VRAGENBUS
Correaponcientte voor deze rwKriefc aan : T MOLF.N AAR. LeeAe IH. Roti*r< 1am ZnlA
J J. T. L, te B. schrijft: „Enkele malen heb ik deze onderstaande woorden horen zeggen: „Als we 2 zielen hadden, zouden we er nog één kunnen wagen. Heeft u ook geen bezwaar tegen dit gezegde? Het wezen der ziel is toch niet te scheiden? Of onze ziel geniet eeuwige gelukzaligheid of eeuwige rampzaligheid. Wil u hierover iets schrijven in „Daniël? "
Antwoord: „Prof. Hoekstra schrijft het volgende: „De ziel is één. Er zijn in de ziel verschillende krachten, functies en eigenschappen, maar deze worden weer betrokken op één ik, en deze eenheid van de menselijke ziel is niet alleen een bewijs voor haar schitterende organisatie, maar ook voor de verantwoordelijkheid voor haar daden.
Zij is onstoffelijk. Toch kan zij op het lichaam inwerken, maar in haar wezen is zij geest. Hiermede hangt samen haar onzichtbaarheid. In deze bedeling kunnen we de geesten, noch de engelen, noch mensenzielen niet zien. Wanneei een kind Gods sterft, zijn in de sterftekamer ongetwijfeld engelen aanwezig, om de ziel te begeleiden, wanneer zij het lichaam verlaat, maar we zien niets van de engelen noch van de geest die het lichaam verlaat. En met deze onzichtbaarheid gaat gepaard haar onontbindbaarheid. Ze kan niet in verschillende delen worden opgelost."
Ik heb gemeend deze korte verklaring van Prof. Hoekstra weer te geven i.v.b. het slot van uw vraag. Wat het eerste gedeelte van uw vraag betreft wil ik alleen opmerken, dat deze uitdrukking nog aleens gebruikt wordt, om aan te tonen hoe ernstig ons leven is. Daarom heb ik tegen deze uitdrukking geen bezwaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1958
Daniel | 8 Pagina's