Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Orde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Orde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het werk van een ambtsdrager in de gemeente is van velerlei aard. Het eigen werk van de diakenen is de dienst der barmhartigheid. Soms is er materiële ondersteuning nodig. Dan weer is er raad te geven inzake een probleem van meer maatschappelijke aard of omdat iemand een plaats in een verzorgingshuis nodig heeft. Ook het werk van de ouderlingen is veelzijdig. Er zijn de gewone, wekelijkse huisbezoeken en er zijn de speciale ziekenbezoeken. Voor de predikant is er alles wat samenhangt met de bediening van het Woord en verder de catechisaties bijvoorbeeld. Ook is er de arbeid binnen het geheel van het kerkverband voor deputaatschappen en anderszins. En er is vaak het een en ander te doen in consulentgemeenten.

Een ambtsdrager heeft te dienen

Het werk van de ambtsdragers is dienend werk. Toch moeten we het begrip 'dienen' in dit verband wel goed verstaan. Het betekent niet dat de ambtsdrager het iedereen naar de zin moet proberen te maken. Of dat hij dan pas een goede ambtsdrager is wanneer velen hem waarderen vanwege zijn vriendelijke, begrijpende, 'dienende' opstelling. De ambtsdrager heeft ten eerste zijn Opdrachtgever te dienen. Hij is tot het ambt geroepen en afgezonderd door Christus. Hem moet hij dan ook vóór alles dienen. Dat betekent dat hij het ambt moet vervullen op zodanige wijze als Christus dat vraagt. De ambtsdrager is ook in de eerste plaats aan Christus verantwoording schuldig over de wijze waarop hij zijn ambt vervult. Het is niet het oordeel van mensen waarnaar de ambtsdrager het meest moet luisteren.

Bovenal Christus dienen

De ambtsdrager verricht zijn ambtelijk werk binnen de gemeente. Daar regeert Christus door middel van de ambten. Van Zijnentwege wordt de gemeente geleid door de ambten. De gemeente is de gemeente des Heeren. Binnen de gemeente mag het Woord des Heeren verkondigd worden, mag de Naam des Heeren in de gebeden aangeroepen worden om de geestelijke en tijdelijke noden van de leden van de gemeente aan de Heere voor te houden. Binnen de gemeente dient het leven ingericht te worden naar de heiligheid van het huis des Heeren. Feitelijk geldt voor iedereen dat het leven ingericht dient te worden naar de geboden en inzettingen des Heeren. Maar helaas willen velen in onze samenleving daar niet van weten. Men verwerpt op snode wijze het wettige gezag van de Schepper Die allen de adem geeft. In ondankbaarheid keren zovelen zich af van Hem Die zo milddadig met goede gaven bedeelt.

Binnen de gemeente geldt wel in het bijzonder dat ieder te leven heeft zoals de Heere dat vraagt en zoals het Hem toekomt. De ambtsdragers hebben daar ook op toe te zien. Wanneer hierin ernstige afwijkingen voorkomen, zal er vermaand moeten worden. De ambtsdrager dient dan Christus wanneer hij van de zonde afmaant en tot gehoorzaamheid aan het Woord opwekt. Daarbij gaat het niet om een 'met eikaars doen bemoeien'. Dat zou tegen het Woord zijn. Maar het gaat er wel om dat door de openbare levenswandel de heiligheid van het huis des Heeren niet in geding zal komen. Nodig is dat leden van de gemeente persoonlijk opgescherpt worden tot een wandel overeenkomstig de vreze des Heeren. Want daarin ligt voor het persoonlijke leven zoveel nuttigheid. Daarom moeten ambtsdragers in liefde en bewogen met het wezenlijke heil gemeenteleden aanmanen tot een getrouwe omgang met het Woord en het zoeken van de Heere in de persoonlijke gebeden.

Vanuit het Woord dienen

Deze zijde van het dienend werk van de ambtsdrager staat in onze tijd onder spanning. Immers, hoe algemeen heerst het gevoelen dat ieder mag doen wat hijzelf denkt dat goed is? Ook onder orthodoxe kerkmensen staat het ambtelijk gezag en spreken onder druk. Dat is temeer zo wanneer het gaat over praktische zaken als omgang met moderne media, levensopenbaring, en de zeggenschap van het ambt in zulke aangelegenheden. Toch is de lijn van Gods Woord nadrukkelijk dat ambtsdragers waken over de zielen en het goede voor hen hebben te zoeken, ook door als dat nodig is af te manen van de zonde en heen te wijzen naar het Woord. Vandaag is de mening zo gauw dat iedereen zelf mag interpreteren. Begrippen als christelijke vrijheid en gewetensvrijheid komen nog wel eens naar voren. Toch blijft ook vandaag de vaste norm van Gods Woord gelden. De Kerk heeft met gezag van daaruit te spreken. De ambtsdragers komen niet met hun persoonlijk gevoelen maar met de boodschap van de Kerk vanuit het vaste Woord. Namens de Koning der Kerk. Natuurlijk moeten ambtsdragers zich dat goed bewust zijn. Dan zullen ze niet bemoeizuchtig zijn of omtrent allerlei kleinigheden met vermaningen komen. Daarin is inderdaad gewetensvrijheid. Maar wel zullen ze vanwege de heiligheid der gemeente spreken en eventueel vermanen als dat nodig is. Dat kan bijvoorbeeld gaan over onregelmatige kerkgang, slordige levenswandel, wereldgelijkvormigheid in het omgaan met moderne media. Dan zullen ze als Christus' dienaar het gezag van het Woord moeten laten gelden. Met het oog op het welzijn der zielen en vanwege de eer die de Heere toekomt.

Rechten van het lidmaatschap vervallen

Wanneer iemand ettelijke vermaningen niet ter harte neemt, dan kan het nodig zijn dat de kerkenraad tot een maatregel van censuur overgaat. Dat doet de kerkenraad met medische bedoelingen. Dat wil zeggen dat de ambtsdragers hopen dat de maatregel tot inkeer bij het zondigende gemeentelid leidt. Daartoe vermanen zij en doen zij het gebed. Een eerste maatre­ gel van censuur kan zijn de stille censuur. Daarvan wordt uiteraard het betreffende gemeentelid op de hoogte gesteld. Twee ambtsdragers brengen hem een bezoek waarin ze hem dit meedelen en hem vermanen zich te bekeren van de dwaling van zijn weg. Bij een maatregel als de stille censuur vervallen voor het betreffende gemeentelid tijdelijk de rechten van het lidmaatschap. Van die rechten zal hij, zolang de censuurmaatregel duurt, geen gebruik mogen maken. Dat houdt concreet in dat hij niet deel mag nemen aan de sacramenten, niet de ledenvergadering kan bezoeken en niet gebruik kan maken van het recht van appel en van approbatie. Zolang de censuurmaatregel duurt. Als hij in een rechte weg van verootmoediging zijn schuld belijdt en zijn zonde nalaat, zal de maatregel opgeheven worden. Dan staan uiteraard ook de rechten van het lidmaatschap weer open.

De Heere beware ons voor de zonde en ook voor de hardnekkigheid van het niet luisteren naar het ambtelijk vermaan. Laat onder ons er mogen zijn een ootmoedig wandelen met onze God. Zou de Heere in zulk een weg niet Zijn zegen willen gebieden? Dan mag er temeer ruimte zijn voor de eigenlijke ambtelijke arbeid: het uitdragen van het Woord en doen van de gebeden. Tot welzijn der gemeente en tot de verheerlijking Gods.

Krimpen aan den Ussel, ds. P. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2006

De Saambinder | 12 Pagina's

In Orde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2006

De Saambinder | 12 Pagina's