Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onbegonnen werk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onbegonnen werk?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Onbegonnen werk”. Zo luidt de titel van een boek (1982) van ds. C. den Boer dat tot doel heeft een pastorale handreiking ten dienste van de ouderling te bieden. Ik moest er aan denken bij het lezen van de resultaten van een enquête die door het Reformatorisch Dagblad is gehouden. Daaruit blijkt dat in steeds meer gemeenten gaten vallen in de kerkenraadbanken. Vooral in de kleinere gemeenten, is de situatie soms nijpend.

Het lijkt in veel gevallen onbegonnen werk om de ambten vervuld te krijgen. De pastorale zorg komt meer en meer onder druk te staan.Wat zijn de oorzaken daarvan? Bij de bespreking van de enquêteresultaten moeten we wel bedenken dat van onze 156 gemeenten er goed 30% (48) aan de enquête hebben meegedaan. Toch kunnen we wel enige algemene conclusies uit de enquêteresultaten afleiden.

Gebrek aan geestelijk leven
Er komen opvallende verschillen aan het licht als het gaat om de oorzaken van het moeilijk kunnen vervullen van de vacatures voor ouderling en diaken. Bij de ondervraagden van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), de Hersteld Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken ligt de nadruk vooral op de overbelasting door overige taken en verantwoordelijkheden, waaronder het gezin en het werk en op het afnemend roepingsbesef. Volgens de ondervraagden uit de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten ligt de oorzaak veel meer in het gebrek aan geestelijk leven. Ook daar wordt de genoemde overbelasting een belangrijke oorzaak genoemd, maar is het gebrek aan geestelijk leven toch de hoofdoorzaak dat de ambten niet vervuld kunnen worden. Is dat gebrek aan geestelijk leven er dan in andere kerkverbanden niet? Ook daar wordt op deze oorzaak gewezen; in de Hersteld Hervormde Kerk beduidend vaker dan in de PKN. In verschillende beschouwingen in de pers is dit deel van de resultaten van de enquête al besproken. Het gebrek aan geestelijk leven als oorzaak van het niet kunnen vervullen van vacatures in de kerkenraad zou ons moeten aangrijpen. Toch vinden we het vaak heel gewoon dat in (kleine) kerkenraden soms slechts enkele ambtsdragers zijn, die al jaar en dag de gemeente dienen. Zij doen datmet liefde en betrokkenheid. Zij doen dat, als het goed is, niet omdat zij zichzelf zo onmisbaar vinden, maar omdat er geen alternatieven zijn. Als men zichzelf onmisbaar gaat vinden, is er ook iets niet in orde. Dan denk ik aan dat geval waar een ouderling tegen zijn predikant van een middelgrote gemeente zei: ‘Dominee, ik heb het hele ledenregister doorgenomen en ik zou niet weten wie we kandidaat zouden moeten stellen’. Het antwoord van de dominee was: ‘Zo broeder, dus u wilt zeggen dat de beste er al in zitten?’ Het blijft echter steeds weer een worsteling om geschikte ambtsdragers te vinden. Ook al kent iemand geestelijk leven dan betekent dat nog niet dat hij geschikt is omambtsdrager te zijn. Er zijn ook bepaalde gaven nodig. Gaven van hart en verstand. Gaven alleen is ook niet voldoende. Hoe zal een ambtsdrager de gemeente geestelijk kunnen leiden alsmen zelf geen kennis heeft aan het leven der genade? De uitslag van deze enquête mocht ons daarom maar te meer verbinden aan de troon van Gods genade of Hij mannen wil geven die bedeeld met gaven van hart en verstand de gemeenten zouden mogen dienen in de onderscheiden ambten.

Afnemend roepingsbesef
Hoewel dat in de kleine kerken aan de rechterzijde van de gereformeerde gezindte inminderemate het geval is, wordt als oorzaak van het moeilijk kunnen vervullen van de ambten ook genoemd het afnemend roepingsbesef. Daarbij moeten we niet uitgaan van de opvatting dat een roeping door de gemeente automatisch een roeping van Godswege is. De roeping van Godswege tot het ambt vindt haar bevestiging in de beroeping door de gemeente. De beroeping door de gemeente is het instrument om de roeping van Godswege te bevestigen. Er zal toch een zekere innerlijke overtuigingmoeten zijn dat de Heere Zelf roept tot het ambt. Zoals dat in een van de reacties ook werd opgemerkt geeft dat ook vastheid en kun je daarop terugvallen in het ambtelijk werk, ook als er van alles tegenop komt. Toch mogen we er ook niet gemakkelijk mee omgaan als we door de gemeente tot een ambt geroepen worden. Dat moet ons brengen voor Gods aangezicht met de bede of de Heere ons op die plaats wil hebben. Of het Zijn wil is. En dan krijgen we niet altijd allerlei teksten, maar de Heere kan de innerlijke overtuiging werken dat Hij wil dat we in Zijn wijngaard zullen dienen. Het is nog altijd een ‘treffelijk werk’. En wat is het ook een verwaardiging als de Heere een mens wil gebruiken in Zijn dienst. We mogen met het ambt ook niet omgaan alsof we gevraagd worden omtot het bestuur van een vereniging toe te treden. De ambtsdragers zijn dragers van een door Christus Zelf ingesteld ambt. Het besef daarvan vervult aan de ene kant met vrees: Wie is tot deze dingen bekwaam? Anderzijds leidt het ook tot verwondering als de Heere roept:Wie ben ik en wat is mijn huis? Waaruit zou toch dat afnemend roepingsbesef voortkomen? Zou het niet zijn omdat we de voortreffelijkheid van de dienst des Heeren niet meer zien? Dat moeten ook zij die ambtsdrager zijn zich eens afvragen. Kunnen jongemensen nog door het voorbeeld van anderen gewonnen worden voor de dienst in Gods Koninkrijk?

