Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs voor de eeuwigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs voor de eeuwigheid

Joke Blokland: „De geloofsopvoeding confronteert je vooral met je eigen zondigheid

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij elke doopsbediening beloven de ouders het. Om hun kinderen naar hun vermogen in de waarachtige en volkomen leer van de zaligheid te onderwijzen. Hoe geef je daaraan inhoud in de praktijk van alledag? „Met iets beginnen is niet zo moeilijk, maar om het vol te houden.

Elk mens heeft de neiging zaken mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn, weet Huib Blokland. Daarom begint de inwoner van Noordeloos, in het dagelijks leven projectleider bij TNO, maar meteen met een kanttekening. „We zijn absoluut geen voorbeeldgezin.
Veelzeggend vindt Joke Blokland het woord eigenlijk. „Hoe vaak gebruiken we dat niet: in gesprekken met vrienden, op een bijbelkring. Eigenlijk zouden we... Daarmee geef je al aan dat dingen niet gaan zoals het zou moeten. Zo is bij ons de klad gekomen in het zingen na het eten. Zeker het laatste halfjaar, door een verbouwing en een verhuizing. We zijn geen gezin waar alles volgens het boekje gaat. Daar kun je je gefrustreerd over voelen, maar het gaat helaas ook niet altijd volgens het Boek. Dat ervaar je als persoonlijke zonde.
Het christelijke gereformeerde echtpaar kreeg vijf kinderen. De oudste is inmiddels dertien, de jongste drie. Als het om de invulling van het geestelijk onderwijs gaat, weten beide ouders zich verworteld met de theologische lijn van het kerkverband waartoe ze behoren. „Het planten van het geloof is ten diepste het werk van de Heilige Geest, maar God werkt middellijk en wil de ouders daarbij inschakelen. Onze kinderen zijn als kinderen van het verbond apart gezet. Zo wordt dat bij ons gepreekt, en daar staan we van harte achter. De doop is een pleitgrond. God zegt tegen hen: Ik wil jouw God zijn.

Leesbare brief
Voor Henk en Ineke ter Maat uit Rijssen is het belangrijkste doel van het geestelijk onderwijs dat hun kinderen, in de leeftijd van tien tot twintig jaar, gaan beseffen dat God het waard is om gediend te worden. Wat ze vanuit zichzelf niet doen. „Onze kinderen kunnen niet sterven zoals ze geboren zijn, maar hebben het borgwerk van Christus nodig.
De kern van de zaak vindt Ineke op unieke wijze vertolkt in het antwoord dat de Heidelbergse Catechismus geeft op de vraag wat een waar geloof is. „Als de Heere dat geloof plant, komt het ook openbaar in de vruchten, zoals herbergzaamheid, zorgzaamheid, gastvrijheid. Dat zijn eigenschappen die je gelukkig niet alleen bij christenen vindt, maar als het goed is heb je als christen wel een andere motivatie. We moeten samen met onze kinderen leren dat niet onze wil, maar Gods wil in alles bepalend is.
Het voorleven is voor de huismoeder uit Rijssen een belangrijk deel van het onderwijs. „Praktiseer je zelf niet wat je de kinderen voorhoudt, dan spreken ze je daarop aan. Terecht. Soms ben je blind voor je eigen fouten en gebreken. Dat proberen we ook onze kinderen bij te brengen. Er zijn vandaag nog maar weinig Nederlanders die in de Bijbel lezen. Des te belangrijker is het dat wíj een leesbare brief zijn.

