Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verweerde muren vol planten en bloemen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verweerde muren vol planten en bloemen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij muurplanten denk je al gauw aan klimop, wingerd en dergelijke, maar die staan allemaal stevig met hun wortels in de grond. Nee, echte muurplanten hangen min of meer in de lucht, soms ver boven ons hoofd, met hun rug tegen de muur. Zij moeten hun houvast vinden in de voegen tussen de stenen, in kleine holtes en scheuren. Dat is niet gemakkelijk. Het is een hard en moeizaam bestaan, dat niet alle planten kunnen opbrengen.

Er groeien soms planten op muren waarvan je het helemaal niet zou verwachten. Neem nou de rode spoorbloem. Als we die in onze tuin willen hebben, dan graven we een gat, vullen dat met zwarte tuinaarde, zetten onze plant daarin en begieten haar zorgvuldig tot ze aanslaat. In bijvoorbeeld Ierland groeit de rode spoorbloem uitbundig op het rieten dak van oude huisjes en op de muren van kastelen of stadswallen. Net als de buddleia trouwens, die ook hier in Nederland wel op een rechte muur te vinden is. Dat zijn dan altijd wel oude muren; op muren van hedendaagse gebouwen zul je niet gauw begroeiing zien.
Heel vroeger bouwde men muren met los op elkaar gestapelde stenen, waar vele holtes in zaten. Die boden plaats aan allerlei planten. Later kwamen de bakstenen. Eerst werden ze met de hand gevormd en waren ze wat onregelmatig en tamelijk ruw van oppervlak. Tegenwoordig worden ze machinaal gemaakt, hebben ze gladde kanten en zijn ze veel harder.
De metselspecie die vroeger werd gebruikt, was veel zachter en kruimeliger dan de specie van tegenwoordig. Daar zit Portland-cement in, dat heel hard en vast is. Vroeger gebruikte men kalkspecie, een mengsel van kalk en fijngemalen puimsteen. Soms deden de metselaars ook wel eens roggemeel door het mengsel, waardoor de specie niet gauw uitdroogde en verharde. Zo konden ze grotere hoeveelheden tegelijk aanmaken.
Na het metselen moet er nog gevoegd worden. Tegenwoordig wordt er meestal volgevoegd. Dat wil zeggen dat het oppervlak van de voegen gelijk komt aan dat van de stenen. Vroeger werd er vaker verdiept gevoegd, waarbij de voegen gootjes vormden tussen de stenen.
Op pas gebouwde muren kan nog niets groeien, ze moeten eerst verweerd raken. Dat gebeurt onder meer onder invloed van wind, regen en temperatuurwisselingen. Uit de lucht komen allerlei chemische invloeden van stoffen als koolzuur, zwaveldioxyde, stikstofdioxyden en dergelijke, die de muurstenen en vooral de voegen kunnen aantasten. In de ontstane spleetjes en kleine holtes (eigenlijk in het begin niet meer dan grove poriën) kunnen sporen van schimmels, algen en mossen ontkiemen en daarmee begint de begroeiing van de muur. Als deze organismen afsterven, blijven er restjes materiaal over die weer tot voedsel kunnen dienen voor een volgende generatie, en zo ontstaat geleidelijk aan een dun humuslaagje. De snelheid waarmee een muur verweert, is afhankelijk van de hardheid van de stenen en de samenstelling van de metselspecie.

Schubvaren
Na de mossen kunnen zich nu ook andere planten ontwikkelen, zoals het muurvarentje, dat graag op tamelijk droge muren groeit. Dit is de meest algemene muurplant, samen met het muurleeuwenbekje, dat met haar kleine violette bloemetjes grote oppervlakken kan bedekken. Deze laatste bloeit heel lang, van mei tot in de herfst. Na de bloei wordt de vruchtstengel zodanig gebogen, dat de zaden in de spleten en voegen worden gedrukt.
Op schaduwrijke, vochtige muren vind je soorten als tongvaren en steenbreekvaren. De bladkleur van de tongvaren is afhankelijk van de hoeveelheid licht. Steenbreekvaren is een sierlijk plantje met heel dunne worteluitlopers, die ver tussen de stenen kunnen doordringen. De gewone eikvaren daarentegen heeft een forse wortelstok, die na enkele jaren letterlijk uit de voegen barst en dan daarbuiten verder groeit. Een zeldzame gast in Zuid-Limburg is de schubvaren, een heel mooi varentje, dat in Italië, Zuid-Frankrijk en Ierland veel voorkomt. Ze kan goed tegen droogte en is in staat om snel vocht op te nemen bij een regenbuitje.

Ruïne van Bredero
Ook onder de bloemplanten zijn er enkele specifieke muurplanten. Bijvoorbeeld de gele helmbloem, met grote trossen heldergele bloemen, en de muurbloem, die we kennen uit de tuin maar die in het wild alleen op muren groeit en wel speciaal bij de ruïne van Bredero. Beide soorten zijn zeldzaam, in tegenstelling tot het muurleeuwenbekje.
Als er wat meer humus aanwezig is, bijvoorbeeld wanneer een muur achterover helt of er een richel van uitstekende stenen is, kunnen andere planten de plaats innemen van de typische muurbegroeiers. Dat zijn vaak soorten die groeien in wegbermen en puinhopen, zoals paardenbloemen, kruiskruid, bastaardwederik of brandnetel. In Ierland zagen wij op muren veel Umbilicus rupestris, ofwel navelkruid, een plantje dat in Nederland niet voorkomt, net als Erinus alpinus (Fairy foxglove in het Engels), dat op veel kasteelmuren groeit. Op ons logeeradres vonden we op de oude muren een madeliefachtig plantje met de mooie naam Erigeron karvinskianus. Het lijkt haast niet te geloven, maar ook struiken en zelfs bomen kunnen op muren voorkomen. Lijsterbes, sneeuwbes en vlier kunnen ontkiemen uit zaden die door vogels zijn uitgescheiden. Een beroemd voorbeeld van een boom op een muur is de vijgenboom aan de Utrechtse Oudegracht. Omdat net op die plek achter de muur buizen liggen van de stadsverwarming, blijft het ook in de winter warm genoeg voor de vijg om zich te kunnen handhaven. Bij de restauratie van de muur zijn speciale maatregelen genomen om deze bijzondere boom te behouden. Overigens kunnen bomen natuurlijk heel wat schade berokkenen aan de muren door hun dikke, harde wortels. Varens, muurplanten en eenjarige kruiden vormen geen bedreiging, want zij hebben dunne wortels die niet verhouten.

Muurhagedis
Allerlei kleine beestjes vinden ook een leefomgeving op muren: mieren, pissebedden, spinnetjes en dergelijke bevolken spleten en holletjes tussen de stenen. Een bijzondere muurbewoner is de muurhagedis, die voornamelijk voorkomt in Midden- en Zuid-Europa. In Maastricht echter leeft een tamelijk grote populatie op de muren van oude fortificaties, dicht opeen op een vrij klein oppervlak.
Al met al is er een heleboel te beleven op oude muren en een begroeide muur is natuurlijk veel spannender dan een nette kale muur. Het is best leuk om eens te kijken hoeveel soorten planten er zoal te vinden zijn op oude muren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 oktober 1999

Terdege | 92 Pagina's

Verweerde muren vol planten en bloemen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 oktober 1999

Terdege | 92 Pagina's