Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De taak van de leerkracht bij rouwverwerking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De taak van de leerkracht bij rouwverwerking

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit artikel schrijven wij naar aanleiding van onze afstudeerscriptie die we over dit onderwerp geschreven hebben. In onze scriptie hebben we nagedacht over de vraag: wat is de taak van de leerkracht bij rouwverwerking? We hebben ons onderwerp afgebakend tot het overlijden van vader/moeder/broer(tje)/ zus(je)/(mede)leerling. Het is allereerst belangrijk dat de leerkracht weet hoe een kind de dood van een naast familielid ervaart.

De reacties van kinderen op de dood zijn zeer verschiilend. De l< inderen in verschiilende leeftijdsfasen

ven«erl< en de dood op hun eigen manier, passend bij liun eigen ontwil< kelingsniveau. Maar in liet algemeen wordt deze gekenmerkt door tegenstrijdige en verwarde gevoelens. Hoe ouder het kind is, hoe groter de kans dat het kind zich er goed doorheen slaat, omdat bij het oudere kind zijn persoonlijkheid meer ontwikkeld is en het dus onafhankelijker van zijn ouders is. Het ene kind is echter kwetsbaarder dan het andere.

Verlies familielid

Het kind kan zeer eenzaam zijn, als er een broertje of zusje overlijdt, omdat de ouders in hun eigen verdriet opgaan. Soms is er sprake van schuldgevoelens bij het kind. Het sterven van de vader kunnen kinderen als zeer bedreigend ervaren omdat hij de belichaming is van broodwinning, veiligheid en economisch voortbestaan. Het kan voorkomen dat de achterblijvende ouder zo met eigen verdriet bezig is dat het kind eenzaam wordt, zodat het gevoel van verlies zwaarder begint te drukken. Het overlijden van moeder is een zware belasting voor het kind. Het is van belang dat er iemand gevonden wordt waarmee het kind een bestendige relatie op kan bouwen. Het verdringen van het verlies kan ertoe bijdragen dat het kind geen nieuwe intieme gevoelsrelatie aan wil gaan om nieuw verlies te voorkomen. Zorg ervoor dat het verlies bespreekbaar wordt voor het kind. Als beide ouders sterven moet men geen overdaad aan medelijden geven. Het verdriet wordt dan alleen nog maar erger. In school is een grote mate van kalme liefdevolle aandacht vereist zonder toespeling op het verlies, tenzij het kind zelf vragen stelt.

Reactiewijzen van het jonge kind:

- Lichamelijke reacties; b.v. hoofdpijn, slaapstoornissen; - Teruggaan in ontwikkeling en zich 'jonger' gedragen; - Boosheid; - Angst dat iemand anders ook sterft; - De schuld bij zichzelf zoeken; - Ontkennen; - Erg aan ouder(s) gaan hangen, afhankelijkheid tonen.

Reactiewijzen van het schoolkind:

- De schuld bij zichzelf zoeken; - Ontkennen. Deze ontkenning kan zich manifesteren in de vorm van 'je liegt, het is niet waar';

- Het kind kan verveeld rondhangen thuis en op school lusteloos zijn omdat het zijn verdriet niet mag tonen; - Het kind gaat vragen stellen over de eigen gezondheid. Het kind kan vage pijnen hebben of ontwikkelen omdat het bang is zelf te sterven; - Boosheid; - Angst;

- Branie-achtig gedrag, de angst overschreeuwen; - Roekeloosheid om te laten zien dat het niet bang is;

- Extra vrolijk zijn, het kind wil de ouder(s) met zijn eigen verdriet niet lastig vallen.

Slecht nieuws gesprek

Het kan de taak van de leerkracht zijn, als het overlijdensbericht (van bijv. een leerling) als eerste bij school is binnengekomen om een slecht nieuws gesprek te voeren. Het is dan belangrijk om het gesprek goed voor te bereiden. Een slecht nieuws gesprek mag nooit een overval zijn. Een uitgebreide inleiding is niet nodig, maar het gesprek moet met enkele korte zinnen ingeleid worden.

Het overlijdensbericht moet kort en kernachtig verteld worden; wat is er gebeurd en met welk gevolg. Waarschijnlijk zal het overlijdensbericht leiden tot directe, heftige of mindere heftige emoties; schrik, verbijstering, ongeloof, verzet, misschien ook al verdriet of woede. Sta stil bij dergelijke emoties, laat de ander de tijd en de gelegenheid om uiting te geven aan de eerste emo-

ties. Slecht nieuws roept vrijwel altijd tal van vragen op. Het is van belang om zo open mogelijk de informatie te geven waarover men beschikt. Als de informatie waarover men beschikt achtergehouden wordt, kan het misschien het leed lijken te verzachten; later zal echter blijken dat het pijnlijker is als de betreffenden niet alles te horen hebben gekregen, als zij niet de informatie hebben gekregen waar zij in feite wel recht op hebben. Daarna moet men nagaan welke hulp eventueel geboden moet worden.

Kringgesprek

Als leerkracht kun je een kringgesprek houden naar aanleiding van een sterfgeval. Een kringgesprek kan meerdere doelen vervullen. Mogelijke doelen zijn: - een uitlaat bieden voor gedachten en gevoelens t.a.v. de dood en/of de overledene;

- emoties n.a.v. het sterfgeval bespreekbaar maken; - ven/verken van emoties; - eventuele problemen signaleren die zijn ontstaan n.a.v. het sterfgeval.

