Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dag in, dag uit...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dag in, dag uit...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beslommeringen van Jolanda, moeder van vier kinderen. Haar oudste dochter maakt de tekeningen.

Vanavond eten we mosselen! En voor het eerst in mijn leven ga ik ze zelf koken. De prei, ui en wortelen heb ik al in huis. Nu de mosselen nog. Volgens de reclameborden in alle supermarkten staat ons een gezellige en tevens eenvoudig te bereiden maaltijd te wachten.

Even kom ik in de verleiding om er meteen maar zo 'n mooie glimmende pan bij te kopen. De gedachte aan mijn overvolle keukenkastjes doet me echter afzien van deze hebberigheid.

„Ik lust geen mosselen", zegt Esther, als ze me bij het aanrecht in de weer ziet met teil en pan. „Waarom niet?", vraag ik, „Je lust toch ook vis?" „Mosselen bestaan uit velletjes en fliebertjes", antwoordt Esther, „en dat is precies wat ik bij vis altijd weggooi."

En dan paniekerig: „Deze mossel is open, die is niet goed meer, hoor, die moet u weggooien." „Waarom sta je er eigenlijk met je neus bovenop als je ze toch niet lust?", zeg ik een beetje kregel. Er staan namelijk heel veel schelpen een stukje open en ik ben niet van plan ze allemaal weg te gooien, maar met deze speurhond naast me valt het niet mee om te smokkelen. „

Omdat ik het zo interessant vind", lacht Esther verlegen. „Hé jongens", roept Anne-Ruth, die er inmiddels ook bij is komen staan. „Moet je horen. De mosselen léven nog. Hier staat het op de zak." „Sstt! ", gebaar ik.

Tevergeefs. Het kwaad is al geschied. „Léven ze nog?", rilt Esther. Met afschuw kijkt ze in de pan die inmiddels op het gas staat. „Ja, kijk, kijk!", wijst Anne-Ruth plagend, terwijl ze Esther opzij duwt en aandachtig naar de mosselen tuurt. „Het beweegt. Ze léven nog!"

„Ik eet ze niet", zegt Esther voor de tweede keer. „Ja, dat weet ik nu wel", zeg ik lichtelijk gepikeerd. Anne-Ruth is nuchterder: „ O, ik doe er wel een heleboel saus overheen, dan zie ik ze niet meer."

Als Jelle op mijn verzoek de pan mosselen even omschudt, komt een verbrande wortel- en preilucht ons tegemoet. Niet zo best. Aan tafel wordt het nog erger. Stefan pulkt in een mossel en zegt: „Ik zie zijn oogjes." En even later: „En hier zitten zijn hersens."

„Mosselen hebben geen hersens", zegt Anne-Ruth belerend. „Als ze wel hersens hadden was het heel erg wat we deden. Maar nu weten ze niet wat hun overkomt. Ze voelen het wel, maar ze merken het niet."

Opmerkingen over wel of niet levend, wel of geen hersens en wel of geen pijn vliegen over en weer tijdens de „gezellige en tevens eenvoudig te bereiden" maaltijd. „Mag ik een boterham?", smeekt Stefan, nadat hij met veel moeite één mossel naar binnen gewerkt heeft. Ik knik gelaten en zeg: „Pak er voor mij ook maar één."

                              ------------------------------

Frederique

Ze is 8 jaar, weegt nog geen 23 kg, meet 1 meter 26 en heeft energie voor drie.

Op de allervreemdste plaatsen en momenten verrast Frederique ons soms met zeer ingewikkelde vragen en/of diepgaande onderwerpen die haar door een samenloop van omstandigheden juist dan net te binnen schieten. Deze keer zijn we op weg naar de stad om wat inkopen te doen, cadeautjes voor verjaardagen enz.

De kinderen zitten achter in de auto enthousiast te kwebbelen en volgens een aloud autorecept ook af en toe te kibbelen. Zo halverwege de reis begint Frederique wat versjes te neuriën. Na een keer of tien onvermoeibaar hetzelfde gerepeteerd te hebben, stopt ze plotseling half in een zin en zegt hartstochtelijk: „O, ik vind die tekst daarvan toch zo prachtig!"

„O", reageer ik wat verbluft door die onverwachte opmerking. Het kost me wat hersengymnastiek om me weer te herinneren wat ze precies aan het neuriën was, want ik zat ondertussen wat gedachtenloos naar buiten te kijken. „Ja, dat is zeker een mooie tekst", knik ik dan, „zullen we hem eens zingen?"

En samen beginnen we te zingen: 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. Als we op de plaats van bestemming aangekomen zijn en ik al uitgestapt ben, hoor ik Frederique in de auto zeggen: „ Wat ben ik toch blij dat ik in een goddelijk gezin geboren ben."

Terwijl ze uit de auto klautert, wrijf ik door haar kuif. Vertederd door het verkeerde woordgebruik in haar diepzinnige overpeinzing en blij met haar kinderlijke onbevangenheid. Midden in een drukke winkel zegt Frederique wat later nog eens nadrukkelijk: „ Tja, ik ben echt wel blij dat ik in een goddelijk gezin geboren ben!"

„Ja, dat is iets waarvoor je de Heere wel dankbaar mag zijn, je had ook ergens terecht kunnen komen waar men nog nooit van God en de Bijbel gehoord heeft." „Ja, dat bedoel ik nou", knikt Frederique instemmend „Zeg Fré, je noemt dat trouwens geen goddelijk, maar een christelijk gezin hoor."

De volgende avond zingen we onder het afwassen wat psalmversjes en overhoor ik haar vragen voor een repetitie van bijbelse geschiedenis. Hierna word ik door haar overhoord en ze glundert als ik er één niet blijkt te weten (wie is de vader van Noach?)

En dan opeens zegt ze weer dat ze zo blij is in een christelijk gezin geboren te zijn. Na deze verklaring is het een paar minuten stil in de keuken (en dat is lang voor een kwebbelkous als zij). Ze kijkt diep in gedachten de verte in en ik kijk in stille verwondering naar haar. Wat gaat er in dat hoofd en hartje om ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 november 1994

Terdege | 80 Pagina's

Dag in, dag uit...

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 november 1994

Terdege | 80 Pagina's