Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wandelende Jood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wandelende Jood

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrienden! wat zag ik hier het hoofd van de allerdiepst vernederde MIDDELAAR met een kroon van heerlijkheid gekroond in het midden van een grote schare, schoon Hij geen gedaante, noch heerlijkheid in de ogen van de meesten van hen had.

En na zijn doop, hoedanige onvergelijkelijke eer en heerlijkheid heeft Hij toen van de Vader ontvangen wanneer die duidelijk hoorbare stem gehoord werd: „Deze, op wie de Geest rust, is Mijn zoon, Mijn geüefde. Mijn natuurlijke, Mijn eeuwig en enniggeboren Zoon, die Ik gegenereerd hen en tot Koning gezalfd over Sion, de berg Mijner heiligheid. In wien Ik tevens een welbehagen heb als Priester, in Zijn volmaakte gehoorzaamheid en volwaardige offerande. In wien Ik ook Mijn welbehagen heb als Profeet die Ik tot deze bediening gezalfd heb. Hem Mijn Geest gevende niet met mate tot uitvoering van dit ambt. Om een blijde boodschap te verkondigen aan de zachtmoedigen en de verbrokenen genezing van alle wonden.

Maar mijn waarde lezers. . . . werd ik verwaardigd de Heere der HeerUjkheid in Zijn allerdiepste vernedering te aanschouwen gekroond met een kroon van Goddelijke eer en heerlijkheid, hoe zal ik . . . die mijzelf een botte Galileër moet noemen u de heerlijkheid naar waarde kunnen schetsen die ik in Hem zag als de VERHOOGDE MIDDELAAR.

Hoe Hij, aan dat vonnis van 's Vaders onkreukbare rechtvaardigheid volkomen heeft voldaan en met één oïïerande het ganse rantsoen tot de laatste peiming ten voUe heeft opgebracht in Zijn glorierijke en doorluchte opstanding uit de doden, triumferend over dood, duivel en hel. Door eigene Goddelijke kracht en dood ontworsteld zijnde krachtig bewezen heeft de Zone Gods te zijn. Die de Vader zelf verhoogd, verheerlijkt en met luisterrijke en koninklijke majesteit gekroond heeft tot Vorst en Zaligmaker om aan Jood en Heiden bekering en vergeving der zonden te geven.

Hoe duidelijk kwam dit openbaar als zuivere troongeesten in de gedaante van helderschijnende bliksen^tralen van de hemel nederdaalden om de Koning in Zijn uitvaart tot een lijfwacht te zijn en de deur des kerkers te openen. Niet dat Hij door eigen kracht dit niet had kunnen doen, maar de Vader zond Hem dienaren om de steen van de mond des graf af te wentelen en Zijn vijanden, die als wachters voor de spelonk gesteld waren hevig te verschrikken en te verstrooien zodat zij als doden werden en wegvluchten door een panische angst bevangen. Maar Zijn vrienden en verloste onderdanen werden onderricht en verstroost met de blijde mededeling „Hij is waarlijk opgestaan!"

Tenslotte wat zag ik deze Goddelijke Borg met onuitsprekelijke eer en heerlijkheid gekroond in Zijn zegevierende Hemelvaart omstuwd en vergezeld van vele duizenden der heilige engelen, de duizenden verdubbeld, juichende en roepende: „Alle gij volken klapt in de hand, juicht Gode met een stem van vreugdegezang, want de Immanuël vaart op met gejuich, de Heere met geklank der bazuin. Heft uwe hoofden op gij poorten, verheeft u gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere in ga.

Want de Heere der heirscharen, de Koning der ere beklimt als Middelaar de troon der Goddelijke Heerlijkheid aan de rechterhand Zijns Vaders, om aldaar voor Zijn volk een voorsprafik en tot een gewis pand te strekken dat Hij hen in Zijn eeuwige nabijheid nemen zal. Hij is daar om voor hen plaats te bereiden opdat zij, bekleed met een rein en blinkend fijn lijnwaad en versierd met gouden kronen op het hoofd en met palmtakken in de hand, met Hem zitten op Zijn troon en als koningen heersen.

Aanschouwende Zijn eeuwige heerlijkheden die Hem van de Vader gegeven zijn. O gelukkige onderdanen riep mijn ziel uit, die zulk een Koning tot hun hoofd hebben. Wie zou niet begerig worden om deze Koning te verkiezen en te dienen te eren en te verheerhjken. Mijn ziel raakte zo opgetogen dat ik dacht een hemel op aarde te hebben en door geloofsvertegenwoordiging reeds in het verschiet de vierentwintig Ouderlingen te zien met witte klederen en gouden kronen op hun hoofden .Voor Hem die op de troon zit nedervaUende en hun kronen voor de troon werpende Hem die leeft in eeuwigheid aanbiddende en toe galmende: „Gij HEERE zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid en ere en de kracht..."

Wat smolt mijn ziel toen in verbazende verwondering weg. Wat was mijn hart overstelpt van zielverrukkende blijdschap, zodat ik mij innig verheugde. Gaarne wilde ik op dat moment al de kinderen Sions toeroepen dat zij zich ook over hun Koning zouden verheugen en de Heere Psalmen zingen met de luit en de harp, met trommel en fluit, met snarenspel en orgel, juichende met helklinkende cimbalen van vreugdegeluid voor het aangezicht des Konings des Heeren."

Ziedaar lezers.... zoveel een Joodse proseliet mogelijk was tot uwer voldoening iets medegedeeld van die heerlijkheid die ik in de Geestelijke Salomo mocht aanschouwen. Mocht het nog tot zegen voor uwe zielen dienen!

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's

De wandelende Jood

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's