Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over hokken en huwen (1)

In het Gereformeerd Weekblad (van de gereformeerde kerken) schrijft mevr. A. G. Lindeboom-Bakker onder bovenstaand opschrift enkele artikelen. Ook in mijn kroniek heb ik reeds over dit onderwerp geschreven. En het is wel diep te betreuren dat ook in christelijke kring dit onderwerp aan de orde gesteld moet worden omdat men het met de christelijke zede niet zo nauw meer neemt. De schrijfster gaat in op enkele artikelen in het blad van de Nederlandse Christen-Vrouwenbond waarvan ook nog verschillende hervormd gereformeerde vrouwen lid zijn. Ook deze bond is onlangs ten aanzien van een ander onderwerp ter sprake geweest in mijn rubriek. Mevr. Lindeboom zegt nu van hetgeen in het N.C.V.B. blad geschreven werd door drs. Speelman, wetenschappelijk medewerker aan de Vrije Universiteit (ethiek-afdeling van prof. dr. H. M. Kuitert) en door de hervormde studentenpredikant ds. J. A. Eekhof, het volgende:

„Het is naar aanleiding van deze artikelen, dat ik enkele opmerkingen zou willen maken. Het geheel is namelijk van die aard, dat de richting die wordt gewezen me met zorg vervult.

In genoemde artikelen wordt de schijnwerper op het huwelijk gericht. De rol van de vrouw krijgt bijzondere aandacht. Dat mag natuurlijk allemaal. Het is zelfs goed na te denken, ook over het huwelijk. Maar wat er van te denken als dit op een koude, ontledende manier gebeurt. Men heeft soms het gevoel, dat het over dieren gaat (o.a. voortdurend gevecht om de vrouwtjes, paarverbinding — Speelman). Uit niets komt ook maar naar voren, dat de mens de kroon der schepping is. Er wordt zelfs naar alle kanten gekeken of we ook iets anders kunnen verzinnen in de plaats van een hijwelijk, b.v. een commune of wie weet „hokken" als men ongetrouwd is. Alsof het huwelijk niet bijbels gefundeerd is en een last zou zijn.

Omdat naar mijn mening het huwelijk niet voldoende hoog wordt gehouden — om mij niet scherper uit te drukken — meen ik duidelijk tegenweer vanuit de bijbel te moeten bieden. De heer Speelman stelt, dat het partnerhuwelijk is te verdedigen vanuit Christus. Ik geloof zelfs dat, als het goed was, man en vrouw in het christelijk huwelijk altijd goede partners van elkaar zijn geweest. En hoe men de werkverdeling ook maakt: e man de kostwinner, öf de vrouw öf samen, altijd geldt voor wat de totstandkoming van het huwelijk en wat het huwelijksleven betreft, dezelfde goddelijke wet. Dat het huwelijk door God is gewild, blijkt al meteen uit Genesis 1 en 2, waar de Heere God de vrouw geeft aan Adam. Hiernaar verwijst de Heere Jezus in Matth. 19 : 4 e.v. In Joh. 4 wordt ons verhaald van een vrouw, die hokte: e Samaritaanse vrouw; Jezus zegt tegen haar: ie gij nu hebt, is uw man niet. Hieruit klinkt goddelijk gezag. Arm en eigenwijs zou men zeggen, klinken dan de opmerkingen van de heer Speelman, dat het zinniger is na te gaan wat de functie is van het huwelijk om dan tot de slotsom te komen, dat het hokken in feite een bepaalde vorm van huwelijk is. Jammer, dat hij er niet bij zegt, dat het meisje op de duur wel vaak het gevoel krijgt gebruikt te worden, vooral als zij toch wel eens 100% zekerheid zou willen en de jongeman zich niet wil binden."

Ik ben dankbaar dat op zo duidelijke wijze stelling genomen wordt tegenover allerlei stromingen en gedachten die ten aanzien van het huwelijksleven ook in christelijke kring een chaotische verwarring stichten. Het is noodzakelijk dat we trouw blijven als christenen aan hetgeen de Heere duidelijk in Zijn Woord gezegd en bevolen heeft.

