Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Even buurten (vervolg)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Even buurten (vervolg)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige nummer stond een artikeltje dat een verkenningstocht bedoelde te zijn bij onze „buren”, de bladen die gelijk of gelijksoortig doel beogen als „Ambtelijk Contact”. We vervolgen nu de „verkenning” met net buurblad dat twintig jaar jonger is dan „Het Diakonaat” nl. het

Ouderlingenblad

Het februari-nummer van dit blad opent met een artikel van prof. Nauta over „Het recht van vermaan en tuchtoefening”. Hij wijst er op dat van tuchtoefening in engere zin (censuur en excommunicatie) praktisch geen sprake meer is en vraagt zich af of het helemaal juist is karakter en signatuur van de huidige predikanten-generatie hiervoor aansprakelijk te stellen. Het feit van het „gevestigde kerk-zijn” speelt ook mee. Persoonlijke bereikbaarheid maar ook plaats en betekenis van het ambt, alsmede de prediking in verband met de „sleutels van het hemelrijk” komen hier aan de orde. In het maartnummer bespreekt prof. Nauta dan „Een proefschrift over de ouderling” (van dr. A. van Ginkel — staat de opheffing van het onderscheid tussen het ambt van dienaar des Woords en dat van ouderling voor): opzicht en tucht met meer bruikbaar om de gemeente tot gehoorzaamheid aan God in het leven te brengen, maar wel vormingswerk in huisgemeenten, kernen van bezinning en activiteit. „De Schrift over vermaan en tucht” luidt het artikel in het aprilnummer: „Een kerk die zich onttrekt aan deze taak of haar min of meer veronachtzaamt, toont zich daarin ontrouw aan haar Heer en aan de door Hem gegeven aanwijzingen”.

De genoemde nummers van het Ouderlingenblad bevatten drie artikelen in een serie „De toerusting van de gemeente” van drs. K. A. Schippers. Toerusting is een nieuwe vorm van „leren” in de gemeente en „leren” staat nooit los van „doen”. Belijdeniscatechisatie is dan voorbereiding om actief lid van de gemeente te zijn, een leef- en doe-gemeenschap. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vorming en toerusting. Het eerste raakt de „grondhouding” die bestaat in „kreatief veranderen”: de beste wijze van mens-zijn in deze tijd met zijn onafgebroken veranderingen is het bewust inspelen op die veranderingen, zó dat men daarin zelf tot ontplooiing komt als scheppend mens. Het tweede, de toerusting, kenmerkt zich door een duidelijke taakgerichtheid. Hierbij gaat het dan om drie lijnen: de catechetische lijn, de toerustingslijn en de categoriale lijn. „Goede toerusting begint bij uzelf” — dat geldt ook de ouderling! Daarom moet de tijd voor bezinning uitgetrokken worden op de kerkeraadsvergaderingen, alsmede op de commissievergaderingen. De gemeente dient bereid te zijn vandáág met de boodschap van de Heer die leeft, te leven en te werken.

Van de resterende artikelen zijn te noemen: „Ouderlingen en diakenen” (partners, geen coneurrenten; gaat het van de „eenheid der ambten” naar het éne ambt?), „Pastoraat en de dienst der genezing” (over het boek van dr. Kraan: „Opdat U genezing ontvangt”: wil de dienst der genezing tot de blijvende opdracht van de kerk maken in psychotherapeutische benadering en klinische pastorale vorming), „Instruktie van ambtsdragers” (meestal moeten ambtsdragers zelf maar hun weg zoeken; beter is het hun instruetie jaarlijks op de agenda te zetten, conferenties en cursussen daarvoor te beieggen en de predikanten in de gelegenheid stellen bij te tanken in een „sabbatsjaar”) en „Jeugdbeleid” (de jeugd vormt vaak de helft van de gemeente; dat vergt de nodige investering van tijd en denkkracht van heel de kerkeraad; de aanstelling van een jeugdouderling vervangt niet het jeugdbeleid).

In anciëniteit volgt dan

Woord en dienst

Dit blad geeft vele en velerlei informatie die onder ons in „De Wekker” wordt geboden. Kerkelijke berichten, verslagen van kerkelijke vergaderingen, historische artikelen enz. enz. — alles heeft met kerk en ambt te maken, maar het zou te ver voeren hiervan U een overzicht te bieden. Daarom slechts een greep uit de overvloed.

Lezenswaard is een artikel van ds. R. Kaptein in het nummer van 11 Jan. 1975: „Tijdschrijven door de predikant”; precies noteren wat je van hoe laat tot hoe laat deed om zo efficient mogelijk met de tijd om te gaan. Het werk wordt beter overwogen doordat distantie in acht wordt genomen. Het verschaft beter inzicht in wat er gedaan wordt, wat je doet met je leven. Je kunt ook beter verantwoording afleggen en „plannen” voor de toekomst. Of dit „tijdschrijven” voor velen realiseerbaar zal zijn? Van dezelfde hand is ook een artikel van 22 febr. „De post van de kerkeraad” — op vele kerkeraadsvergaderingen een tijdrovende zaak; ook een kerkeraad kan aan „tijdschrijven” gaan doen!

Interessant zijn de artikelen van prof. dr. O. J. de Jong: „Panorama van het stroomgebied van de Hervormde Kerk”. Of het nu gaat over de boekenkast van de dominee, of over de pastorie en de toren, actueel is het altijd, niet het minst dank zij de historische notifies.

