Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laat een kind zo jong mogelijk aan water wennen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laat een kind zo jong mogelijk aan water wennen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Niet bij het water komen!" Hoe vaak hebben bezorgde moeders en vaders deze waarschuwing al laten horen? Water heeft voor veel kinderen een grote aantrekkingskracht en maar al te graag spelen ze vlak aan de waterkant. Vader en moeder zien echter verdrinkingsgevaar en zo krijgt het water van sloot of vijver voor kinderen de betekenis „gevaarlijk" en „griezelig"! Geen wonder dat zoon of dochter soms heel wat angst moet overwinnen als hij of zij voor het eerst naar het zwembad gaat. 

Er zijn kinderen die graag in bad gaan, niet bang zijn voor waterspetters en zelfs gerust hun hoofd onder water durven steken. Andere kinderen worden hysterisch zodra ze maar merken dat moeder hun haren gaat wassen. Het is dus te begrijpen dat het ene kind graag naar het zwembad gaat en zonder angst in het diepe springt, terwijl het andere kind huilend aan de kant staat te bibberen. De badjuf of badmeester ziet zo wel heel verschillende kinderen in de zwemgroep verschijnen. Als zoon of dochter kan zwemmen is dat voor ouders vaak een hele geruststelling. Je moet maar op een plaats wonen waar vijver, sloot of rivier dichtbij zijn! Heeft het kind eenmaal een diploma op zak, dan hebben ouders vaak het gevoel dat het verdrinkingsgevaar niet meer zo op de loer ligt. Het kind mag nu in een bootje varen, aan de slootkant spelen of gaan vissen. Toch waarschuwen deskundigen dat zo'n zorgeloze houding niet gerechtvaardigd is. „Kinderen leren in ons waterrijke land in de eerste plaats zwemmen ten behoeve van hun veiligheid. De veiligheidsgarantie is: het zwemdiploma. De eisen van het zwemdiploma worden daarmee al snel de belangrijkste doelsteüingen van het zwemonderwijs, ook van het schoolzwemmen. Ouders willen langs de snelste leerweg tot het vereiste veiligheidsniveau komen: het afleggen van een bepaalde afstand met de schoolslag en de enkelvoudige rugslag. De veiligheidsgarantie blijkt echter niet altijd "waterdicht". Ondanks een diploma kunnen jonge kinderen die in een panieksituatie in het water terechtkomen zich niet altijd goed redden. Wanneer je I> met een regenpak en laarzen in het water valt, blijken afstanden die bij het baantjes zwemmen geen probleem vormden, plotseling onoverbrugbaar te zijn."

Erbij blijven
Hoewel we dus niet kunnen vertrouwen op het diploma, is dat toch het doel waartoe moeder of vader met kind elke week twee of drie keer, of soms wel vijf keer de tocht naar het zwembad onderneemt. Dat kan een zware belasting zijn, vooral als het kind bang is, onwillig wordt en de buik vol heeft van het zwemmen. Er zijn dan ook ouders die het leren zwemmen uitstellen, tot het kind schoolzwemmen krijgt. In de kleedkamer wordt het kind snel uitgekleed en de badjuf of-meester ontfermt zich over het groepje zwemmers. De ouders blijven achter, wachtend tot de les voorbij is. In de ruimte waar de ouders bij elkaar staan of zitten, wordt heel wat afgepraat. De resultaten van de zwemles worden vergeleken, de kundigheid van badjuf of-meester onder de loep genomen en vaak wordt er gemopperd, dat het allemaal veel te lang duurt...

