Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Open brief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Open brief

aan allen, die behoren tot de kerken, welke zijn aangesloten bij de Raad van Kerken in Nederland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van de 'Proeve van een beginselverklaring van de Raad van Kerken' acht de Vereniging 'Protestants Nederland' het noodzakelijk zich in het openbaar tot u te richten.

In de 'proeve' wordt gesteld, dat men door de oprichting van de Raad van Kerken uitdrukking heeft willen geven aan de ernstige wil om als kerken samen in de Nederlandse samenleving gestalte te geven aan de ene Kerk van Jezus Christus en deze eenheid te beleven in een wederzijdse critische geloofsverbondenheid met de kerken in andere landen.

Op het tekortschieten der kerken wordt in de volgende citaten sterk de nadruk gelegd: 'De kerken erkennen, dat zij deze eenheid in Christus als voortdurende actuele gave van de Vader hebben verloochend in de verdeeldheid van hun historische gestalten en in hun onderlinge strijd tengevolge van hun ontrouw aan de opgave 0111 de waarden van het Rijk van God concreet te vertalen in de menselijke samenleving.' (.............. ). 'Hun bijdrage aan de messiaanse vrede wordt verzwakt omdat zij zich als verdeelde kerken hebben laten misbruiken voor de versterking van politieke en racistische spanningen tussen de volkeren. De kerken erkennen dat zij elkaar nodig hebben om door een internationale eenheid van de christenen te kunnen functioneren als een heilsinstrument voor de solidariteit van heel de mensheid'. En even verder: 'Alleen door de geloofsverbondenheid van alle kerken over heel de wereld kan de gave van de verzoening in Christus als verlossing beleefd worden in het zoeken naar een oplossing van de nationale en internationale problemen van onze tijd'.

Wij verklaren, dat ook wij ons beschaamd gevoelen over de verdeeldheid der kerken, met name van de kerken der reformatorische belijdenis. Wij zijn echter van mening, dat in genoemde 'proeve' een eenheidsstreven zichtbaar wordt, dat op lichtvaardige wijze de eenheid der kerken tot stand wil brengen. Hoewel de 'proeve' in veel opzichten nog een voorlopig karakter draagt en de formuleringen ervan dikwijls onduidelijk en vaag zijn, willen wij enkele motieven aanwijzen die erin zichtbaar worden.

Daarbij spreken wij onze grote bezorgdheid uit over de wijze, waarop in de 'proeve' de verhouding kerk - wereld wordt besproken. De mening, dat de kerk er uitsluitend zou zijn voor de wereld verovert steeds meer terrein, doch blijft een onjuiste mening. Het zou volgens velen (en dit komt ook tot uiting in de 'proeve') de taak der kerken zijn 'de waarden van het Rijk van God concreet te vertalen in de menselijke samenleving, om te functioneren als een heilsinstrument voor de solidariteit van heel de mensheid'. I11 deze onjuiste voorstelling van zaken is de wereld, met Gods hulp, bezig zich te ontwikkelen tot het messiaanse rijk, het Rijk van God. De kerk speelt in deze optimistische wereldbeschouwing voor de één een belangrijke rol, voor de ander is zij van ondergeschikte betekenis. En kunnen christenen om het beoogde doel te bereiken dan niet samenwerken met humanisten en marxisten? Kan men ook met andere wereldgodsdiensten niet een verbond sluiten, wanneer één verlangen allen bezielt? En als vreedzame middelen niet toereikend zijn, waarom zou men dan niet grijpen naar geweld? De zaak is duidelijk. Achter deze meningen schuilt een mensbeschouwing, die men meer m de huidige theologie aantreft. De mens wordt geplaatst in het middelpunt der dingen. Hij is de maat van alle dingen en autonoom. Zelf beslist hij wat goed en kwaad is. Zelf maakt hij uit wat hij in het Goddelijk Woord als openbaring en voor hem geldig aanvaardt of verwerpt. De mens is het, op wiens goede wil een beroep wordt gedaan zijn krachten aan te wenden tot verbetering van de wereld en tot het bouwen van aller mensen broederschap.

Met goed recht zou men tegenover deze summier geschetste mening kunnen opwerpen, dat hier van een wel heel groot en lichtvaardig optimisme sprake is. Dit te meer wanneer men ziet, dat enerzijds wetenschap en techniek steeds hoger vlucht nemen en anderzijds liefdeloosheid en hardvochtigheid, verwildering en wetteloosheid dagelijks toenemen. De Heilige Schrift leert ons niet, dat het Rijk Gods door mensenhanden op aarde zal worden gebouwd. Bovendien spreekt de Heilige Schrift van de mens als van een gevallen schepsel Gods, dat alleen te redden is door Gods onverplichte barmhartigheid. Daarom is het ook overmoed te menen, dat mensen in staat zouden zijn om het Godsrijk op aarde te brengen. De Here zegt: 'Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde'. (Jesaja 65, vers 17; vergelijk Openbaring 21, vers 5).

