Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De classicale vergaderingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De classicale vergaderingen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE AFGEVAARDIGDEN TER CLASSICALE VERGADERING

2

HET KARAKTER DER CLASSICALE VERGADERINGEN -

Een classicale vergadering is een conventus ecclesiarum, een samenkomst van kerken, die in eikaars nabijheid liggen. Te Wezel werd reeds uitgesproken, dat deze genabuurde kerken elkanders belangen behartigen. Voor den aard der vergadering maakt het geen verschil hoeveel kerken tot een classis behooren. De Gereformeerde Kerk in een bepaalde streek moest zich op zulk een vergadering vertoonen.

Dus een classicale vergadering is een samenkomst van genabuurde kerken en het is of daar één kerk bijeen is. De classicale vergadering kan, evenals een synode, wel een kerk worden genoemd. (Synopsis Disp. XL th. 33).

Dus de gezamenlijke kerken van een classis of provincie kan de kerk van die classis of provincie worden genoemd. In zekeren zin dan, wel te verstaan.

Natuurlijk is dit niet zóó te verstaan, dat in eigenlijken zin de kerken daar als kerk bijeen zijn, want dan zouden alle leden ter vergadering moeten zijn en dat is practisch onmogelijk.

Zelfs alle ambtsdragers kunnen niet samenkomen in classicale vergadering, omdat dan de vergadering te breed zou zijn om zaken af te doen. Met het oog op deze practische noodzakelijkheid is het beginsel aanvaard van trapsgewijze vertegenwoordiging der kerken door hare afgevaardigden. Daarom moeten de afgevaardigden geloofsbrieven hebben, die zij op de vergadering overhandigen. Op grond van die geloofsbrieven hebben zij, zitting. Immers deze geloofsbrieven geven bewijs, dat i emand wettig gezonden is, en last heeft ontvangen om namens de zendende kerk te handelen.

De genomen besluiten zijn van kracht voor de kerken, die aldus vergaderd zijn, evenals dat voor een synode h^t geval is en met dezelfde reserves, zooals wij hebben gezien. Uit-dit kerkverband en deze kerkelijke organisatie volgt, dat alle kerken der classis moeten vertegenwoordigd zijn. Afwezigheid moet worden verantwoord. De ontbrekende kerk moest dan eerst met de genomen besluiten zich accoord verklaren wilden zij daar van kracht zijn.

DE AFGEVAARDIGDEN TER CLASSICALE VERGADERING

De classicale vergadering is een vergadering, een samenkomst van genabuurde kerken en daarom moeten alle kerken uit die classis hunne afgevaardigden, verte-

genwoordigers der gemeente ter plaatse, zenden, met een welomschreven mandaat, opdracht.

In de kerkenordening van 1559 voor de Fransche kerken wordt in artikel 3 gezegd: dat de dienaren met zich zullen brengen op de synode elk één ouderling of diaken van hunne kerk, of meerderen.

Van een eigenlijke afvaardiging was dus nog geen sprake. Enkele jaren later werd bepaald, dat de afgevaardigden moesten gekozen worden door den kerkeraad.

Voor onze kerken werd in de kerkenordening van Dordrecht (1578) een regeling getroffen voor de afvaardiging. Uit elke gemeente zal een dienaar des Woords met een ouderling op de classicale verzameling verschijnen. En hoewel alle dienaars dier classe, als ook alle ouderlingen der plaats waar de verzameling gehouden wordt ter classis mogen komen, zoo zullen nochtans niet meer dan twee van den kerkeraad, daartoe verkoren uit een iegelijke gemeente, keurstemmen hebben.

De oude regel was dus, dat elke kerk door één dienaar des Woords en één ouderling op de classicale vergadering vertegenwoordigd wordt.

In de praktijk echter week men nog al eens af van dezen regel; teveel om het nog uitzonderingsgevallen te kunnen noemen. Vrij dikwijls ontbraken meerdere ouderlingen, om de groote reis of om de onkosten eraan verbonden.

Het geschiedde echter niet, omdat men tegen de bepalingen der kerk wilde ingaan. Althans, dit was het geval in de meeste gewesten. Alléén in Friesland en Zeeland was er in de 16e eeuw oppositie tegen het beginsel ook ouderlingen af te vaardigen. In de classis Sneek b.v. vergaderde men trouw zonder ouderlingen.

Doch na niet al te langen tijd werd deze oppositie in Friesland opgegeven en voegde men zich naar het aangenomen principe, dat dominé's-heerschappij wilde voorkomen, door ook een ouderling af te vaardigen naar de classicale vergadering.

Toch kwam het .in de praktijk nog maar al te dikwijls voor, dat geen ouderling ter vergadering verscheen. Artikel 41 der kerkenorde werd dus niet zoo algemeen in acht genomen als wel wenschelijk was.

De vraag of b.v. een kerkeraad ook een consulent kan afvaardigen of een gemeentelid kunnen wij bij de beknopte uiteenzetting evenals andere vragen laten rusten. Wij willen slechts de hoofdzaken naar voren brengen, ook al omdat andere vraagstukken aan de orde moeten komen, en dus deze reeks niet te lang mag duren. Het voordeel is ook, dat de lezers de hoofdzaken beter in zich kunnen opnemen.