Eerst watervrij
Als een kind voor het eerst naar zwemles gaat, wordt niet direct begonnen met het aanleren van bij voorbeeld de beenslag. De kinderen in deze groep moeten eerst 'watervrij' worden. Door middel van allerlei leuke spelletjes, zoals "Jan Huigen", waarbij de badjuf of de badmeester ook in het water zijn, leren kinderen plezier te hebben in het water. Een angstig kind wordt niet gedwongen om toch het hoofd onder water te steken; meestal zal juf of meester het kind een hand geven, samen het water in stappen en rustig en vriendelijk het kind langzamerhand wat verder leiden. Aan een badmeester vroeg ik: „Kunnen ouders iets doen voor hun kind als voorbereiding op de zwemles?" „Ja, dat kan. Er zijn ouders die met hun baby van zes weken al naar het zwembad gaan. Er is vaak een speciaal babyzwemuurtje, waarbij ouders en baby's heerlijk samen in het water kunnen spelen. Het water is lekker warm (rond de 30 graden) en ook de temperatuur in het zwembad zelf is hoger dan anders. Leren zwemmen is niet het doel van babyzwemmen. Vader, maar meestal moeder, krijgt wel aanwijzingen, welke spelletjes in het water mogelijk zijn en hoe hij of zij het kind vast moet houden. Als zo'n kind elke week gaat 'zwemmen', is het geen wonder dat het op twee- of driejarige leeftijd zich als een vis in het water voelt. Het durft kopje-onder, springt van de rand af, maar... kan niet echt zwemmen. Het voordeel is, dat het kind leert draaien en op leert staan in het water. Mocht het in het water vallen, dan kan het zich veel beter redden dan andere kinderen."

Thuis
Maar ah ouders dat niet willen of er niet aan toe komen, kunnen ze dan toch nog iets doenl „In de zwemgroepen merken we het wel, als een kind eerder naar het zwembad geweest is en in het water heeft gespeeld, van de glijbaan af durfde en spetters kon verdragen in het gezicht. Ook thuis kunnen ouders trouwens hun kind aan water laten wennen. Leg een baby bij voorbeeld niet altijd op zijn rug in het badje, maar laat het ook eens op zijn buikje door het water bewegen, of draai hem rond in het badje. Zo voelt hij het water aan alle kanten en ziet het ook bewegen. Als het kind wat groter is, zet je bij voorbeeld het babybadje in de douche, of in het grote bad met de sproeier aan. Het water spettert en golft en allicht komen er ook wat spettertjes op armen, buik of hoofd terecht. Het kind durft misschien zelfs al het water over het hoofd te laten lopen."

Hoe lang?
Hoe verloopt de zwemles! „In de eerste periode zijn badjuf of badmeester in dit zwembad heel veel in het water. Lang niet overal is dat echter zo. Er zijn ook badmeesters en -jufs, die alleen aanwijzingen geven vanaf de kant. Langzamerhand gaan we de beenslag oefenen, we leren drijven met kurken om en een plankje in de handen en ook op de rug oefenen we dat. ledere keer gaan we een stapje verder. We komen in dieper water terecht, oefenen met armen en benen de schoolslag en vergroten de afstand die gezwommen moet worden. De rugslag, het watertrappen en het met kleren aan zwemmen moeten ook geleerd worden en ten slotte is het kind zo ver, dat het mag afzwemmen." Een brandende vraag voor vaders en moeders: hoe lang duurt het eer mijn kind het diploma heeft gehaalde „Tja, deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. In theorie staat voor elke oefening een paar weken gepland, maar in de praktijk gaat het anders. Het ene kind is maar zes weken bezig in het eerste bad, terwijl een ander echt zes maanden nodig heeft om watervrij te worden en de beenslag te leren. Ik heb kinderen gehad die met zes maanden hun diploma haalden, maar ook die er twee jaar over deden. De meeste kinderen die twee keer per week les hebben, zwemmen na acht tot twaalf maanden af."

Uitstellen
Gebeurt het wel eens, dat ouders aangeraden wordt hun kind m,aar van zwemles af te halen? „Helaas wel. Soms is een kind te jong ^het kan de aanwijzingen niet opvolgen, mist de concentratie en leert vooral de combinatie van been- en armslag erg moelijk. Ook kan de afstand veel te groot zijn. Het is beter om dan nog een jaartje te wachten. Dat geldt eigenlijk ook voor angstige kinderen. Wacht er een poosje mee, probeer zelf eens met het kind in het water te spelen en blijf geduldig!"

