Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee betrekkingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee betrekkingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. H. G. Abma

De God nu des vredes, die de grote Herder der schapen door het bloed des eeuwigen testaments uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onzen Heere Jezus Christus, Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijnen wil moogt doen: erkende in u wat voor Hem weibehaaglijk is door Jezus Christus, Wien zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. Hebr. 13:20 en 21.

Nog een herinnering aan het grote gedenken van Pasen. Kennelijk is onze tekst een zegenbede ter afsluiting van de brief. Dit zou de opvatting wettigen, dat het weinig zin heeft de tekst, zoals wij dat graag doen en zoals veelal geboden is, verklaren vanuit het verband. Toch kon de samenhang wel eens groter zijn dan wij op het eerste gezicht denken. I> at is de eerste betrekking, waarvoor aandacht wordt gevraagd.

De apostel vraagt gehoorzaamheid en gebed voor de voorgangers, vanwege het hoogst belangrijke werk dat zij doen (verzen 17 en 18). Zijn zij, wanneer zij voor de zielen der schapen waken, geen onderherders in dienst van de grote Herder? De schrijver vraagt: Bidt voor ons. In de tekst toont de apostel dat het gebed wederkerig is: Hoe rijk en inhoudsvol bidt hij van zijn kant voor de gemeente. Nog een volgend punt. De voorbede voor de afwezige voorganger moet te indringender geschieden, omdat blijkbaar iets hem weerhoudt. Gevangenschap of iets dergelijks? Wij weten het niet. Lees nu opnieuw de tekst. Kunnen wij er niet van uitgaan dat de schrijver, die noodgedwongen van zijn gemeente wordt verwijderd gehouden, achterin zijn gedachten heeft dat diezelfde God des vredes, Ette de grote Herder liefst uit de doden heeft wedergebracht ook wel bij machte zal zijn om de kleine onderherder terug te brengen uit ballingschap of gevangenis? Hoe rijk vloeit de geestelijke inhoud van de zegenwens in de situatie waarin de aangeschreven gemeente verkeert. U kunt daar verder lang genoeg over nadenken tot bemoediging en vertroosting. Dat was de eerste betrekking die ik wilde aanbrengen.

Vervolgens nc^ een betrekking. Vanw^e het overvolle van de tekst volsta ik met verwijzingen. De lezer kan daarmee ongetwijfeld de kostelijke consequenties verder uitwerken. De tekst bestaat uit twee verzen. Wat ik met betrekking bedoel is dit, dat het heilsfeit van vers 20 wordt uitgewerkt in vers 21.

Vers 20 beschrijft het wonder van de opstanding van Christus. Het heilsfeit van Pasen.

Dit deed de God des vredes als een vredesdaad bij uitstek. Wat zegt de opgestane? Vrede zij ulieden, spreekt Hij, Die trouwens onze vrede is.

De opstanding strekt tot rechtvaardiging. Gerechtvaardigd hebben wij vrede bij God.

Daarom staat die toevoeging: , des vredes" hier met machtige bedoeling. Niet zo maar. Met de Herder brengt Hij ook de schapen uit de doden weder. Deze Herder kan niet zonder Zijn schapen. U heeft Hij mede opgewekt. Dit is geschied uit kracht van het dierbare bloed van het eeuwig Verbond van God genade. Lees en overweg hierbij wat wij lezen in Zacharia 9:11.

Nu de doorwerking van het wonder van de wederbrenging van de grote Herder uit de doden. De lijn van Pasen wordt verlengd. Diezelfde God des vredes blijft doorgaan met opwekken. Door de kracht der opstanding wordt de gemeente opgewekt tot een nieuw leven.

Een nieuw leven in goede werken en heiligmaking. Die en geen ander volmake u in alle goed werk. Wordt de tekst niet rijk, wanneer wij het ene vers op het andere betrekken. Het blijft Pasen. Aldoor Pasen. Goede werken zijn daden naar Gods wil, die Hem behagen. , , Laat U mijn tong en mond en 's harten diepste grond. . ." Deze vrucht kan er alleen maar zijn door Christus. De rank moet in de wijnstok staan. Ailes via Christus ook in de heiligmaking. Daarom Hem en Godede glorie. Amen. Dat zal gewis ^1 zeker zijn.

Wat moet de Heere nog meer aan Zijn wijngaard doen? Ons vroom verstand kan niet begrijpen waar het geloof amen op zegt. Namelijk dat wij door eigen schuld zijn en gaan verloren en dat wij enkel uit souvereine genade worden verkoren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 1978

De Banier | 8 Pagina's

Twee betrekkingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 1978

De Banier | 8 Pagina's