Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui!

Gideon 7 (Richt. 6 : 12 v.v.)

Het leven is vol verrassingen. Dat heeft Gideon ervaren. Of was het geen verrassing dat hij bezoek uit de hemel ontving? O zeker, hij heeft het zelf zo niet dadelijk gezien, maar dat doet toch van het feit niets af.

De bijbel is een wonderlijk boek. Hoe meer je hem leest, hoe meer je er in tegen komt. Ik zou daarom een ieder wel aan willen raden, om die bijbel maar veel te lezen. Natuurlijk doetje dan niet vertrouwen op je natuurlijk verstand. Want dat is door de zonde verduisterd. Je loopt dan gevaar om overal over heen te lezen. Wat ik nu eigenlijk weer bedoel? Dat zal ik je zeggen. Gideon dorste tarwe in de wijnpersbak. Dat was natuurlijk in het verborgene. Wie zou hem daar nu gaan zoeken? De Heere! Ja, daar moeten jullie toch op letten. Waar geen mens ons zou zoeken, daar weet de Heere je te vinden. Ik denk in dit verband aan mijn jonge vrienden en vriendinnen, die misschien zich ook in de eenzaamheid bevinden. Daar behoef je nog niet altijd voor opgesloten te zitten in een kamer of je verstoken te hebben op een verborgen plaats. Dat kan natuurlijk wel. Maar het behoeft niet. Je kunt ook midden in het drukke leven verkeren en toch eenzaam zijn. Je bent dan afgesloten voor iedereen. Je loopt met jezelf te overleggen, dat er geen mens is die je begrijpt, dat er niemand is die zich met je bemoeit. Je twijfelt aan alles. Zelfs aan God. Je ziet Hem niet en hoort Hem niet. Als je zo bent, ben je ook weer niet de enige. Ik weet wel, daar ben je opzichzelf niet mee geholpen, maar het kan je toch wel eens bemoedigen, als je hoort dat er nog meer zulke tobbers zijn. Het is mij wel eens tot troost geweest als ik een tobber ontmoette. En ik moet zeggen: Ik houd van dat soort mensen, als het maar echt is. Ik bedoel Asaf. Die liep ook in „zijn eenzaamheid” te tobben. Hij zei: Zou de Allerhoogste van mijn plagen en bittere rampen wel kennis dragen? Hij dacht stellig door God vergeten te zijn, dat de Heere hem niet meer wist te wonen. Nu gelukkig wist de Heere het wel. Hij heeft het ervaren. Gideon heeft het ook ervaren. Hebben jullie er ook ervaring van, dat de Heere je in je eenzaamheid bezocht heeft. Als je dacht door allen vergeten te zijn, zo kwam God over, op plaatsen waar je het helemaal niet gedacht had en bij gelegenheden, waarop je Hem helemaal niet verwacht had. Misschien zegt wel iemand van jullie: Hoe gaat dat dan? Want dit begrijp ik niet goed. Nu dat gaat zo: Je neemt je bijbel en gaat die lezen en wat je leest spreekt je toe als nooit te voren. Of het kan ook gebeuren dat er een tekst voor je aandacht komt, of een vers. En dat krijgt dan ineens een inhoud zoals je die er nog niet eerder in gezien hebt. Het spreekt je toe. God spreekt je daardoor toe. Er gaat van hetgeen je leest of hoort of overdenkt, aan de hand van wat je in de gedachten komt, iets uit. Het doet kracht in je leven. Kijk, dat zijn zo van die verrassingen in je leven. Gelukkig als je ze kennen mag. Het zijn er de bewijzen van, dat de Heere weet waar je woont.

De Heere zeide tot Gideon: De Heere is met u, gij strijdbare held. Dat is nog al een loflijke aanspraak. Hij wordt een strijdbare held genoemd. Was hij dit dan? Van zichzelf niet. De geschiedenis leert het wel, dat het heel wat voeten in de aarde heeft gehad, voor Gideon als een held ten strijde trok. En toch wordt hij zo genoemd, omdat de Heere dit van hem maken zou. God zag, om het zo eens te zeggen, Zijn eigen werk al in Gideon verheerlijkt. Hij zou Zijn kracht in de zwakheid van Gideon volbrengen. Daardoor zou Gideon tot een stijdbare held worden. Dat wil zeggen,dat de Heere alles van een mens maken kan. Ach neen, natuurlijk niet, jullie zijn geen Gideon. Maar toch sta je ergens in de strijd. Althans als het goed is, moet dat. Je staat midden in een wereld vol van vijanden. Als je met de wereld meeheult heb je van de vijandschap van de wereld geen last. Dan ben je een vriend van de wereld. Maar dan ben je ook een vijand van God. En dat is verschrikkelijk. Dat kan alleen maar slecht aflopen, als dat niet verandert in je leven.