Huisgodsdienst
Joke Blokland, van origine onderwijzeres, ervaart de scheiding tussen algemene opvoeding en geloofsopvoeding als kunstmatig. „Je levensovertuiging is verweven met de hele opvoeding. Het omgaan met elkaar, het accepteren van gezag. „Geloofsopvoeding is breder dan huisgodsdienst, vult haar man aan. „In de geloofsopvoeding gaat het niet alleen om wat er gezegd wordt, maar ook om hoe er geleefd wordt. Eén daad kan duizend woorden tenietdoen.
Voor de huisgodsdienst schafte het echtpaar een voorraad kinderbijbels en andere ondersteunende lectuur aan, waaronder Om het Woord. De serie voor bijbelstudie in het gezin bracht niet wat het echtpaar ervan verwachtte. „Terwijl je de vragen behandelt, zit de jongste te jengelen, voor de oudste zijn de vragen te simpel. Op zich is het een goede methode, maar hij is te idealistisch. Je bent al blij als de kinderen onder het lezen allemaal eerbiedig zitten, en je nog eens een vraag kunt stellen. Met uiteenlopende leeftijden kom je niet echt tot een gezamenlijk gesprek.
Om tegemoet te komen aan het bevattingsvermogen van de verschillende kinderen, leest het echtpaar s morgens uit de Herziene Statenvertaling, tussen de middag maakt Joke gebruik van een kinderbijbel voor kleuters, s avonds leest ze uit een kinderbijbel voor ouderen. Huib is doorgaans pas om half zeven thuis. „Een groot deel van de doordeweekse opvoeding ligt bij Joke. Als het enigszins kan probeer ik op vrijdag thuis te werken, voor het overige blijft mijn bijdrage beperkt tot de zaterdag en de zondag.

Zangbundel
Een wezenlijk element van de geestelijke opvoeding is voor Henk en Ineke ter Maat het samen zingen uit de zangbundel die werd samengesteld voor gezinskampen. Op zondag trekken ze daar minstens drie kwartier voor uit. „We hebben de kinderen gestimuleerd een instrument te gaan bespelen. Ze mogen zelf kiezen. De oudste speelt gitaar, de tweede piano. Als we de jongste zn zin geven, komt er ook een drumstel, maar dat vinden we wat te.
Het belangrijkste van het zingen is voor het Rijssense echtpaar, lid van de Gereformeerde Gemeenten, het eren van God. „Bovendien kun je met deze liederen vertolken wat in je hart leeft. Een bijkomend motief is dat zingen voor de kinderen een vanzelfsprekendheid wordt, zodat ze er zich ook elders niet voor schamen. „Al is de praktijk nog steeds dat ik het initiatief moet nemen, erkent Ineke. „De kinderen hebben er niet altijd zin in. Zijn we eenmaal aan het zingen, dan doen ze enthousiast mee. Dat laat zien dat we het dienen van God niet af moeten laten hangen van ons gevoel op dat moment.
Na de morgendienst loopt het echtpaar met de kinderen thuis nog even de punten van de preek na. „Dat hoort bij het inscherpen waarover Deuteronomium spreekt. In de keuze van de verzen die we s middags of s avonds zingen, sluiten we zo mogelijk bij de preken aan.
Huib Blokland, voorzitter van de kerkenraad van de christelijke gereformeerde kerk in Noordeloos, probeert onder de koffie of tijdens het middagmaal wat na te praten over de preek. „Op een ongedwongen manier. Als je er een vaste rite van maakt, lukt het niet. Tot nu toe gaat het aardig. Het moeilijkst vind ik om mezelf echt open en kwetsbaar op te stellen, bijvoorbeeld als een preek of een avondmaalsviering me heeft geraakt. Om daar dan vanuit mn hart over te spreken. De drang heb ik wel, maar ik voel me vaak belemmerd. Daarin speelt ook je opvoeding een rol.

