Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een stem uit Zoetermeer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een stem uit Zoetermeer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meneer de voorzitter, dames en heren,

De heer minister Deetman krijgt veel uitnodigingen. Hij l< an ze lang niet allemaal aannemen uiteraard, maar hij heeft op uw uitnodiging vanmiddag hier te zijn, graag "ja" gezegd. Hij had hier graag aanwezig willen zijn. Helaas, de Eerste Kamer heeft hem gevraagd daar te komen en u weet dat dat voorrang heeft, zodat ik hem vanmiddag inderdaad daarvoor moet verontschuldigen. Jammer dat hij er niet kan zijn.

Met veel genoegen neem ik vanmiddag zijn taak waar om de officiële opening van het nieuwe kantoorpand van het Begeleidingscentrum Gereformeerd Schoolondenwijs en de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te verrichten.

Alvorens tot de officiële openingshandeling over te gaan, wil ik graag in het kort iets zeggen over enige aspecten van de kwaliteit van het onderwijs, de onderwijsverzorging en de deregulering in de regelgeving. Alle drie zeer actuele onderwerpen in het onderwijsbeleid en de onderwijspolitiek.

De Stichting B.G.S. en de V.G.S. wens ik van harte geluk met het nieuwe en moderne onderkomen. Ik heb begrepen dat dit nieuwe gebouw aan de ruimtelijke behoeften voldoet. Deze gezamenlijke huisvesting zal, denk ik, niet alleen een grotere doelmatigheid maar vast en zeker ook een sterkere stimulans voor het werk gaan betekenen.

Stimuleren, initiëren en actief optreden zijn en behoren voor beide organisaties die dit nieuwe pand gaan bewonen kenmerkende eigenschappen te zijn. Deze activiteiten zijn naar ik kan constateren tot nu toe bepaald niet zonder succes gebleven.

Een goede huisvesting wordt in het algemeen als voorwaarde gezien voor de kwaliteit van doelmatig en efficiënt werken. Maar in het onderwijs is een goede huisvesting alleen een onvoldoende basis. Kwalitatief goed onderwijs vraagt meer dan dat. Het gaat dan om een

goed samenspel van alle betrokkenen bij het onderwijs. Onderwijs is vooral een zaak van mensen die met "levend materiaal" te maken hebben. Immers, één van de oudste zorgen van de mensheid is het overdragen en het bijbrengen van kennis en vaardigheid aan de jeugd, die men in het leven nodig heeft. Dat vraagt om een ondenwijsbeleid dat bij de te kiezen maatregelen rekening houdt met pedagogische waarden en normen. In het algemeen zijn deze waarden en normen niet tijdloos, maar worden opgesteld en verstaan vanuit de maatschappelijke ontwikkelingen door de eeuwen heen. In ons land wordt daarbij vooral rekening gehouden met de keuzen van ouders. De Nederlandse Grondwet biedt ouders het recht en de vrijheid, op basis van eigen geloofs- of levensovertuiging onderwijs voor hun kinderen te kiezen en te organiseren. Een belangrijke verworvenheid, die vergeleken met andere landen vrij uniek te noemen is. Het is belangrijk ons dit - ook bij een sterke daling van het kindertal en vermindering van het budget - te realiseren en die specifieke onderwijsvrijheid op de juiste waarde te schatten en te gebruiken.

Dames en heren,

Het onderwijsbeleid staat regelmatig in de belangstelling. Enerzijds om de discussies rond hoofdfuncties als persoonlijke ontplooiing, maatschappelijke en culturele vorming en de beroepsvoorbereiding.

Anderzijds om reden van de huidige moeilijke financiële situatie van de overheid. En tot slot ook nog in verband met het huidige streven naar een grotere afstandelijkheid van bestuur. Het evenwichtig vervullen van de hoofdfuncties in een periode van soberheid vraagt om een zeer zorgvuldige afweging van belangen. Die afweging vindt uiteraard uiteindelijk plaats in regering en parlement, maar toch ook binnen uw eigen schoolsituaties. De keuze voor een meer afstandelijk overheidsbeleid leidt tot een grotere beleidsvrijheid voor schoolbesturen en instellingen en minder gedetailleerde regelgeving. In de komende jaren zal gewerkt worden aan een verdere deregulering en het afstoten van taken van de overheid. Van de schooltiesturen en instellingsbesturen wordt gevraagd hierop in te spelen.