Rouwproces

Het rouwproces is een proces van verwerken van een verlies. De leerkracht behoort te weten welke fasen er in het verwerken doorlopen worden, zodat hij de leerling optimaal kan begeleiden.

De fasen in het rouwproces:

1. De schok; de eerste reactie is er een van pijn, wanhoop, angst, verdriet, huilen en schreeuwen; vaak direct gevolgd door een verdoving. 2. Desoriëntatie en desorganisatie; er is sprake van rusteloosheid. Het is onderhevig aan sterk wisselende gevoelens. 3. De ontkenning; de werkelijkheid doet teveel pijn. Vandaar dat het kind deze ontkent. Er is geen opvallend gedrag.

4. Opstandigheid. 5. Aanvaarding; het verlies wordt onder ogen gezien. 6. Integratie; er is weer ruimte voor nieuwe relaties, de aandacht wordt weer op anderen gericht.

Begeleiding van de leerling

Terugkomen op school kan moeilijk ziin. Het onder ogen komen van de meester of juf en de klasgenootjes vraagt behoorlijk wat moed, omdat het kind niet weet of ze het weten en of ze begrijpen wat het heeft doorgemaakt. En zoals alle mensen die een verlies hebben geleden, weten, maken juist goedbedoelende kennissen de pijnlijkste opmerkingen. Leerkrachten moeten altijd alert blijven op pesterijen.

Het is een zeer belangrijke taak van de leerkracht om met de kinderen over sterven te praten, elke keer als de gelegenheid zich voordoet en niet pas nadat er iets ernstigs is gebeurd, want dan is het onmogelijk om objectief over de dood en de gevolgen ervan na te denken.

Buitenschoolse hulp

Bij een plotseling sterfgeval is soms meer hulp gewenst dan een school kan bieden. De hulp kan nodig zijn: a. bij de acute opvang van klasgenoten direct na het bericht van een plotseling sterfgeval;

b. bij de ven/verking, het rouwproces, enige tijd na het sterfgeval.

De jeugdarts van een school zal bij een plotseling sterfgeval in ieder geval geïnformeerd moeten worden. Deze kan in een consultatieve rol benaderd worden voor advies. Hulp van RIAGG-jeugdafdeling kan worden ingeschakeld wanneer het plotselinge sterfgeval aanleiding geeft tot psychische problemen.

Aandachtspunten

1. Let op veranderingen in het gedrag. 2. Als een kind wil praten neem tijd om te luisteren. 3. Probeer de beste vriendjes van het kind erbij te betrekken. 4. Wees bereid vragen te beantwoorden en wees altijd eerlijk. 5. Toon aan kinderen dat het geen schande is om te huilen. 6. Probeer goed contact te houden met de overgebleven ouder.

Leerkrachten zouden ook gevoelig moeten zijn voor speciale dagen of gelegenheden die voor het kind moeilijk zijn, bijvoorbeeld vader- of moederdag. Dan zou het goed zijn te weten of het kind een grootmoeder heeft voor wie het iets kan maken. Het is onmogelijk om op iedere gelegenheid bedacht te zijn. Niemand kan tegen alles beschermd worden, dat is onmogelijk en ook niet gezond.

De praktijk

De taak van de leerkracht bij rouwverwerking hebben we niet alleen theoretisch bestudeerd, ook hebben we met leerkrachten over dit ondenwerp gesproken. Onderwerpen die aan de orde kwamen waren o.a. de eerste opvang van de klas/van het kind, gedragsveranderingen, speciale afspraken, begrafenis, contact met nabestaanden, het gebruik van een draaiboek.

Alle geïnterviewden zijn het er over eens dat je als leerkracht een belangrijke taak hebt bij rouwvenwerking. Opvallend is dat de meeste leerkrachten tegen het gebruik van een draaiboek zijn omdat het volgens hen niet vast te leggen is, want iedere situatie/kind/ groep is anders. Wanneer het over de begrafenis van een medeleerling ging, gaven de meesten aan dat het aan te bevelen is om met de hele klas naar de begrafenis te gaan en dat bij ieder kind minstens een van de ouders meegaat om het kind op te vangen. De ondervraagden vinden de bijbelles een goede gelegenheid om met de leerlingen over sterven te praten. Je moet de dood voor kinderen niet verbergen, maar onder ogen leren zien.

Op verschillende scholen hebben we leerlingen ondervraagd d.m.v. een enquête. Het ging over het overlijden van een medeleerling. Hierin kwamen vragen aan de orde over het ziekteverloop van de medeleerling, de begrafenis, of er nog over de overledene gesproken wordt, of er meer over sterven gesproken wordt dan voorheen en of de leerling er behoefte aan heeft om er met de meester of juf alleen over te praten. Centraal hierbij stond de taak van de leerkracht. De leerlingen gaven bij het beantwoorden aan dat er nog steeds over de overledene gesproken wordt. Ook zijn er altijd enkele leerlingen die graag alleen met een leerkracht er over zouden willen praten.

Tenslotte willen we nog opmerken dat op de basisschool de boekjes van Dhr. G.L.M, van Noort goed gebruikt kunnen worden bij klassegesprekken.

Mijn opa is gestorven / De stoel van Peter is leeg. C.L.M, van Noort. Uitgeverij J.J. Groen en Zoon, Leiden.

Dianne Christiaanse Karin van den Ende

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1996

De Reformatorische School | 44 Pagina's

De taak van de leerkracht bij rouwverwerking

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1996

De Reformatorische School | 44 Pagina's