Ontbreken van de wil
Ook het ontbreken van de wil om tijd aan het ambtswerk te besteden is als oorzaak genoemd. Hoewel niet als de eerste oorzaak, toch als een niet te verwaarlozen factor in verschillende kerkverbanden. Door de respondenten uit de Gereformeerde Gemeenten werd dit slechts vier keer als oorzaak genoemd. Ik hoop dat dit zomag blijven. Het gaat niet om onze wil, maar om wat de Heere wil.

Overbelasting
Een belangrijke oorzaak van het moeilijk kunnen vervullen van de ambten wordt genoemd de overbelasting door overige taken en verantwoordelijkheden, waaronder het gezin en het werk. De meeste mensen zijn tegenwoordig druk bezet. Niet alleen overdag, maar ook ’s avonds zijn er allerlei verplichtingen die moeten worden nagekomen. Het ambtelijk werk vraagt veel tijd en energie.Vooral voor jonge vadersmet een gezin met opgroeiende kinderen is het moeilijk om het ambtelijk werk te combinerenmet hun primaire verantwoordelijkheid als opvoeder van de kinderen. Dat mag niet alleen aan moeder worden overgelaten. Als er ook nog sprake is van een drukke baan, die de gehele dag opeist en soms ook ’s avonds nog verplichtingen met zich mee brengt, is de combinatie met het ambtelijk werk problematisch. De eerste verantwoordelijkheid ligt in het gezin.Het werkmag er ook niet onder lijden. Daaromhebben de kerkenraden daarin ook een grote verantwoordelijkheid om te voorkomen dat ambtsdragers hun primaire taak moeten verwaarlozen, omdat ze bijna alle avonden op pad zijn voor de kerk. Dat kan en datmag niet. Ook als er geen opgroeiende kinderen zijn, is het niet verantwoord dat de man en vader elke avond op stap is en zijn vrouw alleen laat zitten. Natuurlijk kunnen er wel eens perioden zijn waarin de belasting groter is dan in andere perioden, maar er moet wel ruimte overblijven voor het gezin. Als iemand echter als reden aanvoert om de verkiezing tot ambtsdrager niet te aanvaarden omdat hij in zijn werk tot hogere positie wil komen en daarom prioriteit geeft aan een niet direct noodzakelijke avondstudie, kan men zich afvragen of dan wel de juiste prioriteit wordt gesteld. Ik zeg het voorzichtig, omdat sommige functies in het maatschappelijke leven met zich mee brengen dat er veel gestudeerd moet worden. Als de dienst des Heeren ons lief is, dan zal dat ook in de prioriteitstelling tot uitdrukking komen. Ik wees al op de verantwoordelijkheid van de kerkenraden om te voorkomen dat ambtsdragers onevenredig zwaar worden belast. Niet alle werk in de gemeente heeft een zodanig karakter dat het alleen door ambtsdragers moet worden gedaan. Sommige taken kunnen ook door gemeenteleden worden gedaan. Daarop wordt in de enquête ook gewezen. De bereidheid daartoe blijkt overigens in de PKN-gemeenten groter te zijn dan in de andere kerkverbanden. Bij de laatstgenoemden zien we meer een neiging om maar te accepteren dat er nog slechts in beperkte mate pastorale zorg kan worden geboden. Dat acht ik een niet te aanvaarden ontwikkeling. Daarbij past wel de aantekening dat gemeenteleden in dit opzicht ook kunnen overvragen. Pastorale zorg kent ook zijn grenzen. Het is daarom ook goed als de grenzen daarvan ook in de gemeente bekend zijn. In de kerkbode kan best eens een keer ingegaan worden op wat gemeenteleden van de kerkenraad in dit opzicht kunnen en mogen verwachten.

Huisbezoek
De Gereformeerde Gemeenten scoren hoog als het gaat omde vraag hoe vaak de leden van de gemeente gemiddeld huisbezoek ontvangen. In 60%van de gemeenten is dat eens per jaar, terwijl dat in de PKN bijvoorbeeld in 77% van de gevallen eens per twee jaar is. In de Hersteld Hervormde Kerk wordt ook in 79% van de gevallen eens per jaar huisbezoek gedaan. Het huisbezoek is van groot belang voor het geestelijk welzijn van de gemeente. De zorg voor de zielen moet zwaar wegen. De ambtsdragers moeten daarvan in het bijzonder rekenschap geven aan hun Zender. Waar het mogelijk is is het doen van huisbezoek eens per jaar een goede zaak. Als gemeenteleden echter moeten zeggen dat ze al in geen vier jaar huisbezoek hebben gehad, dan is dat verkeerd. Onbegonnen werk, zullen ouderlingen zeggen in een gemeente waar veel vacatures zijn of in een grote gemeente met weinig ouderlingen. De oplossing? Die heb ik niet, maar: op de knieën voor God. Bij Hem is er geen onbegonnen werk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2010

De Saambinder | 16 Pagina's

Onbegonnen werk?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2010

De Saambinder | 16 Pagina's