Jong geleerd
Als voorbereiding op de catechismusprediking lezen Henk en Ineke ter Maat zondagsmiddags aan tafel uit de GBS-uitgave van de Heidelbergse Catechismus, waarin alle verwijsteksten volledig zijn weergegeven. Huib en Joke Blokland maken gebruik van het boekje Leid mij in Uw waarheid, waarin auteur H. van Dam op eenvoudige wijze de inhoud van de catechismus uitlegt. „Je hoopt dat de kinderen de catechismuspreek daardoor beter kunnen volgen.
Van centrale betekenis is voor het echtpaar uit Noordeloos het gesprek over de noodzaak van geloof en bekering, maar ook de mogelijkheid en realiteit van zalig worden. „Binnen de reformatorische gezindte krijg je wel eens de indruk dat het onmogelijk is dat een kind van dertien de Heere al kent.
De kinderen Blokland die de kunst van het lezen machtig zijn, lezen voor het slapen gaan uit een dagboek. Daarin gestimuleerd door hun ouders. „Jong geleerd is oud gedaan, motiveert Joke. „Je hoopt dat ze het blijven doen. We eten op vaste tijden, ook als we geen trek hebben. Met geestelijk onderwijs is het niet anders. Dat onderwijs moet aan onze kant samengaan met persoonlijk gebed voor onze kinderen. Als je ze dagelijks bij de Heere brengt, heeft dat ook invloed op je gedrag. Heb je net voor je kinderen gebeden, dan kun je ze niet uitfoeteren. De geloofsopvoeding confronteert je vooral met je eigen zondigheid.

Pleiten
„Met iets beginnen is niet zo moeilijk, maar om het vol te houden, verzucht Ineke ter Maat. „Neem het gesprek na het bijbellezen aan tafel. Het is goed dat je daar de tijd voor neemt, maar in de praktijk komt er weinig van. Wil je echt over iets doorpraten, dan gaat dat nog het best in een één-op-één gesprek. Dan kun je ook rekening houden met de leeftijd en het karakter van het desbetreffende kind.
„Belangrijk is dat ze leren om met alles waarmee ze worden geconfronteerd, terug te gaan naar de Bijbel, vindt Henk. „Met de vraag: wat staat daar en in welk verband? Dat voorkomt dat ze zich gaan beroepen op losse teksten, zonder het geheel van de Bijbel en de geest van de Bijbel erbij te betrekken. In het spreken met zijn kinderen over het gebed, wijst de vader uit Rijssen hen ook op het belang van de voorbede voor anderen. „In mijn persoonlijke voorbede hebben zíj een heel belangrijke plaats. Het kan me benauwen als ik zie in wat voor wereld onze kinderen opgroeien, maar in het gebed valt dat vaak van me af.
Ik heb heel veel aan de woorden die aan het begin van elke dienst klinken: ...en Die nooit laat varen het werk van Zijn handen. Ze gingen altijd langs me heen, tot ze een keer naar binnen sloegen. Dat is niet meer verdwenen. Het ontroert me elke zondag weer. We hebben geen rechten aan onze kant, maar we mogen pleiten op dat wat God Zelf belooft.


„Ook op geestelijk gebied moet alles vandaag snel
Geloofsopvoeding typeert Dirk Aangeenbrug als „de concrete invulling van de doopbelofte die christelijke ouders hebben afgelegd. Om hen daarbij behulpzaam te zijn, ontwikkelde de uitgever van Groen ondersteunend materiaal. Er komt helaas geen heruitgave van Om het Woord. „De belangstelling is te gering.

Of het nu geloofsopvoeding, bijbels onderwijs of geestelijke vorming wordt genoemd, maakt Dirk Aangeenbrug niet uit. „De discussie over de benaming leidt alleen maar af van waar het ten diepste om gaat. Het is de opdracht van ouders hun kinderen de loffelijkheden des Heeren, Zijn sterkte en Zijn wonderen te vertellen, zoals psalm 78 zegt. Die opdracht moeten we voluit laten staan. De wetenschap dat de bekering van onze kinderen een werk van God is, mogen we niet uitspelen tegen de duidelijke taak die we daarin als ouders hebben. Je zegt bij de doop toch ook niet: Nee, ik kan deze taak niet vervullen.

Is het uitgeven van materiaal voor geloofsopvoeding ideëel van aard?
„Absoluut. Aan het begin van de jaren negentig zijn we gestart met de serie Christelijke opvoeding. Een paar jaar later begon het denken over huisgodsdienst. Dat heeft geleid tot de uitgave van Om het Woord. Aansluitend kwam de bezinning op lectuur voor de catechese, met als resultaat de methode Leren om te leven. Daarna ging de blik naar het onderwijs. De serie Hoor het Woord is heel duidelijk bedoeld voor de scholen. Daarnaast hebben we veel dagboekjes en losse uitgaven voor geloofsopvoeding gebracht. Met name de ontwikkeling van materiaal voor de huisgodsdienst heeft beduidend meer gekost dan opgebracht.