De wezenlijke oorzaak van deze hoogmoed, hierboven reeds gelaakt, is, dat in kerk en prediking het Woord van God steeds minder aan het woord komt. Men is er wel mee bezig, maar het staat niet centraal. Het ontvangt als het gezaghebbend Woord van God niet alle gehoorzaamheid. Men zoekt er slechts de aanleiding, de motto's in om over de problemen van hier en nu te spreken. Tegenover de 'moderne mens' is men er in feite verlegen mee, zodat het moet buigen voor de mens. Zonde geldt dan slechts als een gebrek. Geloven wordt tot een bepaalde manier van leven. Genade wordt als een vanzelfsprekendheid gezien, waar ieder mens, of hij het weet ot niet weet, automatisch deel aan heeft. Bekering is geworden een zich richten tot de noden der wereld of tot een leren leven met de technische verworvenheden van deze samenleving. Christus is slechts een navolgenswaardig voorbeeld. Verzoening wordt tot verbroedering aller mensen. Hopen wordt tot het streven naar een andere, een betere samenleving, die politieke stelsels van het ogenblik omvergeworpen zal hebben. De heilstaat nadert!
En........ dood is dood!

Staan wij niet schuldig tegenover God de Here, wanneer wij zo onder de indruk zijn gekomen van de wereld, dat wij aldoor met die wereld bezig zijn en met haar vragen, terwijl Gods vraag aan ons, onze bekering tot Hem, de levende God, niet meer van belang wordt geacht?

Wij zijn van mening, dat de eerste en eigenlijke roeping der kerken is en blijft: uitgaan tot de wereld met het Brood en het Water des Levens, dat de Here Jezus Christus is. (Johannes 6 en 7).

De 'proeve' sterkt ons in de mening dat een ééngemaakte kerk volstrekt geen garantie biedt voor de waarheid. Hoezeer heeft de toen nog niet gescheurde kerk van het Westen m de Middeleeuwen gedwaald en gefaald! Wij begeren geen eenheid ten koste van de waarheid. Wij begeren geen eenheid op grondslag van activisme, dat zich uit in een gemeenschappelijke dienst aan de wereld en van een relativisme, dat zich niet bekommert om waarheid en dwaling (1 Johannes 4, vers 6). . Met compromissen of met een superkerk is de zaak van de rechte oecumene volstrekt niet gediend. Slechts met een ootmoedige terugkeer tot de Here en Zijn Woord, in schuldbelijdenis en gebed. 'Komt laat ons wederkeren tot de Here. Want Hij heeft verscheurd en zal ons helen; Hij heeft geslagen en zal ons verbinden'. (Hosea 6, vers 1).

De boodschap der Reformatie, leerlingen van het Woord alleen te zijn, zal weer moeten worden verstaan en beleefd. Niet alleen in de kerken der Reformatie, maar ook in de Rooms Katholieke kerk. De kracht van deze boodschap was en is, dat God mensen uit hun vijandig bestaan trekt en hen redt door genade alleen (Efeze 2, vers 8). Hij rechtvaardigt immers goddelózen, om het verzoenend werk van Christus alleen (Romeinen 4 en 5). Door het geloof alleen is het dat God ons aan Zich verbindt, zodat wij, rustend in Zijn onwankelbare beloften, vol levende hoop vanwege de opstanding van Jezus Christus uit de doden (1 Petrus 1, vers 3) en vurige liefde tot God, door deze voorbijgaande wereld (1 Corinthiërs 7, vers 31 en 1 Johannes 2, vers 15 tot 17) als vreemdelingen de schreden richten naar een beter vaderland. (Hebreeën 11, vers 13 tot 16). Alleen door een onvoorwaardelijke terugkeer tot God en Zijn Woord wordt de kerk gebouwd en tot een zegen in de wereld gesteld.

Voor ons allen geldt wat Luther onder woorden bracht: 'Het Woord dat zult gij laten staan'.


Uit naam van het hoofdbestuur van de vereniging 'Protestants Nederland'

ds. L. Lagerweij, voorzitter,
C. Kalle, secretaris.

Hervormingsdag 1971.


---
Reacties op deze brief - en verzoeken om toezending van meerdere exemplaren - worden gaarne ingewacht bij:
L. Huizer - Noordeinde 48a te Delft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1971

Protestants Nederland | 1 Pagina's

Open brief

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1971

Protestants Nederland | 1 Pagina's