Over hokken en huwen (2)

Ik kom op deze dingen nog eens terug in mijn kroniek omdat de redactie van ons blad me enkele brieven deed toekomen die dankbaarheid uitspraken over het feit dat in ons blad een en ander aan de orde was gesteld. Al te gemakkelijk, zo lees ik in één van deze brieven, legt men zich ook in christelijke kring neer bij wat ik noem een wetteloze en een goddeloze ontwikkeling. En een meisje schreef: Wat ben ik dankbaar dat u hierover schreef, want mijn verloofde vindt het niet zo erg om nu al samen te leven maar de Heere heeft me tot nu toe hiervoor bewaard hoewel ik soms te weinig argumenten heb tegenover hem. Hij noemt me ouderwets en kleinzielig. Wel speciaal ook voor de briefschrijvers neem ik het volgende over uit het artikel van mevr. Lindeboom:

„Nu haal ik iets aan uit de classicale zendbrief van de classis Hallum van de Gereformeerde kerken (1972): „Christelijk huwelijk en voorechtelijk geslachtsverkeer (er wordt hierin over verloving gesproken)... door geslachtsgemeenschap in de verloving brengt men zichzelf in een verwarrende situatie. De grens tussen voorbereiding en huwelijk ligt niet scherp meer; die twee lopen door elkaar. Naar binnen een huwelijk, naar buiten nog niet. En dat is geen bijkomstigheid. Men mist de steun van het wettige voor God en mensen gesloten huwelijk. Daardoor berooft men het huwelijk van iets wezenlijks. Er is een tweeslachtigheid waardoor de onstandvastigheid en de ontrouw van het mensenhart kansen krijgt — kansen die anders niet zo voor het grijpen zouden liggen. Men begon met geen vrijblijvendheid te willen en men meende dat oprecht. Maar op zekere dag ontdekt een van beiden bij zichzelf, dat hij het toch wel prettig vindt, dat het officiële huwelijk nog niet is voltrokken... Doordat de wettige huwelijkssluiting ontbreekt, is het toch minder onherroepelijk. En in ieder geval: als de een de ander verlaat, kan dat nog zonder al te veel drukte! Want het geldt voor de anderen (die blijken nu ineens wèl een rol te spelen!) nog niet als echtbreuk... Maar intussen wat gebeurt er? Voor de mensen (de omgeving) mag het minder zwaar wegen, voor God weegt het in geen enkel opzicht minder zwaar dan de echtbreuk in een „officieel" huwelijk (God wil waarheid in het verborgene).

Men mag zich dan ook wel afvragen hoe het gesteld is met de liefde voor elkaar, wanneer men in een verloving wil komen tot geslachtelijk samenleven. Immers men meent dat de beweegre-

den is: de liefde voor elkaar. Maar handelt liefde ooit ten koste van de ander? Wat is liefde zonder zelfbeheersing? Wat is liefde die de ander in een dergelijke breekbare positie brengt? een veel kwetsbaarder positie dan die de Heere van ons in het huwelijk geeft. Want Hij wil niet, dat we_^ dat verbond voor het leven (dat verbond waar het levensgeluk mee gemoeid is!) aangaan zonder de hulp van de naaste met wie Hij ons verbonden heeft. En daarom overtreden we Gods geboden als we dat toch doen. Zijn gebod — beginnend met „eert uw vader en uw moeder" — is, dat we onze levensopgaven niet zonder de naaste zullen ondernemen; niet zonder zijn bemoediging en niet zonder zijn vermaning. Door de burgerlijke sluiting van het huwelijk en de kerkelijke bevestiging wordt een duidelijke grens getrokken tussen het voorlopige en nog min of meer vrijblijvende van de verloving en het onherroepelijke van het huwelijk. '

Deze grens wordt door het voorechtelijke geslachtsverkeer aan het oog onttrokken. Men betreedt een gebied waarin de overgang naar de vrijblijvendheid heimelijk en ongestraft kan plaats vinden: heimelijk en ongestraft kunnen gelegde geslachtelijke banden worden verbroken.

Hierin ligt naar onze overtuiging het eigenlijke bezwaar tegen geslachtsverkeer van verloofden. Men wil geen vrijblijvendheid, maar in feite sluit men zich niet af tegen die vrijblijvendheid. En daarmee is men bezig de weg naar de vrije sexualiteit open te breken — en dat in de gemeente van Jezus Christus!"

Ik meen dat hier duidelijke opmerkingen worden gemaakt en dat het de moeite waard is om ernaar te luisteren. En het zou jonge mensen kunnen helpen in hun worsteling om zich ook in de verlovingstijd te gedragen zoals de Heere dat van ons vraagt.

