Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goddelijke droefheid tot zaligheid (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goddelijke droefheid tot zaligheid (6)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid. 2 Kor. 7:10

Geliefde lezer,

Nog eenmaal willen we stilstaan bij bovengenoemde tekstwoorden. Wanneer de apostel spreekt van 'de droefheid naar God', dan moeten we dit niet alleen toepassen op degenen die door Gods Geest zaligmakend overtuigd zijn, maar op al Gods volk. Deze droefheid naar God is het hele leven nodig, om in zichzelf onbekeerd te blijven en om alleen uit genade gezaligd te worden. We kunnen dit duidelijk zien in deze zendbrief aan de Korinthiërs. Zij waren te bestraffen, vanwege de misstanden in de gemeente. Nee, zij waren geen vreemdelingen van het leven der genade, echter werd de genade des geloofs niet recht beoefend! Doch toen Paulus hen middels zijn zendbrief wees op hun zonde van nalatigheid, kwam de Heere erin mee, en werden zij bedroefd. Deze droefheid was een oprechte droefheid tot bekering, hetwelk tot blijdschap van Paulus was, zodat hij hen schreef: Nu verblijd ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering (vs. 9). Wat moet de Heere altijd Zelf Zijn volk weer op de plaats brengen. Zie, door hun dagelijkse afmakingen verstoren zijzelf de gemeenschap met de Heere. Daarom hebben zij een dagelijkse bekering nodig om als arme zondaren Christus' bloed en gerechtigheid te benodigen, en te leven naar Zijn Woord. Alvorens de priesters hun dagelijkse arbeid in de tempel verrichtten, moesten zij hun handen en voeten reinigen in het koperen wasvat. Of zij nu twee of meerdere keren terugkeerden, zij mochten het wasvat niet voorbij gaan zonder er gebruik van te maken. Dit wasvat zag op Christus, de Fontein Die ge-opend is naar het welbehagen des Vaders voor het huis Davids en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinheid (Zach. 13:1).

O, die dagelijkse zonden en afmakingen stellen ons doodschuldig en strafwaardig voor de Heere. Gelijk Paulus de zendbrief schreef aan de Korinthiërs, zo behaagt het de Heere ook door middel van Zijn Woord en Geest de zonde voor ogen te stellen, het hart te verbreken en het te vervullen met verslagenheid en droefheid. Hadden we nu maar altijd een dagelijkse bekering nodig, we zouden dicht bij de Heere leven, en dagelijks bevreesd zijn om te zondigen en dagelijks bedroefd zijn om de bedreven zonde tegen een goeddoend God. Hoeveel dagen zonder getal kunnen we over de zonde heenleven, en de Heere aan Zijn plaats laten. Hoe lange tijd kunnen we onze sleurgodsdienst verrichten, zonder dat ons hart er in ligt. Zonder er zelfs goed erg in te hebben, leven we ver van God verwijderd, en hebben Jezus, het Wasvat niet nodig. Dan wordt zowel het tere gemeenschapsleven met Jezus noch het aanklevend leven aan Gods genade troon niet beoefend. We buigen onze knieën wel, doch zonder de knie des harten; we spreken onze gebeden wel uit, doch zonder onze ziel mee te krijgen; we horen Jezus' Woord in Zijn huis wel, doch zonder dat we Jezus' stem gelovig begeren te horen. O akelige toestand, wanneer we geen gebroken hart en Goddelijke droefheid hebben over onze dagelijkse struikelingen, noch Jezus recht benodigen. Denk maar aan David die wel een beschuldigde consciëntie had, maar geen verbroken hart en Goddelijke droefheid. Echter na maanden, toen de profeet Nathan tot hem zei: Gij zijt die man!, en de Heere erin meekwam, werd zijn hart opnieuw verbroken, en riep hij bedroefd uit: Ik heb gezondigd tegen den HEERE.