Een grotere vrijheid van handelen legt tegelijkertijd een zwaardere druk op de eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat op het lokale niveau gezocht moet worden naar de juiste verhouding tussen sobere randvoorwaarden en een zo groot mogelijke onderwijskwaliteit. Het resultaat daarvan wordt vastgelegd in het schoolwerkplan. Voor de scholen aangesloten bij de V.G.S. zullen de inhoudelijke onderwijskeuzen gebaseerd zijn op de eigen specifieke identiteit. Scholen die zich heden ten dage baseren op een orthodoxe bijbel- en geloofsopvatting, hebben vaak veel kritiek te verduren, veel buitenstaanders begrijpen opvattingen en gedragingen niet, of soms nog erger, hebben er zelfs geen begrip voor. Zo lang evenwel nog voldoende ouders kiezen voor scholen, welke zich in de V.G.S. verenigen is er sprake van wat we noemen "verlangd onderwijs", dat een grondwettelijk recht geeft op bestaan en eigen ontwikkeling. Dit mag echter niet tot een soort zelfgenoegzaamheid leiden. Het vraagt ook om de eigen identiteit zeer zorgvuldig, maar vooral ook duidelijk voor direct-betrokkenen en derden te beschrijven en te omschrijven. Voor de identiteit van reformatorische scholen moet niet enkel gewaakt worden; er moet vooral aan gewerkt worden.

Dames en heren.

Om terug te keren naar het eerder door mij genoemde schoolwerkplan, het opstellen ervan, binnen de huidige wettelijke eisen, vraagt nogal wat van de ouders, de ondenwijsgevenden en het schoolbestuur. Grondslag en doelstelling van de schoolvereniging zijn weliswaar bepalend en richtinggevend, maar de uitwerking in de dagelijkse onderwijskundige praktijk vraagt om nogal wat extra zorg en aandacht. Het is een gelukkige omstandigheid dat er hulp voorhanden is In de vorm van het B.G.S. Deze dienstverlening vindt sinds 1 januari j.l. plaats vanuit de Wet op de onderwijsverzorging. Deze wet maakt het mogelijk dat, indien schoolbesturen dit wensen en gegeven een aantal randvoorwaarden, scholen begeleiding kunnen krijgen afgestemd op de eigen identiteitskeuzen.

Hieruit blijkt dat ook de rijksoverheid belang hecht aan de mogelijkheid van identiteitsgebonden begeleiding en ondersteuning. Binnen de structuur die ten behoeve van het onderwijs in

Nederland is gecreëerd nemen ook de opleidings- en nascholingsinstituten een belangrijke plaats in. Uiteraard is de functie van deze structuur pas optimaal wanneer de verschillende functies elkaar niet alleen aanvullen maar ook versterken. Door afstemming en samenwerking van de verschillende, autonome, instellingen die ten behoeve van de basisscholen werken zal de ondersteuning efficiënter functioneren. Het is mij bekend dat de Stichting B.G.S. een goede samenwerkingsrelatie heeft met name met de PABO "De Driestar" te Gouda. Het lijkt mij belangrijk en plezierig voor onderwijsgevenden om zo de mogelijkheid te hebben informatie uit de nascholingscursussen met behulp van het B.G.S. te implementeren in het kader van de eigen schoolwerkplanontwikkeling. Over de verdere bestuurlijke vormgeving van deze, op zich gewenste samenwerking, tussen (na)scholing en verzorging zal de komende jaren nog fors gestudeerd worden om te bezien welke mogelijkheden open staan om te voldoen aan vragen van politieke, beleidsmatige en bestuurlijk-inhoudelijke aard. Voor de reformatorische scholen bestaat er nu een landelijk voorzieningenniveau, dat hen behulpzaam kan zijn bij de vele ondenwijsorganisatorische en onderwijsinhoudelijke veranderingen die op hen afkomen.

Mede in het kader van de vergroting van de autonomie van de schoolbesturen kunnen de besturenorganisaties in het zoeken naar geschikte oplossingen een belangrijke rol spelen. Ik zie in dit verband ook duidelijk een rol voor de V.G.S. Het geven van creatieve invullingen, rekening houdend met de grondwettelijke vrijheid van het ondenwijs, vraagt een sterke inzet van bestuurders en medewerkers. Het feit dat er bij de betrokken schoolbesturen waardering bestaat voor uw werk maakt soms veel mogelijk.

Goede ondersteuningsmogelijkheden voor reformatorische scholen zijn aanwezig. Ik verwacht dat een stimulerende en initiërende rol van de V.G.S. en het B.G.S. in de scholen inhoudelijk vruchten zal afwerpen, welke door eigen kring alsook voor belanghebbenden en belangstellenden daarbuiten zichtbaar tot kwaliteitsverhoging zal leiden.

Dames en heren,

De kwaliteit van ons en uw ondenwijs, de daarbij behorende noodzakelijke onderwijsverzorging en ondenwijsondersteuning, alsmede de huidige sobere financiële situatie, gepaard

gaande met deregulering in de regelgeving, vragen om alert bestuurlijk reageren van ons allen. De besluitvormingsprocessen hierover binnen het B.G.S. en de V.G.S. kunnen voortaan plaatsvinden in een fraai kantoorpand. Ik wens u nu al van deze plaats nogmaals van harte geluk met dit fraaie kantoorpand.

Bestuur en medewerkers van beide organisaties wens ik veel kracht en wijsheid toe in hun belangrijke werk. Maar vanmiddag wens ik hun ook veel vreugde toe in het samen werken in dit nieuwe kantoorgebouw.

Drs. B. de Haan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

De Reformatorische School | 76 Pagina's

Een stem uit Zoetermeer

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

De Reformatorische School | 76 Pagina's