De regel was dus, dat elke kerk een dienaar en een ouderling afvaardigde ter classicale vergadering. Dit beginsel vloeit uit de presbyteriale Kerkrëgeering voort. De ouderlingen kunnen een grooten zegen verspreiden op deze vergaderingen.

Voetius wijst erop, dat ten tijde van de Arminiaansche twisten een groot aantal kerken voor verwoesting bewaard zijn door het gezag, dat hare ouderlingen tegenover haar predikant konden doen gelden.

De vraag, of heden onze kerk nog vele ouderlingen van die kwaliteit bezit geef ik gaarne in overdenking. Het is in ieder geval te wenschen en te hopen.

Alzoo, elke kerk zendt één predikant en één ouderling ter classicale vergadering. In geval een predikant persé niet kan komen of de plaats vacant is, komt een ouderling in de plaats van den predikant.

De vraag of een kerk met meer dan één dienaar alle hare dienaren ter vergadering mag zenden, moeten wij met een enkel woord beantwoorden.

De Gereformeerde kerken stelden er van meet af prijs op, dat alle predikanten zouden komen ter vergadering, maar slechts één predikant uit elke gemeente had keurstem, de anderen konden advies uitbrengen. De bedoeling was dus, dat een groote gemeente niet meer stemmen had dan een kleine, om te voorkomen dat de eene gemeente over de andere heerschappij voerde.

Vele predikanten meenden echter, dat hun onrecht werd aangedaan en wilden allen keurstem hebben. Het is echter niet in te zien, dat men dan ook niet alle ouderlingen het recht zou geven ter vergadering te verschijnen met keurstem.

Voor en tegen werd breed uitgemeten, rapporten verschenen en de zaak kwam op de groote Synode van Dordrecht (1618 - 1619).

De Synode voegde een artikel in, deze zaak betreffende. Een artikel, dat eigenlijk bezwaren heeft vanuit het ingenomen principe gezien.

Dit artikel luidt namelijk: „Daar in één plaats meer predikanten zijn als één, zullen die alle zamen in de Classe mogen verschijnen en keurstemmen hebben, ten ware in zaken, die hunne personen, of kerken in het bij zonder aangaan" (Art. 42).

Het blijkt dus, dat een gewoonte zegevierde, waartegen ongetwijfeld bezwaren ingebracht kunnen worden. Dat alle predikanten ter classis komen is wenschelijk, in ieder geval toelaatbaar, maar dat zij allen keurstem hebben en dus een groote kerk veel meer invloed verkrijgt dan een kleine gemeente, is bedenkelijk.

Er is natuurlijk ook wel iets te zeggen voor die meerdere invloed der groote gemeenten en dit is dan ook steeds geschied, maar het komt ons toch voor, dat de gevaren blijven. Waarom echter is het toelaatbaar, zoo niet gewenscht, dat alle predikanten ter classicale vergadering mogen verschijnen met adviseerende stem, en één predikant benevens een ouderling van elke gemeente met keurstem? Omdat de predikanten uit den aard der zaak beter op de hoogte zijn van theologische aangelegenheden dan de ouderlingen. Zoo kunnen zij toch gewenschten invloed oefenen.

Bij ons is de regeling zóó, dat alle predikanten ter vergadering komen en evenveel ouderlingen, allen met keurstem. De afgevaardigden reiken voor de vergadering hun credentiebrieven over.

Deze credentiebrief vermeldt niet alléén den naam van den afgevaardigde met zijn plaatsvervanger, indien hij verhinderd mocht zijn, maar geeft ook eene verklaring dat hun door den kerkeraad last en macht (opdracht en bevoegdheid) is gegeven, om alle wettig ter tafel komende zaken mede te behandelen naar Gods Woord, de belijdenis der kerk en de aangenomen kerkenordening.

Zoo blijken de afgevaardigden vertegenwoordigers van kerken en handelen namens haar.

Het kan voorkomen, dat een kerkeraad wenscht, dat bepaalde zaken ter vergadering aan de orde komen.. Dan kan hij deze op den lastbrief doen vermelden, of bij afzonderlijk schrijven inzenden.

Alleen wat door de kerken op de agenda is geplaatst kan wettig worden behandeld. Deze kwesties zullen ook met het oog op de nieuwe kerorde onder oogen gezien moeten worden. „De Gereformeerde Kerk" vreesde reeds, dat de classicale vergaderingen in het nauw zullen komen en dat Gemeente-Opbouw maar al te veel nijging vertoont om van boven af te leiden en niet van onder op. Daarover zal nog wel het noodige in het midden worden gebracht.

De classicale vergaderingen moeten in hun oude rechten worden hersteld, zal het wel zijn, en gebonden aan Schrift en be-. lijdenis.

Hier zal natuurlijk een groote moeilijkheid zich voordoen, want men kan ook voor de classicale vergadering niet aankomen met de formule, die voor de Synode geldt. K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 maart 1946

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De classicale vergaderingen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 maart 1946

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's