Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De levende Hoop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De levende Hoop

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelooid zij de God en Vader van onze Heere Jezus Ciiristus, die naar Zijn giote baimhaitigiieid óns lieeit wedeigeboien tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Ciiristus uit de doden. 1 Petrus 1 vers 3.

*5f' Gelooid zij de God en Vader van onze Heere Jezus Ciiristus, die naar Zijn giote baimhaitigiieid óns lieeit wedeigeboien tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Ciiristus uit de doden. 1 Petrus 1 vers 3.

't Gaat in dat loflied op Gods barmhartigheid dus om de levende hoop, waarbij alle nadruk valt op 't woordje „levend". Is er dan ook een hoop, die niet leeft, maar dood is? Helaas ja, en wij behoeven niet ver rondom ons te zien om deze hoop te ontdekken.

Ik denk aan de doos van Pandora, een bekend verhaal uit de Griekse mythologie, 't Is een verhaal van een meisje, dat met haar verloofde in een prachtige tuin mag vertoeven. Zij kunnen daar alles krijgen, wat hun hart begeert, alleen maar van één ding moeten zij afblijven, van een doos, die in de tuin staat. Doch hoe gaat het. Juist dat verbod maakt de nieuwsgierigheid zó groot, dat ze het niet laten kan een blik in de doos te werpen.

Even licht ze het deksel op, maar op datzelfde ogenblik komen er alle mogelijke ziekten uit. Snel doet ze het deksel er weer op, maar 't is al telaat. Alle mogelijke ellende en narigheid is er al uit, alleen maar één ding is er nog ingebleven : de lioop.

Ziehier wat de Grieken leerden over het menselijk leven, sedert de ongehoorzaamheid kwam.

't Is heidens, Uiaar ligt eir geen kern van waarheid in? Ga rond in de wereld en ge zult ontdekken dat er niemand is zonder hoop. Ons menselijk leven kan niet zonder hoop. De hoop weg, dat is alles weg, dan heeft het leven geen uitzicht en geen waarde meer.

Hopen doen dan ook alle mensen, al zijn ze er nog zo slecht aan toe. Dat doet de zieke, de stervende, dat doet zelfs nog de, ter dood veroordeelde. Geen mens ter wereld, of heel diep in zijn hart leeft de hoop op een betere toekomst. Die geeft hij niet op, die wil hij vasthouden, 't koste wat 't koste.

En nu, kunnen wij het hiermee doen, wat ook de omstandigheden zijn? Ach, wat hebben wij aan een hoop, die geen hoop op God is, maar gericht is op iets dat op zichzelf geen vastigheid geeft? Zolang het anker der ziel, het anker der hoop uitgeworpen wordt in iets, dat geen vastigheid geeft, dan moet dat anker wel slippen en komt^vroeg of laat de ontnuchtering.

Deze hoop staat onbeschermd tegen de dreiging van buiten af. Zij houdt het niet uit als aan haar geschud wordt. Zij sterft en laat niet anders achter dan een wanhopige ziel.

Dat is de hoop van Pandora. Zij is zelfbedrog. Geen loflied op Gods barmhartigheid wordt hier gehoord.

Hier wordt niet zelden God gevloekt. Reden genoeg, om het met deze hoop nooit te wagen.

Hoe geheel anders is de hoop, die Petrus hier tegenover stellen kan, de hoop van hem en van allen die Christus in hun leven ontmoet hebben.

Deze hoop is niet vals, maar echt, en valt ons niet uit de hand, als wij ze nodig hebben.

Het is geen dode, maar een levende hoop, die wel gefundeerd is, omdat ze gefundeerd is in de onwankelbare trouw Gods, gefundeerd in de levende Heiland zelf en daarom in alle omstandigheden voldoet.

Deze hoop is anders dan die van Pandora.

Ze komt ook op een andere wijze ons leven binnen, , '•• • M 'BÜipi> '

Zij is niet van beneden, maar van boven.

Ze ligt niet in óns, maar in de Vader van onze Heere Jezus Christus. Of anders gezegd : wij worden met deze hoop niet geboren, maar tot deze hoop wedergeboren van boven af.

Dit moeten wij goed vastholiden, opdat wij de lof niet voor onszelf behouden, maar die Hem geve, die ze toekomt.

Hebt u ooit gehoord dat een dode een levende hoop kan hebben? De levende hoop wordt daar geboren, waar, dank zij goddelijk werk in ons, de gekruiste maar ook levende Heiland de plaats in ons leven gaat innemen die Hem toekomt, d.w.z. alle plaats.

Waar Christus in ons leven komt, daar gaat een nieuwe wereld voor ons open, de wereld der onzienlijke dingen. Daar wordt nieuw ons geloof, nieuw onze hoop. De hoop der heerlijkheid vervult ons hart, de hoop, die maar één grond kent: de opstanding van Jezus Christus.

