„Geestelijke stromingen" in het basisonderwijs

Zoals langzamerhand aan ieder bekend zal zijn treedt op 1 augustus 1985 de Wet op het basisonderwijs in werking. Kleuter- en lagere scholen behoren dan definitief tot het verleden. De totstandkoming van de basisscholen heeft diep ingrijpende gevolgen voor het te geven onderwijs. Van het personeel wordt in voorbereiding en uitvoering veel gevergd.
Op de basisscholen zal - behalve de gebruikelijke vakken - ook een heel nieuw soort onderwijs gegeven moeten gaan worden. Een van de nieuwe kennisgebieden is „geestelijke stromingen".
Nederland is een land waarin vele stromingen een plaats vinden. De Overheid vindt het noodzakelijk dat leerlingen reeds vroeg op school op de hoogte gebracht worden met facetten van bijvoorbeeld de Islam, het Hindoeïsme, maar ook het humanisme, het marxisme, het fascisme enz.
In artikel 9 van de Wet op het Basisonderwijs staat onder meer dat het onderwijs „er mede van uit gaat dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving." Het zal ieder duidelijk zijn dat bij dit nieuwe kennisgebied vele vragen rijzen. Ook en niet in het minst principiële vragen. Zeker in de verstedelijkte gebieden in ons land zal ieder, ouder en leerkracht, ervan overtuigd zijn dat we niet om het verschijnsel heen kunnen dat via de leerlingen vele werelden van gedachten en stromingen de school binnenkomen. Kinderen zien elkaars gedrag - afwijkend gedrag soms - en vragen naar de oorzaken.
De vraag is intussen: hoe zal zich het godsdienstonderwijs op de christelijke scholen enerzijds verhouden tot het onderwijs in de „geestelijke stromingen" anderzijds? Is ieder ervan overtuigd dat het christendom een „meerwaarde" heeft ten opzichte van andere geestelijke stromingen?
Ziedaar een aantal vragen waarvoor docenten in het godsdienstonderwijs zich geplaatst zien. Gelukkig is er al een bezinning op dit nieuwe kennisgebied op gang gekomen.
Zo verscheen onlangs een uitgave van de Unie „School en evangelie" onder de titel: „Geestelijke stromingen" (red. drs. W.E. Westerman). Ook binnen de NPCS (Nederlandse Protestants Christelijke Schoolraad) heeft men een groep bereid gevonden om voorbereidend en coördinerend werk te doen. Een aantal weken geleden stond daarover een persbericht in de Wekker.
Deputaten Kerk en Onderwijs brengen deze ontwikkelingen onder de aandacht van de kerkeraden en de onderwijsgevenden, speciaal in het basisonderwijs. In de hoop hen daarmee van dienst te zijn!
Hoogeveen, ds. D. Quant

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen