Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De voorgenomen strijd tegen Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De voorgenomen strijd tegen Israël

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door ds. G. Blom te Meerkerk

Toen nu Kc/iahcam re Jcnizalcnt gekomen was. vergaderde hij het ganse huis van Jiida en de stam van Benjamin. honderd en tachtig duizend iiitgelezenen. geoefend ten oorlog, om tegen het huis Israels te strijden, opdat hij hel koninkrijk weder aan Rehaheam. de zoon van Salomo, bracht. Doch hel woord van God geschiedde tot Semaja. de man Gods. zeggende: Zeg tot Rehaheam. de zoon van Salomo, de koning van Juda. en tot het ganse huis van Juda en Benjamin en het overige des volks, zeggende: Zo zegt de HEERE: Gij zult niet optrekken noch strijden tegen uw broederen, de kinderen Israels: een ieder kere weder tot zijn huis: want deze zaak is van Mij geschied. En zij hoorden het woord des HEERÉN en keerden weder, om weg te trekken naar het woord des HEEREN. 1 Koningen 12:21-24

Het leven is vol wisselvalligheden en teleurstellingen. De Heere bestuurt alles naar Zijn raad. Hij heeft met alles Zijn doel. Van de kant van de mens is er vaak oorzaak voor. Dit wordt lang niet altijd recht verstaan. De levensgeschiedenis van Rehaheam is ook in dit opzicht rijk aan lering.

Hij had te Sichem een grote vernedering moeten ondergaan. Hij was er heengegaan om als koning van alle stammen Israels te worden ingehuldigd. Het viel echter anders uit. Tien stammen zegden de gehoorzaamheid aan Davids huis op en verkozen Jerobeam als koning. Adoram was gestenigd. De koning kwam als vluchteling te Jeruzalem.

Rehabeam is verbitterd. Hij wordt wel door Juda als koning erkend en ook door een deel van de stam van Benjamin, maar dat neemt niet weg. dat hij zich diep vernederd gevoelt. Hij ziet niet Gods hand in deze. De Heere had het zo bestuurd vanwege de zonde van Salomo en zijn volk en Hij had om Davids wil nog een stam aan zijn huis gelaten. Maar Rehabeam is verhard en buigt niet onder de Heere. Hij handhaaft zichzelf.

Zo gaat de mensen in de zonde door. Ook regeringen, die niet Gods woord als richtsnoer hebben, maar menen te kunnen regeren zonder de Heere en Zijn zegen. Al komt de Heere met oordelen, men ziet het niet. Al betoont de Heere nog weldadigheden, men merkt het niet op en verstaat niet, dat het alleen om èhristus wil is.

Rehabeam zal zichzelf helpen. Hij vraagt de Heere niet, hoewel de tempel vlak bij is en er nog een profeet in Juda is. Hij mobiliseert een groot leger. 180.000 man. Het zijn geoefende soldaten uit Juda en Benjamin. Blijkbaar heeft Salomo steeds parate troepen gehad tot verdediging van het land.

Zijn zoon wil de troepen niet inzetten tegen vijanden van buiten, maar tegen de tien stammen. Hij wil koste wat het kost de tien stammen tot onderwerping brengen. Hij neemt daarvoor alle risico's aan een oorlog verbonden. Het gaat er hem niet om dat de tien stammen tot de Heere terug keren. Het gaat hem alleen om eigen eer en grootheid. Zo zijn de soldaten opgeroepen en ze komen uit het hele gebied van Juda en Benjamin, waar hij als koning wordt erkend. Zij willen voor hun koning strijden. Het lijkt wel of er niemand is. die de koning afhoudt van deze strijd. De legers staven de koning is zijn kwaad.

Rehabeam is koning, maar hij heeft geen koninklijk hart. Hij wijst ambtelijk heen naar Christus, Die Koning is over Zijn volk. Hij ondervindt meer smaad dan Rehabeam. Hij wordt verworpen en gekruisigd, maar Hij gaat vrijwillig Zijn weg. Hij heeft een Koninklijk hart. Hij geeft Zijn leven voor de Zijnen. Daarin ligt het behoud van zondaren, die de Heere de rug hebben toegekeerd. Hij gaat hen be-arbeiden en maakt van vijanden vrienden. Hij is rechtvaardig, maar ook barmhartig en genadig.

We zien dat ook hier. Het woord des Heeren komt tot Semaja, de man Gods. De Heere heeft Rehabeam en zijn volk laten gaan. Maar nu breekt het ogenblik aan, dat Hij ingrijpt. De scheuring is van de Heere van wege de zonde van vorst en volk. Die mag Rehabeam niet ongedaan maken. De Heere heeft ook de tien stammen nog niet verworpen al is de zonde groot. Hij geeft aan Semaja zijn knecht een boodschap voor Rehabeam en zijn ganse volk.

De profeet moet spreken tot Rehabeam. de zoon van Salomo, Hij is de wettige koning. Deze wordt aangeduid als koning van Juda, niet van Israël. De beide stammen en het overige van het volk worden genoemd.

Ieder moet het horen over wie Rehabeam regeert, de legers en de burgers. De man Gods spreekt met gezag in de naam van de Heere de God van Israël. Hij verbiedt op te trekken en te strijden tegen de kinderen Israels, die Hij hier hun broeders noemt. Hoe wordt hier getekend wat Rehabeam van plan is te doen. De legers moeten ontbonden worden. De soldaten moeten terug naar hun steden en dorpen. De grenzen moeten weer open. de kinderen Israels moeten gelegenheid hebben om te komen voor het aangezicht des Heeren te Jerusalem.

Want deze zaak is van Mij geschied. Dat was niet in de gedachte opgeko­ men. Dat maakt indruk op het hart. Dit heeft uitwerking. Men gaat verstaan, dat deze weg niet goed is. Israël staat schuldig, maar Juda en Benjamin ook. De Heere bewerkt gehoorzaamheid aan Zijn wil.

Het woord des Heeren komt nog tot ons, tot ons vorstelijk huis, tot onze regering. Hij spreekt van Zijn rechtvaardige oordelen, van Zijn lankmoedigheid en goedertierenheid. Hij wijst de weg ten leven.

De legers gaan naar huis. De grenzen gaan weer open. Velen maken van de gelegenheid gebruik om Gods aangezicht te zoeken. Ze kunnen het niet houden onder de regering van Jerobeam. Niet door kracht nog door geweld, maar door de Geest des Heeren geschiedt dit. Velen vinden woonplaats in Jeruzalem en Juda. Zo wordt God verheerlijkt en het rijk van Juda versterkt. Want daar vinden ze blijvende inwoning.

De Heere gebruikt geen vleselijke, maar geestelijke wapenen tot bekering van zondaren. Geen wapengeweld, maar het zwaard van Zijn woord en Geest. Daarin alleen komt God tot Zijn eer. De overheid moet de verkondiging van het ev-ingelie bevorderen, als Gods dienares De Heere zorgt er voor. dat zondaren Zijn heilstem horen en zich tot Hem bekeren. Zo is er een zoeken van den Heere en een vinden van Hem. Hij is groot van goedertierenheid. Hij vergeeft de zonde om Christus wil. Hij bekleedt met Zijn gerechtigheid en brengt onder Zijn heerschappij. Zo gaan ze behoren tot het volk. waarover Hij regeert. Zo worden ze verlost uit de heerschappij van de helse Jerobeam. Eens volkomen. En dat is alleen te danken aan het eeuwig welbehagen.

Onder wiens heerschappij verkeren wij?

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 1974

De Banier | 8 Pagina's

De voorgenomen strijd tegen Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 1974

De Banier | 8 Pagina's