. Op blz. 1 begint vervolgens de „Catechismus religionis christianae", die eindigt op blz. 56 met de woorden: Finis. Soli Deo gloria.

Daarop volgen met afzonderlijke titel en nieuwe paginatuur: recationes aliquot privatae et publicae. Op de titel hiervan worden 4 plaatsen uit het Nieuwe Testament aangehaald: Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt." (Matth. 26 : 41a). „Ik wil dan, dat cle mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en twisting." (1 Tim. 2 : 8) „Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging." (Coloss. 4 : 2). „Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, clie ze van Hem bidden." (Matth. 7 : 11).

De vragen zijn in deze latijnse uitgave genummerd van 1 tot 129 en bij de plaatsen, die uit de Heilige Schrift aangehaald zijn, vindt men ook de verzen opgegeven. Een en ander vinden wij niet in de uitgaven van de hoogduitse Catechismus van 1563.

Zoals men zich uit cle vorige opstellen nog herinneren zal, zagen 3 duitse uitgaven in 1563 het licht. De vraag doet zich voor: Welke van de drie werd nu gebruikt voor de latijnse vertaling? Dit is van belang met het oog op het antwoord van vraag 80. We moeten hier antwoorden: de derde, want het antwoord op de 80e vraag is cle overzetting van het antwoord in cle derde druk van de duitse tekst, dat eindigt met de beruchtgeworden woorden, zoals we gezien hebben: „en alzo is de mis in de

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1960

Daniel | 8 Pagina's

De Heidelbergse Catechismus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1960

Daniel | 8 Pagina's