Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Leieester (vervolg.) Wij zagen in het vorig artikel, hoe het aantal tegenstellingen met de landvoogd meer en meer toenam en men Holland kon beschouwen als het hoofd der ontevredenen.

Zelfs op kerkelijk terrein ontstond er met dat gewest onenigheid. Gelijk reeds gemeld streefde Leicester naar een nationale kerk in calvinistische geest. Daarom riep hij in 1586 te 's-Gravenhage een nationale synode samen, waar een kerkorde werd opgesteld; zeer tot ergernis van de meeste hollandse regenten, die tot de zgn. „rekkelijken", beter gezegd tot de Libertijnen behoorden. Al die onenigheid had misschien nog wel bijgespijkerd kunnen worden, als de landvoogd wat meer successen had kunnen boeken tegenover zijn tegenstander Parma. Maar daaraan ontbrak het juist en het bedierf zijn humeur nog meer.

Parma sloeg het beleg om het sterke Grave en Venlo, die beide voor ons verloren gingen. Daarop trok hij het Keulse land in en veroverde Neuss. Vervolgens belegerde hij de zeer belangrijke vesting Rijnberk.

De oorzaak van de militaire tegenslagen lag in de geringe ondersteuning, die Leicester uit Engeland ontving. Groen merkt te dezen op. „Het land zou verloren geweest zijn, als Philips niet even nalatig geweest was, in het ondersteunen van zijn landvoogd, als Elizabeth in de hare."

Gelukkig, dat sir Philip Sidnay en Maurits Axel veroverden.

Eindelijk wist Leicester Doesburg te bemachtigen, maar bij Zutphen stootte hij het hoofd: in het bloedig gevecht bij Warnsfelt werd sir Philip dodelijk gewond. In deze tijd kwamen geldknoeierijen van de bekende Reingoud aan het licht. Deze had de landvoogd geadviseerd een Kamer van Financiën in te stellen naast de Raad van State en alzo het beheer der geldmiddelen aan die Raad te onttrekken. Deze Kamer zou door oplegging van boeten aan smokkelaars en overtreders van het bekende handelsverbod (zie vorig artikel), millioenen in de schatkist brengen. Bovendien moest aan Reingoud en zijn ambtenaren vergund worden de boeken van alle verdachten eens te onderzoeken! Voorts waren er allerlei misbruiken, waaraan ook maar eens een eind gemaakt moest worden.

Men kan begrijpen, welk een storm dit verwekte bij de oppositie in de Raad van State. Maar prompt zette de landvoogd door en Reingoud werd het hoofd der Kamer. En nu in deze tijd kwam de oneerlijkheid van Reingoud aan het licht. De Kamer is toen maar wijselijk opgeheven.

Wij zijn er nog niet.

Ook in de stad Utrecht en in het Sticht was het een ver van frisse boel.

Daar tornde Leicester met behulp van zijn aanhangers tegen de Staten op. Onder zijn invloed deden de burgerhoplieden een verzoek aan de Raad der stad, weldra nagevolgd door Amersfoort en de andere kleine steden van het Sticht, om nogmaals de souvereiniteit aan Elizabeth aan te bieden, „zonder voorwaarde of bepaling, behoudens de christelijke religie en de privilegiën; in plaats van zo grote menigte van regenten, waardoor in een woeste zee der beklaaglijke ongeregeldheden deze Nederlanden bijna ten onder zijn gebracht." Ja, deze burgerhoplieden stelden zich zelfs in verbinding met Friesland en Overijsel; ook met de schutterij van Gouda. Bovendien werden diverse opposanten gevangen genomen: zo P. Buys.

Zo „wies het zaad der onenigheid", tot de landvoogd eind Nov. plotseling naar Engeland ontboden werd in verband met het lopende proces tegen Maria Stuart.

Hij kon nu tevens onze landszaken eens met de Koningin bespreken, op meer steun in geld en troepen aandringen en trachten Haar over te halen, toch de souvereiniteit over deze landen te aanvaarden.

Elizabeth had hem bevolen vóór zijn vertrek de regeringszaken hier te regelen de Staten-Generaal te bevestigen in hun positie van „voorlopig souverein."

Maar daarin had de landvoogd geen zin. Hij begreep zeer goed, dat hij dan zijn vijanden aan het bestuur zou brengen.

Neen, de Raad van State zou gedurende zijn afwezigheid in plaats van raadgevend lichaam „regeringslichaam" zijn. Maurits mocht slechts de regeringsstukken mee ondertekenen en de engelse generaal Norris zou het bevel over de aanwezige engelse troepen voeren.

Maar — nu had Z. Excellentie nog een verzoek aan Holland en Zeeland; nl. om evenals Utrecht de onvoorwaardelijke souvereiniteit aan Elizabeth op te dragen. Er zou dan een gezantschap naar Engealnd kunnen gaan met aan 't hoofd Maurits.

En wat antwoordden de Staten? Ze waren niet ongenegen over een dergelijke opdracht eens te onderhandelen. Maar ze weigerden beslist Maurits aan 't hoofd te plaatsen. Het zou wel eens kunnen gebeuren, dat zij hem nooit meer terugzagen. Dit laatste zeiden ze natuurlijk niet hardop!

En hoe ging het nu in het half jaar, dat Leicester afwezig was?

Al spoedig bleek dat de R. v. State niet bij machte was het roer recht te houden en daarom namen de Staten-Generaal het over.

Zij begonnen ter bezuiniging 65 vendels ongeschikte troepen te ontslaan en onder de overblijvenden de tucht enigszins te herstellen. Dit laatste was zeer nodig. De kooplieden verzochten het bekende handelsverbod (zeevaartplakkaat) te verzachten. Dit geschiedde. Het kwam er feitelijk op neer, dat het stopgezet werd!

Buys werd uit zijn gevangenschap ontslagen en kreeg zijn waardigheden terug.

Maar in diezelfde maand Januari 1587 gebeurde er iets, dat verschrikkelijk was.

Twee roomse officieren van Leicester, Stanley en York leverden de hun toevertoouwde vestingen aan de Spanjaard over: de eerste de stad Deventer, de tweede de schans bij Zutphen. De landvoogd was voor de heren herhaaldelijk gewaarschuwd maar had niet willen luisteren. Hoe gevaarlijk de situatie werd, kan men begrijpen als men de ligging dezer plaatsen nagaat (ook Steenwijk was in 's vijands handen.)

Verder viel het kasteel Wouw bij Bergen op Zoom en de stad Gelder Parma door verraad in handen.

Er ontstond begrijpelijkerwijs een geweldige deining tegen de Engelsen.

De Staten van Holland namen dadelijk hun maatregelen.

Maurits, van nu af „prins Maurits" kreeg het bevel over de krijgsmacht van het gewest.

De steden werd toegestaan, waardgelders in dienst te nemen.

Waardgelders = wachtgelders, die in vredestijd ter beschikking waren en voor halve soldij dienden. Men kon dan zo nodig altijd over een krijgsmacht buiten Leicester beschikken.

Alle troepen van Holland en Zeeland moesten een nieuwe eed van trouw aan de Staten dier gewesten doen.

De ontwerper van dit alles was — Oldenbarneveldt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1952

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1952

Daniel | 8 Pagina's