Dat dit zo is, dat kunnen de discipelen ons leren;

Met de dood van de Meester is al hun hoop vergaan. Dan kunnen zij alleen maar bedroefd zeggen : , , en wij hoopten, dat Hij Israël verlossen zQ, u".

Maar als de morgen der verrijzenis daagt, méér nog, als ze Jezus zelf ontmoet hebben, dan is weg alle moedeloosheid, dan is alles anders geworden, alles nieuw.

Als nieuwgeboren kinderen kunnen zij nu allen zingen. Petrus voorop : , , Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus".

Geen wonder dat het zo is..

Moet ik immers nog eens zeggen wat Pasen is ? Pasen wil zeggen, dat de dood 't heeft afgelegd tegen het leven. Pasen wil zeggen, dat er voorbijgang is van alle gevaar, zelfs van de engel des verderfs.

Zelfs het oordeel heeft geen vat op ons, als wij met een waarachtig geloof aan Christus verbonden zijn.

Pasen zegt: God heeft het volbrachte werk van Zijn Zoon gewogen in de weegschaal van Zijn heilig recht en er genoegen mee genomen, het ten volle aanvaard.

Maar zullen wij het dan niet doen?

Bij het open graf wordt aan alle hopeloosheid voor goed een eind gemaakt en hebben wij de vaste grond gevonden, waarin het anker nooit slipt en dwaas is hij, die het ergens anders probeert.

Helaas, wat zijn er ontzaglijk veel mensen, die een grond maken van wat geen grond is.

Wat zijn er veel, die uitgaan van de gedachte dat het straks wel mee zal vallen, dat God onze zonden wel door de vingers zal zien. Of die een grond maken van het feit, dat ze ieder het zijne gegeven hebben.

En neen, zo zijn wij niet. Daar durven wij het niet op wagen. Maar toch, wie weet het niet, dat er ook onder ons zijn, die heel stiekum een grond maken van hun Vroomheid, een uitredding hier, een gebedsverhoring daar ?

Waar onkunde ons al niet brengen kan. Wat heeft onkunde al ontzettend veel mensen parten gespeeld.

U kent toch dat boek van Bunyan : „Een Christenreize naar de Eeuwigheid ? " Ook hier wordt van onkunde

gesproken. Aan 't eind wordt verteld, dat een zekere Onkunde aan de rivier des doods kwam. Hij heeft het eind van zijn pelgrimsreis bereikt. Hij moet alleen nog de rivier over. Maar hóé ? Er doorheen gaan, daar voelt hij niets voor. Dan aan d.eze, kant blijven? Dat kan óok niet. Neen, hij zal het anders doen. Hij neemt de veerman IJdele Hoop en laat zich door hem overzetten. En inderdaad, zo bereikt hij veilig de overkant, maar om tot de ontzaglijke ontdekking te komen, dat hij in de Godsstad niet binnengelaten wordt.

Onkunde probeert het met een ijdele hoop, en dan gaat het altijd mis. Dan vergissen wij ons en stranden op de kusten der eeuwigheid.

Neen, wil ons leven niet eindigen in de, vreselijkste ontnuchtering, dan zij onze hoop niet gegrond op iets wat buiten Christus omgaat. Dan wordt het anker der hoop uitgeworpen in het binnenste heiligdom, waar. Christus.is, die leeft in alle eeuwigheid.

Slechts in Zijn opstanding vindt onze ziel rust. Hier hebben wij de vaste grond gevonden, de vaste rots van ons behoud. Ofschoon aan alle kant aangevochten en alles ons toeroept dat we wegzinken in reddeloze verlorenheid, wij houden het tóch uit, want de le­ vende hoop is er en die doet ons voortgaan, vol goede moed.

In het boek van Bunyan komt ook Christen aan de rivier des doods, maar hij moet van de veerman IJdele Hoop niets hebben. Hij weet het, hij moet er dwars doorheen. Zo gaat hij • dan, maar niet alleen, want Hoop is bij hem en als hij het zo moeilijk heeft, als de nachtelijk zwarte golven hem tot stikkens toe benauwen, als hij denkt : , , ik haal het nooit", dan is Hoop aan zijn zijde en helpt en bemoedigt hem keer op keer, totdat de overzijde is bereikt en dan is het leed voorbij, want aan de overzijde wacht de Meester om hem voor altijd thuis te halen.

En de les er van?

De, hoop van Pandora beschaamt.

De hoop van Onkunde evenzeer.

Maar de hoop der kinderen Gods loopt nooit vast, zelfs niet in het donkere graf.

Ze ziet er overheen en opent voor hen het heerlijkst perspectief, de wijdste vergezichten.

Wie Christen is, d.i. zich aan de levende Christus weet vastgesnoerd, heeft deel aan Hem en daarmee aan de erfenis, die wacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De levende Hoop

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's