Hoe kwam u ertoe om dit materiaal te ontwikkelen?
„In veel gezinnen bestaat de huisgodsdienst uit even lezen en even danken, zonder reflectie op dat wat is gelezen. De bedoeling was daarin verandering te brengen. Om het Woord moest iets voor het hele gezin bieden, op verschillende niveaus, en gekoppeld aan een bijbelleesrooster. Met opdrachten en vragen voor doordeweeks, maar ook aanwijzingen voor de preekbespreking op zondag. Op grond van enquêtes is het concept meerdere keren bijgesteld. Eerst was sprake van een kwartaaluitgave, daarna een halfjaarlijkse, vervolgens een jaarlijkse uitgave. Op de top zaten we op zon 1200 abonnees. In 2001 is het idee van een jaargebonden uitgave voor abonnees losgelaten en hebben we het ontwikkelde materiaal omgewerkt tot een tiendelige serie.

Waarom is de methode in brede kring nooit echt aangeslagen?
„Het is heel moeilijk om bijbelstudie te doen met kinderen van verschillende leeftijden. Terwijl een kind van drie zit te kleuren, behandel je met oudere kinderen vragen die voor de oudste alweer te simpel zijn. De zoon van zeventien wil bovendien weg, omdat hij moet basketballen. Wij hebben zelf met de serie gewerkt en onze ervaring was niet anders. Je begint met enthousiasme, maar het is heel moeilijk om het vol te houden. Er komt helaas geen heruitgave van Om het Woord. De belangstelling is te gering. Dat zegt misschien iets van hoe wij met de dingen omgaan. Ook op geestelijk gebied moet vandaag alles snel.

Veel ouders binnen de gereformeerde gezindte zeggen wel behoefte te hebben aan ondersteuning in opvoeding en geloofsopvoeding.
„Dat zie ik ook. Er is in het algemeen veel belangstelling voor opvoedingsavonden. Blijkbaar zoeken mensen de combinatie van het met elkaar praten over opvoeding en ondersteunende lectuur. Dat is voor ons reden om de serie Christelijke opvoeding in gereviseerde vorm uit te geven. Geschikt gemaakt voor gespreksgroepen, door het toevoegen van stellingen, gespreksvragen en opdrachten.

Aan welke criteria moet lectuur voor opvoeding en geloofsopvoeding voldoen?
„Ze moeten ouders algemene bijbelse principes aanreiken, die ze zelf dienen te verwerken in het gezin. Daar ligt mijn bezwaar tegen de meeste opvoedingsboeken uit Amerika, waar heel veel wordt gepubliceerd op dit gebied. Ze wekken de indruk dat het opvoeden van kinderen een kwestie is van nauwgezet de instructies opvolgen. Dan rollen er vanzelf goede christenen uit. Daar geloven wij niet in. Wezenlijk voor de geloofsopvoeding is dat ouders zelf een persoonlijke relatie met de levende God hebben. Waarom zouden kinderen de dingen gaan doen die jij belangrijk vind, als ze niet bij je zien waar dat verlangen uit voortkomt?

Is geloofsopvoeding vandaag moeilijker dan vroeger?
„Ik heb de indruk van wel. De grootste aanval op onze kinderen zie ik van de pc komen. Die trekt ze weg van de gezinstafel, waar je vroeger omheen zat. Als morgen alle computers waren verdwenen, zou dat in mijn beroep een aantal forse bezwaren hebben. Toch zou ik er meteen voor tekenen. Je moet er vandaag als ouders voor vechten om als gezin gezamenlijk wat te doen of te bespreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 augustus 2008

Terdege | 84 Pagina's

Onderwijs voor de eeuwigheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 augustus 2008

Terdege | 84 Pagina's