Een artikel van dr. A. van Ginkel „Het ouderlingenambt in de toekomst” (19 april-nummer) stelt het ambt van „oudste” aan de orde: „gespecialiseerd op een deelgebied van de totale ambtstaak” die daarom „meer gezag heeft en ook meer bereikt dan de ouderling van nu, die dit ambt alleen maar heeft, omdat hij er door de kerkeraad of de gemeente toe geroepen is”. Volgens dr. Van Ginkel is dat laatste maar een formeel gezag, waartegenover het „informele gezag” staat van „de leider die uit de groep opkomt, of van de deskundige, die zoveel bekwaamheid heeft op zijn terrein, dat zijn gezag als vanzelfsprekend geldt”. Commentaar hierop laat ik graag aan de lezer over ! Over de dissertatie van dr. Van Ginkel, waarop in de passage over het Ouderlingenblad ook al de aandacht is gevestigd, vertelde de auteur iets in het nummer van 5 april: „niet dat de omstandigheden ons de kerkvorm moeten dicteren. Deze behoort allereerst bepaald te zijn door de functies, die de kerk heeft, maar daarna zeker ook door de omstandigheden waaronder zij deze functies moet vervullen. Het kerkrecht moet functioneel en situationeel bepaald zijn”.

Er zouden nog allerlei zaken te noemen zijn die beslist niet onbelangrijk zijn, maar enerzijds ontbreekt de ruimte, anderzijds zijn vele wel wat al te ver „uit de buurt”! Dichterbij brengt ons de jongste van de buren, het blad

Dienst

Jaargang-1975 opent met een artikel over „Geestelijke verlating” van ds. M. J. C. Blok. Op Schriftuurlijke, confessionele wijze wordt gehandeld over dit voor ambtsdragers die geroepen worden geestelijke leiding te geven, zo belangrijke onderwerp dat tegenwoordig voor velen buiten de horizon ligt. „Laten wij als ambtsdragers toezien, en doodsbenauwd zijn voor routine-bezoekjes in de gemeente van de Heiland. Als God ergens een gezin in de gemeente werkelijk gaat verlaten, heeft dat zijn gevolgen voor heel de gemeente”.

Over „Heipen — geholpen worden” gaat een volgend artikel. Het laat zien hoe er soms een neiging is hulp te vragen aan vertrouwden, maar soms ook juist aan vreemden. Wie als ambtsdrager geroepen wordt te helpen, zal heel goed moeten kunnen luisteren. Liefde helpt een ander tot z’n recht te laten komen. Dan is helpen niet een zaak van „hulpe-loos maken” of „onder curatele stellen”. Ambtsdragers hebben iets te bieden „dat volstrekt uniek is: de schatten en gaven van Christus”.

„Het gemeentelid op bezoek in de gemeente” naar aanleiding van het boek van prof. Lindijer „In levende lijve” geeft waardevolle wenken en leidt als vanzelf naar een belangrijk artikel in het volgende nummer „Trainingen in opspraak”. Afgedacht van de „opspraak” (hersenspoeling enz.) is „training” een zaak waarmee de huisbezoekende ambtsdrager zowel actief als passief mee te maken heeft resp. krijgt. Er zijn mensen in de gemeente die met trainingen te maken hebben (of gehad hebben). Er zijn „trainingsachtige” cursussen speciaal voor ambtsdragers („klinisch pastorale vorming” bijv.) waar men getraind wordt in gespreks- en discussietechniek (de schrijver, J. A. Knepper, gaf in een cursus „Praktische vorming” te Kampen een dergelijke training aan de studenten van de vrijgemaakte Hogeschool).

Resteren nog een tweetal artikelen in deze nummers: „Welzijnszorg voor gereformeerden … ook uw zorg ?” en „Het zware diakenambt”. In het eerste komt de „gevulde algemeenheid” aan de orde (de levensbeschouwing alleen van belang in het uitvoerende vlak). Het tweede artikel laat zien dat er van „promotie” geen sprake is wanneer een diaken tot ouderling wordt gekozen; het gaat om de éne diakonia in naam van Christus, zodat het ene ambt niet gesubordineerd is aan het andere; diakenen zijn geen verwijzers naar de overheid maar wegwijzers naar de barmhartige Hogepriester.

Ik hoop dat dit „overzicht” van wat er gaande is bij onze „buren” U enig idee gegeven heeft van wat. er daar aan de orde is. Vraagt U wie de naaste buur is? Wie zal dat uitmaken? Ik heb het idee dat het laatste blad wat opzet en structuur betreff, niet ver „uit de buurt” is. Dat kan ook van het tweede gezegd worden, zij het wel iets „verder”. Het eerste blad stelt zaken aan de orde die in ons blad niet direct een hoge prioriteit hebben. Het derde blad is minder „ambtelijk” ingesteld, maar biedt ambtsdragers wel zoveel dat lezing ook voor hun strikt ambtelijk werk van betekenis is. Kennisname van wat de „buren” bezig houdt, bezielt, beweegt, is trouwens nooit een kwade zaak. Wie zich alleen voor eigen erf interesseert, wordt de dupe van een beperktheid die tot bekrompenheid kan ontaarden. Dan helpt zelfs een „goede buur” niet meer, laat staan dat een „verre vriend” kan en wil bijspringen!

TER OVERWEGING

Drs. W. Steenbergen, Man en vrouw schiep Hij hen. Vragen rond sexualiteit, huwelijk, voorechtelijk geslachtsverkeer. Te verkrijgen door op giro 803212 f 1,50 te storten t.n.v. Jan Haan B.V., Groningen, met vermelding „preek 7e gebod”.

Een preek over het zevende gebod, luidt de ondertitel. Een actuele en goede preek, die op de dingen ingaat en de gemeente vanuit de Schrift licht wil geven over genoemde onderwerpen. Het is geen moralistisch verhaal over sexualiteit, maar verkondiging van het Evangelie ook op dit gebied. Een naschrift van drie bladzijden gaat in op vragen die bij de luisteraar/lezer wellicht zijn overgebleven. Hartelijk aanbevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Even buurten (vervolg)

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's