Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NEDERLANDSE BELIJDENISGESCHRIFTEN IN NIEUWE REDAKTIE 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NEDERLANDSE BELIJDENISGESCHRIFTEN IN NIEUWE REDAKTIE 1

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een interkerkelijke commissie heeft een nieuwe tekst opgesteld van de belijdenisgeschriften. Zij heeft deze bij brief van februari 1971 aangeboden aan de Generale Synoden van onze kerken, van de Gereformeerde Kerken en van de Nederland se Hervormde Kerk.

Onze kerken zijn er dus ook bij betrokken. Dat blijkt ook uit de Acta van Generale Synoden. We willen daaruit iets aanhalen. Daarbij gaan we niet verder terug dan tot de acta van 1971 - 1972. Dat lijkt ons voldoende.

Bijlage XXIII is het rapport van deputaten voor de eenheid van de Gereformeerde belijders in Nederland en de correspondentie met buitenlandse kerken. Deputaten rapporteren onder II E. Andere Contacten, 1. Interkerkelijke Commissie voor de tekst van de belijdenisgeschriften, het volgende :

„Regelmatig hebben deputaten u gerapporteerd over het werk van deze commissie, waaraan door ons deputaatschap, met goedkeuring van vorige synoden, werd deelgenomen via twee waarnemers, prof. dr. J. van Genderen en ds. J. H. Velema.

In 1968 konden we rapporteren dat de bewerking van de zes belijdenisgeschriften, waaraan sinds 1962 gewerkt was, gereed was gekomen. Na 1968 is het hele werk in revisie geweest en is de commissie uiteindelijk tot vaststelling van een nieuwe tekst gekomen. Aan uw beide waarnemers, die als volwaardige leden door de andere commissieleden werden geaccepteerd, werd het gereedmaken van de tekst voor publicatie opgedragen. Voor het grote vertrouwen, dat aan deze broeders werd gegeven, zijn we dankbaar.

Het is begrijpelijk dat een en ander veel tijd vergde; dat temeer omdat de verschillende leden van de commissie een druk bezet leven hebben en het niet gemakkelijk was hen op een dag bij elkaar te brengen.

Op 19 maart 1971 kon in een gemeenschappelijke vergadering van de moderamia van de gereformeerde en de hervormde synoden en van het deputaatschap voor de vertegenwoordiging van onze kerken een exemplaar van de nieuwe tekst worden aangeboden.

Het ligt op de weg van de drie synoden om tot definitieve vaststelling van de tekst te komen. Een exemplaar van deze tekst bieden wij u hierbij aan. Graag herhalen we wat we drie jaar geleden schreven. „We zijn dankbaar dat we op deze wijze konden bijdragen tot het verstaanbaar maken van onze klassieke belijdenisgeschriften. Het feit dat we de belijdenis willen handhaven verplicht ons deze belijdenis zo goed mogelijk in deze tijd te bewaren, ook door haar zo duidelijk mogelijk te laten spreken”. Deputaten geven graag de verklaring van hun waarnemers door dat met de tekst van de belijdenisgeschriften op een zeer verantwoorde wijze is omgegaan en dat op geen enkel punt geprobeerd is een tekst vast te stellen, die niet in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling zou zijn. We verwijzen overigens graag naar het geleidewoord bij de nieuwe tekst van de voorzitter van de commissie, prof. dr. W. F. Dankbaar.”

Tot zover de deputaten. Hun rapport werd in handen gesteld van commissie III van de Generale Svnode 1971 -’72. Deze rapporteerde onder II E. Andere contacten 1. Interkerkelijke commissie belijdenisgeschriften het volgende :

„Nu deze commisie met haar arbeid gereed is, stelt uw commissie voor, dat de synode een deputaatschan benoemt, dat tot taak krijgt, in contact met synoden c.q. deputaatschappen van andere kerken, die meegewerkt hebben aan de totstandkoming van deze herziene tekst, te komen tot een gemeenschappelijke beoordeling, toetsing on kerkelijke hruikbaarheid en vaststelling van de teksten.

Uw commissie herinnert eraan, dat er van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en van de Dordtse Leerregels wel een kerkelijk vastgestelde tekst bestaat, doch niet van de Heidelbergse Catechismus, noch van de drie oecumenische belijdenisgeschriften.”

Het rapport van deze commissie is te vinden als bijlage XXVI van de acta.

De synode behandelde deze aangelegenheid in haar zitting van 15 september 1971. We lezen in de acta:

„Naar aanleiding van het gerapporteerde door deputaten over het gereed gekomen zijn van de Interkerkelijke Commissie voor de tekst van de belijdenisgeschriften met haar werk (bijlage XXIII sub E 1; XXVI sub II E 1) besluit de synode een klein deputaatschap te benoemen voor de officiële tekst van de nederlandse belijdenisgeschriften met de opdracht om in contact met andere kerken na te gaan of de tekst van de herziene belijdenisgeschriften geschikt is voor kerkelijk gebruik. De naam van het deputaatschap zal zijn: „Deputaten voor de officiële tekst van de belijdenisgeschriften”.

In haar zitting van 6 januari 1972 benoemde de synode tot leden van dit deputaatschap prof. dr. W. van ’t Spijker, voorzitter; ds. W. J. Quist, secretaris; prof. dr. J. van Genderen.

Genoemde deputaten hebben aan de generale synode van 1974 een rapport uitgebracht. ,Wij zijn’ — zo schrijven deputaten — „in de afgelopen periode bezig geweest met de ons verleende opdracht :

a. het toetsen van deze vertaling (dus die welke in 1971 was aangeboden aan de vorige synode, B.) van de belijdenisgeschriften op haar betrouwbaarheid;

b. het toetsen van deze vertaling op haar geschiktheid voor kerkelijk gebruik;

c. het zoeken naar mogelijkheden tot kontakt met andere kerken.

Wat betreft a. merken deputaten o.a. op, dat zij accoord gegaan zijn met de aan deze vertaling ten grondslag liggende grondteksten. Deputaten zeggen hier nog meer wat van belang is, maar dat laten we nu rusten. Zij hebben een aantal op- en aanmerkingen, die ze duidelijk aangeven. Onder b. zeggen de deputaten o.a. „Voor de geschiktheid voor kerkelijk gebruik is van beslissende betekenis dat wij te doen hebben met een betrouwbare weergave van wat wij belijden.” Wat betreft c. lezen we in het rapport o.a.: „Wat het zoeken van kontakt met andere kerken betreft hebben wij vooral gedacht aan de kerken aan wier vertegenwoordigers deze nieuwe vertaling is aangeboden, d.w.z. de nederlandse hervormde kerk en de gereformeerde kerken in Nederland. Het kontakt met de gereformeerde kerken (vrijgemaakt) heeft zich in feite er toe beperkt dat wij aan haar deputaten de vertaling van 1971 toegezonden en vroegen ons het tot nu toe bereikte resulaat van hun werk te doen toekomen, hetgeen inmiddels is geschied.”

Deputaten stellen tenslotte voor :

1. opnieuw deputaten te benoemen;

2. deputaten op te dragen om in kontakt met andere kerken na te gaan of de herziene tekst van de belijdenisgeschriften geschikt is voor kerkelijk gebruik;

3. met het oog op de vraag naar de geschiktheid voor kerkelijk gebruik deputaten ook on te dragen de tekst van 1971 met een begeleidend schrijven te zenden aan de kerkeraden, classes en partikuliere synoden.

Hoe ging het nu verder? Daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

DE NEDERLANDSE BELIJDENISGESCHRIFTEN IN NIEUWE REDAKTIE 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's