Over hokken en huwen (3)

Hoever de opvattingen al gaan van" de „voorlichters" in het blad van de N.C.V.B. blijkt duidelijk uit het volgende. Hier wordt inderdaad de weg naar de vrije sexualiteit opengebroken: „Dat dit niet zomaar een kreet is, blijkt in zijn ernst op ons af te komen, als ds. Eekhof het zelfs al niet eens meer heeft over hokken (een soort huwelijk volgens drs. Speelman — ongeoorloofd volgens de bijbel — zie boven en verder) maar verder gaat en tolerantie vraagt voor alle voorechtelijk geslachtsverkeer: men moet elkaar toch leren kennen. Gaat het niet plezierig met die geslachtelijke omgang, wel wat zou het: de twee gaan weer uit elkaar om het bij een volgende nog eens te beproeven. Niets zeggen hoor, familie en omgeving: we moeten tolerant zijn. Of je zo een hoer wordt — geen nood. Het huwelijk moet in vrijheid gesloten worden, anders leidt het tot een gedwongen verhouding. En dan verder: ds. Eekhof pleit ervoor, dat wij niets moeten zeggen als ongehuwden een tijdelijke sexuele vriendschap willen aangaan.

Men kan zijn ogen haast niet geloven als men dit leest. Dit is dus je „reinste" egoïstisch genot (sexuele consumptie). Weer laat ik genoemde clascicale zendbrief aan het woord: Geslachtsgemeenschap verdraagt geen vrijblijvendheid. Het is een verbond voor het leven. In de bijbel is de geslachtelijke omgang onlosmakelijk verbonden met het huwelijk als een door God ingesteld verbond voor het leven tussen man en vrouw. Waar het om gaat is niet allereerst de bevrediging van een natuurlijke behoefte. Het gaat om een zo volledig zich toevertrouwen aan elkaar („bekennen") dat er geen weg terug is. Man en vrouw worden tot één vlees, één lichaam. Ze treden daarom in een verbond, waarin God wil, dat ze elkaar nooit meer verlaten. Wie dat toch doet, overtreedt het gebod van God; hij verbreekt iets waarvan God wil dat het heel blijft. „Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet" (Matth. 19 : 6). Dat het de geslachtsdaad zelf is, waardoor men die band aan elkaar aangaat, blijkt ook uit 1 Cor. 6 : 16, waar het gaat over geslachtsgemeenschap buiten het huwelijk. „Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam (met haar) is? Want, zegt Hij, die twee zullen tot één vlees zijn." Door de geslachtsgemeenschap wordt men tot één lichaam, zelfs met een hoer. En waar dit gebeurt buiten de totale verbondenheid van het huwelijk, verstoort men Gods orde en pleegt men hoererij." (Tot zover de classicale zendbrief.)

Hier moet genoemd de tekst: Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam (1 Cor. 6 vs. 18; zie ook 1 Cor. 6 vs 13 en 19). De bemoedigende woorden van Openb. 21 vs. 7, maar daartegenover de ernstig waarschuwende inhoud van Openb. 21 vs. 8 mogen hierbij niet worden vergeten.

Wanneer men bovengenoemde tijdelijke sexuele relaties tussen ongehuwden hoort goedpraten (we mogen er immers niets van zeggen. Wie zwijgt) stemt toe), kan men zich niet onttrekken aan de gedachte, dat de weg voor de mens der wetteloosheid wordt geplaveid door iemand die zich een dienaar van de heilige God noemt Er moeten verleidingen komen, maar wee de mens door wie ze komen. Het oordeel begint bij het huis van God. Huiveringwekkend is dit in zijn consequenties.

Het is goed dat deze dingen in alle scherpte gezegd worden. Men is immers op een weg gegaan, ook in zogenaamde christelijke kring, die ons met grote huiver moet vervullen. Men heeft hier immers een wereld van ongerechtigheid en hoererij opengebroken en men leidt christenen — zoals hier de leden van de N.C.V.B. — op die weg. Wat kan het einde van die weg anders zijn dan dat men helemaal terecht komt in de klauwen van de duivel, die rondgaat als een briesende leeuw om ons te verslinden. De Heere Jezus heeft ons op het hart gebonden dat we zullen letten op de tekenen der tijden. Welnu, hier hebben we reeds zo'n teken. Bij de ten ondergang snellende wereld hoort ook een leven zoals hier door „leidslieden" van ons volk wordt aangegeven. Dat er duidelijk stelling tegen genomen wordt, kan ik met vreugde en dankbaarheid in mijn kroniek constateren.

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 augustus 1975

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 augustus 1975

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's