Doch als het zover met jullie gekomen is, dat je het in de wereld met meer vinden kunt, dan komt de wereld in z’n vijandschap openbaar en dan ben je tot strijden geroepen. Strijdt de goede strijd des geloofs, schreef eenmaal Paulus aan Timotheus, en toen was hij ook nog jong.

Wat kun je dan je zelf zwak gevoelen, als je die grote menigte ziet, waar je eigenlijk tegen in zoudt moeten gaan. Ja, dan kan ik begrijpen dat je je helemaal geen held gevoelt. Je zult dan liever de strijd zoeken te ontlopen, dan dat je ten strijde trekt. Doch nu is het Israëls God, Die krachten geeft. Van Wien al het volk zijn sterkte heeft. Hij kan nog krachten in zwakheid volbrengen, zodat degene die zwak is, dan zegge: Ik ben een held! Je bent dat dan niet van jezelf, maar door Hem, Die tot Gideon zeide: De Heere is met u! Ja, dat is ook zo wonderlijk. Gideon had veel tegen. Hij had eigenlijk alles tegen en zichzelf niet het minst. Krachtens zijn bestaan, was hij ook een vijand van God. En nu zou hij niet anders kunnen verwachten, dan dat hem hier werd verteld: De Heere is tégen u! Doch nu mag hij horen: De Heere is met u..... Dat is een wonder van genade. Daar delen al Gods kinderen in. De groten en ook de kleinen. De ouden en ook de jongen. Mits het dan natuurlijk kinderen van God zijn. En dat zijn al degenen, die werkelijk lust hebben om de Heere te vrezen. Met hen is de Heere. Toch echt wel weer een zaak om over na te denken. Als je dat goed mag doen, kun je er alleen maar door in verwondering komen, namelijk hierover dat de Heere gezegd heeft tot heel Zijn kerk: Ziet, Ik ben met u, al de dagen, tot aan de voleinding der wereld. Ik zou zeggen: Denk er maar eens over na, hoe het mogelijk is, dat een heilig God, mèt een zondaar is. Hij zou er toch tegen moeten zijn? Dat zou althans in overeenstemming zijn met Zijn heiligheid. Doch dit kan nu, laat ik het jullie vast maar zeggen, omdat Hij tegen Zijn Zoon is geweest. Daar moet je de sleutel van het geheim zoeken, dat God met een zondaar (ook met jullie) kan zijn. Als je goed beseft dat Hij tegen je zou moeten zijn, dan zul je het zeker een wonder vinden.

Doch we moeten verder. Er is overal geloof voor nodig. En dat schijnt bij Gideon nog niet zo aanwezig te zijn. Als het er al geweest is, dan was het heel klein en zwak. Want na zulk een krachtig woord, zou je kunnen denken, dat Gideon nu ook ineens een man vol krachten was. Maar dat is hij helemaal (nog) niet. Want hij begint tegen te spreken. Maar Gideon zeide tot Hem: Och mijn heer, (hij zag de Engel nog als een gewoon mens) zo de Heere met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? En waar zijn al Zijne wonderen, die onze vaderen ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de Heere niet opgevoerd uit Egypte? Doch nu heeft de Heere ons verlaten en heeft ons in der Midianieten hand gegeven, vs. 13.

Ondanks het rijke woord wat de Engel des Heeren tot hem gesproken had, zit Gideon nog met heel veel vragen, waar hij zo maar geen oplossing voor weet. Dat is ook al geen vreemde zaak in het leven. Wie weet op alle vragen een antwoord? O zeker, er zijn zeer oppervlakkige mensen, die praktisch geen vragen hebben. Ze aanvaarden het leven zoals het is, met al z’n meeen tegenvallers en denken nooit ergens over na. Doch als men serieus zoekt te leven, vooral als jong mens, dan zijn er heel wat vragen. Te meer als je denkt aan datgene wat je wel eens van je ouders of grootouders gehoord hebt, hoe het er namelijk vroeger naar toe ging. Toen scheen het anders, toen scheen het beter. Waren de mensen toen beter? Was de Heere toen meer nabij? Je kunt er niet meer bij, als je de tijd van nu vergelijkt met wat je dan wel eens van vroeger gehoord hebt. Ik geloof dat dit laatste wel ligt in de lijn van de vragen, die bij Gideon leefden. Gelukkig als je met je vragen bij de Heere terecht mag komen. Dat deed Gideon ook. Er is geen beter adres. Zijn Naam is: Raad! houdt het daar voorlopig maar op.

Ik ga nu eindigen. Hebben jullie al vakantie? Zullen jullie er dan aan denken, dat God overal is. Het is maar een opmerking, ten beste van jullie. Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's