Denk om het kind
Het is een hele kluif om het eerste zwemdiploma te halen. De eisen zijn vrij streng en de afstand die het kind moet zwemmen is behoorlijk groot. Om zo snel mogelijk dit doel te berei-. ken is het leren zwemmen na de eerste speelse periode eigenlijk nogal saai. Het is alsmaar baantjes trekken en doorgaan! Er zijn ouders die wel sneller vorderingen zouden willen zien. Ze klampen herhaaldelijk de badjuf ot badmeester aan en proberen hem te bewegen hun kind naar "het volgende bad" te laten gaan. Ook het kind wordt geducht onder handen genomen als het de kleedkamer weer binnen komt. „Kijk eens naar Leo; die is al naar het tweede bad en jij blijft maar klungelen. Je leert het nóóit! De volgende keer doe je maar eens beter je best..." Eisen die ouders niet te veel van hun kind? Het hangt immers af van leeftijd, lichaamslengte, gezondheid en psychische gesteldheid of het kind vlot meekan. Een kind van zes jaar dat groot is voor zijn leeftijd heeft bijna altijd een voorsprong op zijn leeftijdgenootjes. En naarmate het kind ouder is, zal het sneller zijn diploma halen.

Schoolzwemmen
In enkele groepen van de basisschool (bij voorbeeld groep 4 en 5), gaan de kinderen één keer per week naar het zwembad. Het komt niet meer zo veel voor, aldus de badmeester, dat er kinderen zijn die nog nooit in een zwembad geweest zijn. Tegenwoordig hebben sommige kinderen in deze groepen al één of twee zwemdiploma's. Zij gaan tijdens het schoolzwemmen verder oefenen voor een eventueel volgend diploma. De anderen komen in de beginnersgroep terecht en die is bij schoolzwemmen heel wat groter dan bij het particuliere zwemonderwijs. Het gevolg is, dat het individuele kind minder aandacht krijgt, dat er langer op elkaar gewacht moet worden en dat er dus gewoon minder geoefend en minder afstand gezwommen wordt.

Overleving
Zwemles afspreken voor ons kind betekent: streven naar het zwemvaardigheidsdiploma. Dat is geen veiligheidsgarantie als ons kind in het water valt, zeiden we al. Een kind zou eigenlijk veel meer moeten leren dan schoolslag, rugslag, watertrappen en een bepaalde afstand overbruggen. Om zichzelf te kunnen redden is het in sommige zwembaden mogelijk om "overlevingszwemmen" te leren. Het kind leert op de kant te klimmen, in het water op een mat te komen en ook een ander erop te helpen. Ook is het belangrijk, dat het zijn hoofd zo lang mogelijk boven water probeert te houden. Als een boot omgeslagen is, kun je immers beter wachten op hulp dan je uit te putten om een veilige, maar o zo hoge wallekant te bereiken. " Een ander belangrijk onderwerp is: kleding. In het water koelt men snel af Hoe kouder het water, hoe meer warmte er aan het lichaam zal worden onttrokken en wie onderkoeld raakt, kan zich niet meer boven water houden. De kinderen leren dat ze niet zomaar kleren -die warmte vasthouden!- moeten uittreken in het water. Ook mogen ze zich bijna niet bewegen, want hoe minder je in het water beweegt, hoe minder je atlcoelt en hoe minder energie je verbruikt.

Vuilniszak
De kinderen krijgen hierbij allerlei nuttige tips. Je kunt met je kleren lucht vasthouden, je laarzen uitdoen en ze ondersteboven (met lucht gevuld) in het water duwen. Zo blijf je een poosje gemakkelijker drijven. Met dit alles wordt ook geleerd om anderen te helpen, waarbij bij voorbeeld aan de orde kom hoe je vanaf de kant de helpende hand kunt bieden. Overlevingszwemmen leren is dus in feite heel wat nuttiger dan alleen maar baantjes zwemmen! En de "veiligheidsgarantie"? Die kan ook het beste zwemonderwijs ons niet teven. Altijd weer moet onze verzuchting zijn: „Heere, bewaar Gij onze kinderen en breng ze weer veilig thuis!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 juli 1991

Terdege | 64 Pagina's

Laat een kind zo jong mogelijk aan water wennen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 juli 1991

Terdege | 64 Pagina's