Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE CHRISTELIJKE GEMEENTE EN HET MILIEU

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CHRISTELIJKE GEMEENTE EN HET MILIEU

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met deze titel tracht ik te voldoen aan de wens van de redactie dat er in ons blad over milieuethiek geschreven zal worden. Het lijkt mij te veel om het woord milieuethiek in de titel op te nemen. Dat woord is nogal pretentieus en zou in een artikel ook waargemaakt moeten worden.

Mijn bedoeling is zeer bescheiden. Vanuit de gekozen titel wil ik iets schrijven over hoe wij als leden van de gemeente met het milieu omgaan. Voordat ik dat doe, herinner ik aan het zojuist versehenen boek van de hand van prof. De Knijff “Tussen woning en woestijn. Milieuzorg als aspect van christelijke cultuur” (Kok - Kampen 1995). In dit of in een volgend nummer wordt dit boek besproken.

Wordt er in onze kerken gesproken en nagedacht over het milieu en onze zorg daarvoor (en daarover)? Toen ik met deze vraag bezig was, hoorde ik dat in een behoorlijk behoudende gemeente vanaf de kansel de opmerking was gemaakt: Wie bekeerd is, zal ook wel het onderscheid weten te hanteren tussen de groene en de grijze container (in eigen woorden weergegeven). Dit te horen deed mij goed. Het betekent in elk geval, dat de predikant zijn gemeente op haar verantwoordelijkheid voor het omgaan met het milieu wilde wijzen. Met een opmerking over het verschil tussen een groene en een grijze container is niet alles gezegd. Ik zie de uitdrukking als een teken van een breder bezig zijn met zorg voor het milieu.

Daaraan aandacht te geven en daarvoor zorg te hebben, behoort tot het beeld van God zijn. Door genade vernieuwt de Heilige Geest in ons het beeld van God. Die vernieuwing raakt ook onze zorg voor het milieu. We zijn als mensen door God gesteld om de aarde te bewaren en te bewerken. Tussen deze twee mogen we geen tegenstelling maken. Alle nadruk op het bewerken kan leiden tot een heerschappij van de techniek over ons bestaan. Van bewaren komt dan niets of niet veel meer terecht.

Wie alleen bewaart, Staat de voortgang in de weg. Hij mist de aansluiting bij de tijd. Beide zijn nodig: bewaren en bewerken. We zullen tussen beide een evenwicht zoeken. Dat vraagt om ingetogenheid bij de voortgang, om terughoudendheid bij de ontwikkeling. Niet alles wat kan, mag. Niet alles wat mogelijk is, moet!

Mag het een beetje minder, zouden we ons bij allerlei aankopen moeten afvragen. Moet dat nieuwe nu al weer? Kunnen we niet toe met wat we nog hebben?

Bewuste zorg voor het milieu noopt ons tot een kritisch reageren op de reclame! Misschien dat zij onder ons, die in de detail- en groothandel hun brood verdienen, de wenkbrauwen fronsen. Toch kan het niet hun bedoeling zijn het nieuwe te verkopen, omdat het alleen als nieuw product de omzet aanzienlijk verhoogt. Het gaat om een goed product, dat bruikbaar is en dat het milieu niet extra vervuilt. Wie hierop niet let, snijdt (op den duur) in eigen vlees - en in het milieu dat voor ons alien is.

Een vorm van onthouding en van voorzichtige onthechting is niet slechts niet verkeerd. Zij is in zekere zin geboden. Ik voeg er direct aan toe, dat niet ieder dat op dezelfde manier hoeft te doen.

Carpoolen kan voor de een de aangewezen beperking in het autogebruik zijn, meer gebruik maken van de trein kan dat voor een ander zijn.

Als ieder zich maar afvraagt: Hoe kan ik met wat het milieu niet ten goede komt, minder royaal omgaan? Hoe kan ik op het gemeenschappelijk gebruik van licht, lucht, water en energie besparen?

Het is goed dat wjj op zulk een enigszins ascetische houding ook in de kerk worden gewezen. Een preek over het beeld van God zijn en over Psalm 8 kan tot concrete aanwijzingen aanleiding geven. Daarbij is het belangrijk dat we ons wachten voor de negatieve gedachte, dat ieder van ons als enkeling eigenlijk niets belangrijks kan doen. Stel dat in een gemeente honderd mensen een bijbelse instructie ter harte nemen, dan is dat toch echt wel wat. Als die mensen met vijf anderen erover praten en ernaar doen is dat nog veel meer!

Ik schrijf dit niet om het elke zondag weer in de kerk te (moeten) horen. Integendeel! Er zijn ook andere thema’s en onderwerpen uit het christelijk geloof die aan de orde moeten komen. Milieuzorg behoort wel bij de heiliging van het leven. Ik denk dat een catechismus die op de grens van de eenentwintigste eeuw werd opgesteld, aan milieuzorg niet voorbij zou kunnen gaan. Vindt u het te ver gaan om in plaats van de oude zondenlijst uit het Avondmaalsformulier, ook eens te denken aan hen die morsen met en in het milieu? Stelen, liegen en bedriegen worden als zonden genoemd. Hoort misbruik van het milieu daar niet bij? Kan men dat niet diefstal van collectief bezit noemen?

Ik begrijp dat dan direct de vraag opkomt: hoe stel je overtredingen vast? Welke maatstaf hanteer je? Wat mag en wat mag niet?

Op deze vragen zal ik geen ander antwoord geven dan een verwijzing naar woorden als soberheid, eenvoud, terughoudendheid en waken tegen misbruik. In het algemeen: beperking.

Tegelijk herinner ik (net als prof. De Knijff) aan het verantwoord genieten.

Men moet in de besparing net zo min als in de overbesteding krampachtig zijn. De een is krampachtig door te weinig te gebruiken, de ander door te doen alsof ailes op moet.

Mag ik herinneren aan Romeinen 14: 23? En al wat niet uit geloof is, is zonde! Hierbij dienen we wel te bedenken, dat geloot gepaard gaat met gehoorzaamheid. Geloof en bandeloosheid verdragen zich evenmin als geloof en bekrompenheid.

Zorg voor het milieu is een gestalte van het Christenleven, dat weet: We zijn nog onderweg. We zijn er nog niet. Deze aarde is in deze vorm niet onze definitieve woonplaats. Daarom moeten we weten van onthechting, van op weg zijn, van kunnen loslaten. Paulus schrijft over bezitten als niet-bezittend.

Binnen dit kader zou milieuzorg in de christelijke gemeente aan de orde moeten komen. De drie voornaamste vormen zijn prediking, pastoraat en catechese. Men kan echter ook denken aan het onderlinge gesprek, aan de wijkgroep of de vereniging.

Dit artikel is bedoeld als een prikkel om erover na te denken en erover te praten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1996

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

DE CHRISTELIJKE GEMEENTE EN HET MILIEU

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1996

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's