Vrienden, wat ligt in deze woorden de innerlijke droefheid van Davids hart verklaard! Echter mocht hij ook ervaren, dat deze droefheid een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt, want de profeet mocht hem in de Naam des Heeren de boodschap van verzoenende genade verkondigen: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen; gij zult niet sterven (2 Sam. 12:7, 13). Een dagelijkse bekering gaat altijd gepaard met Goddelijke droefheid. Deze droefheid is het werk van Gods Geest bij aanvang en voortgang. Geen engel kan het hart verbreken en de droefheid naar God verwekken. Een droevig hart, is een gebroken en verslagen hart, een hart dat Hij Zelf heeft toebereid tot Zijn dienst. Zulk een hart is innerlijk bedroefd, omdat het gezien en gevoelt heeft wat zonde is, en wat het daarom verdiend heeft: de eeuwige dood. Het is bedroefd, omdat het zich bewust is tegen Wie het gezondigd heeft, en wat dat inhoudt: eeuwig van God gescheiden te blijven. Hoe kostelijk is in de ogen des Heeren dan toch een verbroken en verslagen hart! Daarop wil Hij in gunst neerzien: Maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft (Jes. 66:2). We mogen dan stellen dat in de ogen des Heeren zulk een hart de hemelse pronkkast is, waarin de Goddelijke juwelen van genade worden gelegd en bewaard.

We willen de volgende juwelen noemen: Zijn wet: Ik zal Mijn wet in hun hart schrijven (Jer. 31:33); Kinderlijke vreze: Ik zal Mijn vreze in hun hart geven (Jer. 32:40); Zijn Liefde: Omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven (Rom. 5:5). Zie, wanneer het hart dan door Gods Geest verbrijzeld en verbroken wordt, dan ligt het open voor de Heere en voor de stralen van Christus, de Zon der gerechtigheid. Deze Zonnestralen schijnen dan in de Goddelijke pronkkast, waardoor de juwelen van genade weer helder tot Zijn eer gaan schitteren.

Vrienden, zo maakt Christus altijd plaats voor Zichzelf, zodat het juweel der liefde weer uitgangen en genegenheden krijgt naar Hem en Zijn gemeenschap, alsook het juweel van kinderlijke vreze om voorzichtig te zijn op alle wegen, en het juweel van de ingeschreven wet om tot Gods eer te leven, om niet af te wijken noch ter rechter- noch ter linkerhand. De zalige vrucht van zulk een verbrokenheid is een téér hart, hetwelk bevreesd is om te zondigen tegen de Heere. Vrienden, wees op uw hoede voor de zonde. Acht het als uw doodsvijand. O, alleen wanneer u een teer hart hebt, dan is de zonde de grootste vijand voor u. "O Heere", roept u dan uit, "bewaar mij toch voor de geringste aanzet tot zonde, ja, dat ik die niet in mij zal dulden." "Heere houdt U mij bij de hand, want ik ben tot hinken en zinken elk ogenblik gereed." Indien wij het hart openen voor de zonde, dan sluit de Héére

Meditatie vervolg

Zijn pronkkast, en trekt Christus als de Zon der gerechtigheid Zich terug, zodat de juwelen van genade niet te zien zijn. Wanneer wordt de zonde u recht tot droefheid? Wanneer we gelovig mogen zien wat het Christus heeft gekost, hoe Hij voor de zonde heeft moeten en willen lijden. We lezen daarvan: En zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben (Zach. 12: 10). We weten dan ook geen ander middel wat de zonde zo afschuwelijk maakt, dan het gelovig overdenken wat wij Christus hebben aangedaan. Dit veroorzaakt een hartelijk leedwezen over de zonde, en een haten en vluchten van de zonde. En dan te bedenken dat ons hart vol is van ongerechtigheid en zonde! Nu zijn Christus' wonden die wij geslagen hebben door de zonde, als flessen met balsem om onze bedroefde ziel te verkwikken en als fonteinen om onze onreine ziel te wassen van de zonden. De bede mocht wel zijn: Heilig mij, heilig mij, ik moet heilig zijn als Gij! Wanneer we eeuwig bij de Heere mogen komen (o, eeuwig wonder), dan zullen we weten wat we zullen zingen: Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed (Openb. 5:9). Dan geen droefheid meer, maar eeuwige blijdschap! (Jes. 35:10).

Vrienden, hoe is deze praktijk in óns leven?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2001

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Goddelijke droefheid tot zaligheid (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2001

De Wachter Sions | 8 Pagina's